"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ooggetuige in Papua

Indonesië wil in Papua, het vroegere Nederlands Nieuw-Guinea, geen pottenkijkers. Nogal logisch. Buitenlandse journalisten zouden breed kunnen gaan berichten over structurele schending van mensenrechten. Sinds Nederland in 1962 het bestuur en na een door Jakarta vervalste volksraadpleging in 1969 de soevereiniteit aan Indonesië overdroeg, zijn de Papoeas onderdrukte minderheid in eigen land geworden. Stromen migranten uit het overwegend islamitische Java en andere eilanden bedreigen cultuur, economie en religie van de inheemse bevolking. Met een toeristenvisum trok Aad Kamsteeg onlangs toch als journalist door het land van de Papoeas, met wie hij zich al decennia lang sterk verbonden voelt. Hij sprak er met veel Papoeas en niet-Papoeas, bezocht grote steden en enkele kampongs in het binnenland, ontmoette leden van de verzetsgroep Organisasi Papua Merdeka (OPM). Terug in Nederland schreef hij er dit boek over. Aan de hand van persoonlijke ervaringen en met behulp van veel documentatiemateriaal beschrijft hij in zeven hoofdstukken de Indonesische schendingen van mensenrechten, de recente geschiedenis, de komst van honderdduizenden Javanen, de achterstand in gezondheidszorg en onderwijs, de taak van de kerk om op te komen voor gerechtigheid, de structuur en activiteiten van de OPM en tenslotte drie mogelijke toekomstscenarios. Het boek bevat veel fotos en een veertiental kaders met feitelijke gegevens. Aad Kamsteeg is politicoloog en was jarenlang als commentator buitenland verbonden aan het Nederlands Dagblad en de Evangelische Omroep. Ook was hij hoofdredacteur van het magazine CV.Koers, het huidige De Nieuwe Koers.

Informatie