Middelbare scholen in Flevoland begonnen vandaag met het zogeheten covid-leesoffensief. Verhalenvertellers, zoals schrijvers en spoken wordartiesten, bezoeken klas 1 van het praktijkonderwijs van vier verschillende scholen, twintig klassen in totaal, met als doel om jongeren ‘een positieve taalervaring’ te geven.
De reden voor dit leesoffensief is tweezijdig. De leesachterstand van jongeren in Nederland is ten opzichte van de Europese buurlanden toegenomen tijdens de coronacrisis. Bovendien is het dankzij de corona beperkingen lastiger voor verhalenvertellers om werk te vinden. De oplossing is om deze werkloze verhalenvertellers in te zetten ter verbetering van de leesvaardigheid- en motivatie van jongeren, zodat zowel de werkloosheid van de vertellers als de leesachterstand van de jongeren wordt verholpen.
Anne Zeegers, directeur van de Schrijverscentrale, ondersteunt het leesoffensief met het onderzoek Dichter bij de schrijver, dichter bij lezen. Hieruit bleek dat de aanwezigheid van een schrijver in de klas helpt om literatuur levendiger en interessanter te maken.
Het corona-leesoffensief is te danken aan een ingezonden brief in De Volkskrant. In deze brief pleitten Geert Buelens, Yra van Dijk, Anne Zeegers, A.F.Th. Van der Heijden en circa 250 ondergetekenden ervoor om werkloze taalkunstenaars op een dergelijke manier in te zetten. Dit initiatief wordt uitgevoerd in samenwerking tussen de Schrijverscentrale, Bibliotheeknetwerk Flevoland en vier middelbare scholen.
In Flevoland nemen de volgende verhalenvertellers deel aan het leesoffensief: Anne Kranendonk, Cis Meijer, Mijke Pelgrim, Buddy Tegenbosch, Roziena Salihu en Tyler Koudijzer.
Lees hier de bovengenoemde oproep, eerder verschenen in De Volkskrant.
—
Juno de Bruin
© depositphotos