Kenzaburo Oë in 2008 bij het Japanese Culture Institute in Keulen (Hpschaefer, CC BY 3.0 https://creativecommons.org/licenses/by/3.0, via Wikimedia Commons)
[Nieuws] De Japanse schrijver Kenzaburo Oë, in 1994 winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur, is op 3 maart op 88-jarige leeftijd overleden. Zijn uitgeverij, Kodansha, bracht het nieuws afgelopen maandag naar buiten.
Oë was de tweede Japanse schrijver die de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg, na Yasunari Kawabata in 1968. De jury prees Oë voor de manier waarop hij “met poëtische kracht een denkbeeldige wereld creëerde waarin leven en mythe samenvloeien en een verontrustend beeld vormen van de moeilijke positie waarin de mensheid zich bevindt”.
De schrijver werd als derde van zeven kinderen geboren in Ose (nu Uchiko) op het Zuid-Japanse eiland Shikoku. Zijn familie leefde daar al eeuwen en niemand was er ooit vertrokken. Oë wel, hij verliet zijn dorp om Franse literatuur te gaan studeren aan de universiteit van Tokio. Hij studeerde af met een scriptie over de Franse filosoof Jean-Paul Sartre, die hij later, in 1961, ontmoette tijdens een mars tegen de Algerijnse Oorlog.

In zijn jeugd was hij al beïnvloed door de verhalen en legenden die door de vrouwen van de Oë-clan werden verteld, en door de boeken waarmee zijn moeder hem opvoedde (titels als De avonturen van Huckleberry Finn en De wonderbare reis van Nils Holgersson). Tijdens zijn studie begon hij met het schrijven van toneelstukken en novellen. Voor zijn novelle De vangst, over de vriendschap tussen een Japanse jongen en een Amerikaanse oorlogsgevangene, krijgt de dan 23-jarige Oë in 1958 de prestigieuze Akutagwaprijs.
In het oeuvre van Oë is een belangrijke rol weggelegd voor zijn zoon Hikari (1963), die werd geboren met een hersenafwijking. In Het eigen lot, uit 1964, schrijft Oë over de acceptatie van de aandoening van zijn zoon. Ook in latere boeken komt Hikari, of een op hem gebaseerd personage, voor. Hikari Oë is inmiddels een gevierd componist.
Ook het Japan van de Tweede Wereldoorlog en de periode daarna speelt een grote rol in het werk van de schrijver, waarbij Oë de gevoelige onderwerpen niet schuwde. In 1965 publiceerde hij bijvoorbeeld een boek over het bombardement op Hiroshima, Hiroshima Notes (niet in het Nederlands verschenen). In 2005 klaagden twee gepensioneerde officieren uit Japan hem aan vanwege een essay over het eiland Okinawa. Oë schreef daarin dat burgers op het eiland tijdens de invasie van de geallieerden in 1945 door Japanse militairen waren gedwongen zelfmoord te plegen. De rechtbank wees de aanklacht af en stelde de schrijver in het gelijk.
Oë was betrokken bij pacifistische en ecologische organisaties en verzette zich tegen de plannen van voormalig premier Abe om een eind te maken aan het pacifistische beleid van Japan. Na het winnen van de Nobelprijs in 1994 kreeg hij de Orde van Culturele Verdienste, een keizerlijke onderscheiding. Oë weigerde die echter, omdat hij naar eigen zeggen geen hogere autoriteit of waarde erkende dan de democratie.
—
Jochem Wijma