"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Achttien

Maandag, 14 juni, 2010

Geschreven door: Graa Boomsma
Artikel door: Julia Homoet

Een onverwachte samenkomst

De zestigjarige Paul Steen, docent Engels aan het Vondel Lyceum Oud-Zuid, is een docent van de oude stempel. Dat betekent gedegen literatuuronderwijs en zo min mogelijk persoonlijk contact met de leerlingen: geen schoolreisjes of feestjes. Wanneer hij in zijn agenda een hartje ontdekt, met daarbij een uitnodiging voor de achttiende verjaardag van zijn leerling Hanna, is hij dan ook niet van plan op de uitnodiging in te gaan. Wat volgt is een week van onrustige en nare gebeurtenissen, waarin Hanna en Paul door een misdrijf dichter bij elkaar komen dan gewoon is voor een docent en zijn leerlinge.

Op een avond staat Hanna bij Paul voor de deur. Ze heeft iets meegemaakt en probeert dit aan Paul te vertellen. Uiteindelijk laat ze niets los en verschijnt ze de volgende dagen niet op school. Paul, die toch al een vreemde week heeft met een moeder die een ongeluk heeft gehad en een tante die overlijdt, maakt zich zorgen om Hanna en probeert uit te vinden wat er aan de hand is. Zijn zoektocht loopt op niets uit: haar vader beweert zijn dochter al dagen niet te hebben gezien en haar klasgenoten Menno en Michiel (‘M&M’) laten niet alleen niets los over Hanna, maar bedreigen en mishandelen Paul ook, omdat ze getuige zijn geweest van Hanna’s bezoek aan hem thuis.

Wat er achter deze geheimzinnigheden schuilgaat, ontdekken we aan de hand van de dagboekaantekeningen van Hanna, die Pauls verhaal afwisselen. Hanna blijkt een onaangename ervaring te hebben gehad met M&M en wil Paul in vertrouwen nemen over deze gebeurtenis. Ze probeert beetje bij beetje haar herinneringen aan het voorval op te schrijven en werkt toe naar het moment dat ze alles kan optekenen en aan Paul kan laten lezen.

Boomsma (1953) schetst in zijn negende roman een tragische gebeurtenis die leidt tot een onverwachte samenkomst van twee mensen. Waarom Paul en Hanna juist elkaar opzoeken is niet volledig duidelijk. Wellicht proberen ze in elkaar een gemis op te vullen. Paul mist sinds zijn vriendin weg is een naaste, voor wie hij kan zorgen; Hanna, wier moeder een jaar geleden met de noorderzon vertrokken is, mist een ouder die zij in vertrouwen kan nemen.

Boekenkrant

Achttien heeft een verfrissende alledaagse setting. Het verhaal speelt zich af op een middelbare school, waar getobd wordt met roosters, lesvoorbereidingen en soortgelijke gewone zaken. Juist daarom vallen de nadrukkelijk spannende elementen (zoals de bedreiging en mishandeling van Paul door M&M) wat uit de toon; dit duo wordt bijvoorbeeld tamelijk cartoonesk neergezet. In hun gesprekken met Paul lijken ze eerder teksten uit een slechte maffiafilm op te dreunen dan een daadwerkelijke conversatie te voeren:

Volgens mij – maar ik ben slechts de slaaf van het lot en de suspense – is het voor u vanaf vandaag heel lang vrijdag de dertiende. Bijgeloof is van alle tijden en niet uit te roeien. Liever waan dan waarheid. Heeft u zelf een keer gezegd. Wij noteren alles. Misschien had u maandagnacht de gordijnen eerder moeten sluiten. Het doek valt, geen applaus, u gaat niet langs af, u voegt zich bij ons, schoolverlaters in spe.

Het is jammer dat Boomsma de dreiging van de tienerjongens niet subtieler heeft uitgewerkt. Om spanning te creëren hoeft er niet perse iemand in elkaar te worden geslagen.

Hetzelfde geldt voor Pauls terugkerende dromen. Boomsma heeft deze dromen zodanig doorspekt met verwijzingen naar gebeurtenissen en details uit eerdere hoofdstukken dat elke fijnzinnigheid daarmee verdwijnt:

Voor zijn voeten ligt Hanna, op haar rug. Paul weet niet of ze overreden is. In haar hand heeft ze zijn docentenagenda. Hij kan haar niet helpen omdat hij geen handen heeft. Midden op de weg naderen twee mensen, de rectrix en chirurg Aalders. Zij strekken hun armen naar hem uit, nee, ze wijzen beschuldigend naar hem. Ze halen een exemplaar van zijn agenda uit de schooltas die ze dragen. Op het omslag zijn tientallen hartjes met pijlen erdoor getekend. Opeens weerklinkt het gekletter van hoeven op klinkers.

Deze droom wordt beschreven zoals dromen vaak verbeeld worden in films: visueel en symbolisch. Dat is op zichzelf niet slecht, maar zorgt in dit kleine, realistische verhaal wel voor een stijlbreuk.

Boomsma’s stijl is geoefend en levert hier en daar aardige zinnen op (‘De email die hij had willen lezen, van Ada, bestond niet.’). Ook weet hij de toon en vertelwijze van Hanna en Paul goed van elkaar te onderscheiden. Hanna’s terughoudendheid om haar gebeurtenis met M&M te herbeleven wordt bovendien mooi gelaagd uitgewerkt in haar aantekeningen.

Wellicht had Boomsma zich in Achttien beter kunnen beperken tot het uitwerken van de vertrouwensrelatie tussen Hanna en Paul. Het feit dat deze twee zeer verschillende, maar beide zoekende mensen toenadering zoeken tot elkaar is een interessant gegeven. Helaas laat Boomsma de betekenis en de achtergrond van deze relatie nu wat onderbelicht.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het tweede gezicht