"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wit op wit

Een studente verhuist naar de grote stad om er onderzoek te doen naar beelden van gotische naakten en huurt een appartement bij Agnes, een kunstschilder. Zij woont met haar man in een andere stad, maar duikt onverwacht op en neemt haar intrek in de studio boven het appartement. Het contact tussen de studente en de kunstenaar neemt toe tijdens de veelvuldige gesprekken die ze voeren op de trap, in cafés, het wijkpark en de keuken. Agnes vertelt over haar familie en huwelijk, haar jeugd en haar nieuwe werk, waarmee ze voortdurend op het punt van beginnen staat. Maanden verstrijken en het wordt duidelijk dat Agnes misschien helemaal geen plek heeft om naar terug te gaan. Geleidelijk krijgt de studente de indruk dat Agnes op het punt van instorten staat. Haar schilderijen lijken bezeten en blijven onaf, witte verf op wit doek. Wat oprijst is de dreigende gewaarwording dat elk leven altijd balanceert op de rand van de afgrond, hoe stabiel het ook lijkt. Haar huurster leert van Agnes dat er maar een dun lijntje loopt tussen geluk en wrok, creativiteit en gekte, voldoening en chaos. Wit op wit is een snijdende verkenning van wreedheid en medeleven en een verbluffende ontdekking van wat het betekent in alle naaktheid echt kwetsbaar te zijn. Na Savas’ succesvolle debuut “Lopen op het plafond” geeft de Turks-Deense schrijfster, die woonachtig is in Parijs en lesgeeft aan de Sorbonne, haar literaire loopbaan met deze tweede roman onverschrokken en doodgemoedereerd een nog iets gekruider wending. Momenteel werkt ze aan een essaybundel.

Informatie