"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Aatje Veldhoen – Levenskunst

Donderdag, 26 december, 2019

Geschreven door: Hedy d’Ancona
Artikel door: Chris Reinewald

Uitgezochte levenskunst van Aat Veldhoen in Museum Kranenburgh, Bergen

[Recensie] Het kleurrijke (levens)verhaal van de Amsterdamse multi-kunstenaar Aat Veldhoen (1934-2018) is vaak verteld, gemystificeerd misschien wel. Seks, huwelijken, scheidingen, verdriet. Even zoveel duidingen bestaan er van zijn brede oeuvre, van de democratisch geprijsde grafiek (rotaprints), polaroids tot kitscherige, lusteloos gepenseelde schilderijen in lichtgevende kleuren.

Veldhoens thema’s, liefde, erotiek, zwangerschap, geboorte, ziekte, verval, dood zijn zo oud als de mens zelf. Veel ervan kwam één op één terug in zijn werk. Schets/plakboekjes en polaroids zijn de meest privé uitingen van Veldhoens levenskunstige leven met pieken en dalen.

Het lijkt er soms op dat verzamelaars zijn erotische werk kochten omdat die een libertijns leven vertegenwoordigden dat zij zelf graag hadden willen leiden.  Tijdens zijn tumultueuze privéleven benam de luidruchtige kunstenaar vaak het zicht en zo het oordeel op zijn eigen werk. Structuur of stijlontwikkeling interesseerden hem niet.

Het fijnzinnige, humane uit zijn allervroegste schilderijen en grafiek werd overtetterd door shockeffectbejag. Bepaald indrukwekkend daarentegen is de wilskracht waarmee Veldhoen linkshandig ging werken nadat hij in 2007 door een infarct de controle over de rechterhelft van zijn lichaam en daarbij zijn tekenende rechterhand kwijtraakte.

Kookboeken Nieuws

Kort voor zijn dood, verleden jaar bezochten Veldhoen en zijn laatste, grote liefde Hedy d’Ancona het Museum Kranenburgh in Bergen met oog op een tentoonstelling. Hijzelf mocht het niet meer meemaken dat zijn dochter Venus en fotograaf Koos Breukel een zorgvuldige selectie konden maken uit zijn enorme oeuvre. De semi-erotische clowneske verkleedpartijen konden Breukel niet zo bekoren. In plaats daarvan haalden Venus en hij, beide fotografen immers, de polaroids naar voren; zelfs op de affiche. Uit familiebezit werden daarbij de meer intieme schilderijen van zwangerschap en het prille gezinsleven uitgekozen. Erg mooi zijn ook de vroege schilderijen waar Veldhoen bijna schuchter en teer zijn penseel voert. Voor een portret van een jong meisje met een koperen tuba kreeg hij terecht een Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst. Verrassend is het aandoenlijke jongensportret dat Veldhoens vader, een reclameschilder, van hem maakte.

De persoonlijke, strengere selectie is effectief en benadrukt de verve en drift van Veldhoen. Toch behoren de bijna journalistieke portretten en situaties die Veldhoen, als een twintigste-eeuwse Rembrandt, tekende tot het mooiste wat hij maakte.

Bij de expositie schreef Hedy d’Ancona een vlot herinneringsboekje vol columns over haar leven met Aatje, met een keuze uit het werk op de expositie. Mooiste anekdote: omdat Aatje deel van een tweeling was (met zijn zuster Greetje) voelde hij zich naar eigen zeggen al in de baarmoeder vertrouwd met een vrouw naast zich. “Ik ben getrouwd geboren.”

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Expositie: Aat Veldhoen – Levenskunst; t/m 13 april 2020 in Museum Kranenburgh in Bergen