"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

20 jaar Top 2000

Donderdag, 12 december, 2019

Geschreven door: Leo Blokhuis, Arjan Vlakveld, Dirk Jan Roeleveen, Norbert Pek
Artikel door: Quis leget haec?

Prima opmaat voor de komende Top 2000

Niets menselijks is mij vreemd, ik mag graag aan het eind van het jaar naar de Top 2000 luisteren. Een paar dagen de grootste hits op een rij. Bij wijze van voorpret las ik dit boek, 20 jaar Top 2000, geschreven door Leo Blokhuis, Dirk Jan Roeleveen. Norbert Pek en Arjan Vlakveld.

[Recensie] 20 jaar Top 2000 is een ‘koffietafelboek inclusief een 10″ lp, waarop een aantal nummers staan die in het boek worden toegelicht. ‘Koffietafelboek’ impliceert meestal veel foto’s en weinig tekst en dat klopt voor een groot deel. Gelukkig valt er in die 239 pagina’s genoeg in te beleven.

In het boek staan afwisselend zogenaamde ‘docu’s’, achtergrondverhalen over een artiest of een bepaald nummer, ‘petit histoires’, kortere verhaaltjes over een thema of artiesten en ‘Top 2000 Specials’. Dat zijn achtergrondverhalen over het begin en de opzet van de lijst, de verwante quiz op televisie en bijzondere verhalen over de lijst zelf.

Zo’n boek bevalt mij het meest als ik het moeilijk weg kan leggen en dat begon eerlijk gezegd wat aarzelend. De verhalen over Amy MacDonald en The Lovin’ Spoonful waren weinig diepgravend, maar dat mag wellicht ook niet verwacht worden van een koffietafelboek.

Boekenkrant

Ik begon erin te komen met de verhalen over de opzet van de lijst. Dat was in het begin een vooraf opgestelde lijst die eigenlijk door de luisteraar in de goede volgorde moest worden gezet. We praten dan over het jaar 1999, waarin de eerste uitzending vorm krijgt. Internet speelt nog geen rol, dus er komen stapels met antwoordcoupons binnen. Er wordt gezocht naar het juiste format om uit te zenden en daarbij werd er wel eens gesjoemeld;

“Marketeer Bart de Voogd; “Zo’n Echoes van Pink Floyd is natuurlijk killing. Met een nummer van 23 minuten verlies je luisteraars. Die ging dan naar de avond of nacht toe.”

Als de televisie erbij komt is dat ook even zoeken en wennen. Een café waar over muziek gepraat wordt en waar een quiz wordt gedaan, prima, maar trekt dat geen luisteraars weg van de radio? Hoe gaan die televisiejongens met een radiolijst aan de haal?  Ook dat was even zoeken. Leo Blokhuis is wel eens stevig onderhouden over het feit dat hij tè kritisch was over bepaalde nummers. Het zijn, zeker nu de keuze vrij is, toch vaak nummers met voor iedereen een persoonlijk verhaal erachter. Het zijn boeiende afwegingen om te lezen en ze vormen een mooie kijk achter de schermen.

Het leukste aan een boek als dit vind ik de achtergrondinformatie. Dat een wereldhit als Thriller van Michael Jackson een beginversie heeft die Starlight heet én dat deze tegenwoordig op Youtube te vinden is. Ik wil weten waar een nummer als Black Betty van Ram Jam vandaan komt. Dat blijkt dan een oude worksong te zijn die ook terug te vinden is, gezongen door James ‘Iron Head’ Baker. Overigens wordt hier een gouden tip aan de hand gedaan, want Blokhuis en consorten weten ook niet alles; zij gaan te rade bij Arnold Rypens uit België, die er zijn levenswerk van heeft gemaakt om de ontstaansgeschiedenis uit te vissen van bekenden nummers. Die staan inmiddels in zijn boek Originals en u begrijpt dat deze inmiddels besteld is.

Het verhaal van Rita Coolidge kende ik ook niet. Zij en de drummer Jim Gordon staan aan de basis van een mij geliefd nummer Layla van Derek & The Dominos (Eric Clapton is de zanger), met name het pianodeel ervan. Rita zou nooit de credits krijgen, Jim eindigt in de gevangenis na moord op zijn moeder.

Ook het verhaal van de titelsong van de Korea-serie en -film M*A*S*H is opmerkelijk, Suicide is painless. Als artiest wordt vaak M*A*S*H aangeduid, maar dat is natuurlijk geen artiest. Componist Johnny Mandel schreef de muziek, maar als tekstschrijver staat Mike Altman genoemd. Dat is de dan veertienjarige zoon van de regisseur. Een tiener die zo’n eigenaardige tekst schrijft? Arjan Vlakveld vertelt;

“Als ik Mandel later in Los Angeles interview, legt hij uit hoe dit zo gekomen is. Robert Altman wilde voor een speciale scene een ‘raar’ nummertje. Mandel piekerde hierover en dronk iets te veel en componeerde naar eigen zeggen voor het eerst in zijn leven een nummer dronken. Hij is geen tekstschrijver en weet zich dan verder ook geen raad met de opdracht. De regisseur stelt voor om zijn tienerzoon te vragen, aangezien die een ‘raar’ jong is. Als beloning vraagt de jongen een gitaar, maar de producent van de film schrijft gewoon alle rechten toe aan Mike Altman.”

Goede zet, zoonlief verdiende met het nummer vele malen meer dan zijn vader met de film. Het nummer wordt overigens gezongen door The Ron Hicklin Singers. Dat zijn sessie-zingers, die de studio inlopen, het nummer inzingen en alle vier een cheque van honderd dollar ervoor toucheerden.

Dat zijn toch verhalen die ik wil horen. De verhalen over het tot stand komen van die verhalen mogen er ook zijn. Er moet vaak wat gedraaid worden voor de televisie en dat valt niet altijd mee. Rickie Lee Jones gedraagt zich een beetje vreemd als zij categorisch weigert om haar hitsingle Chuck E.’s In love te willen zingen. Toch lukt het en dat levert een mooi verhaal op.

Ik snap dat een boek als dit geen diepgravende reportages kan bevatten, maar soms leidt het geschrevene toch tot meer vragen. Als men de oorspronkelijke schrijver van de Bløf-hit Zoutelande opzoekt, gaat het meerdere malen over royalties. De zanger Axel Bosse van het origineel, Frankfurt Oder zegt over de cover;

“Ze hebben het mooi gedaan. Ik was meteen fan. En natuurlijk trots en blij dat zo’n bekende band mijn lied speelt. Als ik de royalty’s krijg, ga ik daarvan met vakantie naar Nederland.”

Hij maakt er blijkbaar geen punt van, maar als lezer ben ik dan toch benieuwd hoe het zit met die afrekening. Verder, los van wat slordigheden als “Nooit niet” en “vingerstoppen” is dit een prima boek waar ik toch weer een hoop uit geleerd heb. Prima opmaat voor de komende Top 2000.

Eerder verschenen op Quis leget haec?