"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

160 kilo

Vrijdag, 2 november, 2007

Geschreven door: Bart van Lierde
Artikel door: Annemijn Molenaar

Kwellende kwabben

Wo Es war, soll Ich werden. Freud weet wat een obees te doen staat. Ons verslaafde, vraatzuchtige onbewuste zal geleidelijk aan moeten wijken voor een stabiele persoonlijkheidsstructuur. Mátigen zullen we, want ons uitgedijde lichaam is een direct gevolg van ons vormeloze binnenste. Bart van Lierde (1974) schreef met 160 kilo een boek over de relatie tussen lichaam en geest, geheugenverlies en controleverlies, en hoe de chaos in ons hoofd soms niet meer te structureren is.

Nadia Krols, bibliothecaresse in Antwerpen-Berchem, weegt 160 kilo. Ze heeft zoveel vet, dat bepaalde vetrollen afsterven en zwart worden. Als ze ergens tegenaan botst, scheurt de kwab open en lekt er een zwartrode substantie. Ze heeft zoveel vet, dat ze alleen zittend op een stoel kan dansen. Ze beweegt af en toe een hand, of een voet, en krijgt het zelfs zo nog voor elkaar uit haar broek te scheuren. Ze heeft zoveel vet, dat ze in de bibliotheek waar ze werkt met één beweging drie boekenrekken omduwt. Ze heeft zoveel vet, dat mannen ejaculeren tussen haar buikkwabben, en deze misplaatsing niet eens opmerken. Haar vet is veroorzaker van ongeluk. En ongeluk is wat het vet veroorzaakt.

Zoals alle verslavingen een functie hebben, heeft ook het vet van Nadia nut. Vet houdt mensen op een afstand, haar lelijkheid stoot mannen af. De afgelopen dertig jaar hebben twee mannen haar begeerd. De één was Louis, een agressieve, alcoholistische dikkerd die zich wat betreft zelfbeheersing met haar kon meten. De ander was Omar, een thuisloze islamiet die haar na één keer seks tot zijn vrouw claimde en eens in de twee maanden langskwam voor geld.

Ondanks vet- en liefdesleed zit niet alles tegen. Als de bibliotheek reorganiseert wordt Nadia niet ontslagen. En ze heeft een vriendin, Annette, die er soms voor haar is. Een scannende baan, een anorectische, zelfgerichte vriendin en ziekmakende vreetbuien houden haar in leven.

Sociologie Magazine

Dan wordt Nadia gewezen op hypnotherapie. Ron Daniels, hypnotiseur zonder opleiding, overtuigt haar te kunnen helpen. Zijn methode: zoeken naar de reden waarom ze eet. Tijdens de sessies komen flarden geheugen bij Nadia naar boven: het misbruik door vader, stiefvader en pastoor, de keer dat vader haar schaamlip afsneed met een scheermes. Na elke behandeling voelt ze zich voor heel even sterk: ‘Na de hypnosessie was ze thuisgekomen en had een boterham met choco gegeten. Eén maar, terwijl ze normaal een heel brood opat.’

160 kilo had zo tragikomisch kunnen zijn. Een dikke vrouw. Een bibliotheek. Een vergeten verleden en een hypnotherapeut. Wat heeft fantasie nog meer nodig? Maar Van Lierde weet niet wat hij met al deze zwaarte aan moet. Zijn middenweg maakt noch aan het huilen noch aan het lachen. En als de humor ontbreekt, laat een boek dan nog mooi geschreven zijn. Maar de stijl is onbijzonder, enkele lieve Vlaamse woordjes als ‘blikkering’ daargelaten.

Na vier intensieve sessies blijkt dat de therapie niet werkt. Ze erkent dat de afgelopen vijftig jaar zijn verpest door misbruik, verminking en mishandeling. Haar verleden is een drillende massa, die zich vastzet op billen, benen en buik. Maar voor herstel lijkt het te laat. De ontmoeting met haar ouders, na dertig jaar van verwijdering, loopt uit op een drama. Een door haar georganiseerde vakantie met Annette valt compleet in het water. Ex-vriend Louis sterft, en zij krijgt de schuld. Nadia’s schulden nemen toe, en de bank dreigt met inbeslagname van haar goederen.

Hoewel het boek een goede inkijk geeft in het leven van een zwaarlijvige, is het jammer dat veel verhaallijnen aan de oppervlakte blijven. Veel verhaal, weinig reflectie. De filosofie achter eten en zwaarlijvigheid wordt eenzijdig benaderd. Haar dikte is te wijten aan een klotejeugd en een klotejeugd maakt dik. Het boek was zoveel interessanter geweest als dikte en dunte in een breder cultureel-maatschappelijk licht werden geplaatst en de meervoudige betekenis van eten werd uitgewerkt. Het karakter Nadia is zo verbonden met extremen, en zo weinig genuanceerd, dat ze voor de meeste lezers onherkenbaar zal zijn.

Nadia’s laatste wanhoopsdaad is een maagring. Zestig kilo lichter is haar leven nog even kwellend: ‘Geen maagring ter wereld zou haar beletten te zwelgen, al was het in slagroom. Ze was Nadia Krols – het misbruik, het eten, het hoorde onlosmakelijk bij haar. Ze wilde geen afstand doen van haarzelf, en haar oude leven laten voortduren wilde ze ook niet.’ Haar hart is onvulbaar, de honger voor eeuwig onstilbaar.

Boeken van deze Auteur:

160 kilo

Sprong naar de hemel

Luister niet naar Robert Blake

160 kilo