"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Al mijn vaders

Vrijdag, 15 maart, 2019

Geschreven door: Mira Feticu
Artikel door: Marnix Verplancke

Overleven in Dante

De eerste zin

“Misschien wilde je het niet.”

Recensie

Na een voordracht die Myra aan de universiteit van Boekarest houdt over het concept van de liefde bij Dante raakt ze in gesprek met een jonge Nederlandse jurist in opleiding Jan Wassink. Van Dante  heeft hij duidelijk minder verstand dan van de liefde en niet veel later trouwen ze dan ook. Hun nieuwe woonplaats wordt Amsterdam, waar hij Roemeense dieven uit de nor probeert te houden en zij binnen de vakgroep vergelijkende literatuurwetenschap ‘Lectura Dantis’ doceert.

Boekenkrant

Maar dan duiken er spoken op. Er is sprake van dat Myra’s vak afgevoerd zal worden omdat niemand nog interesse heeft in de Divina Commedia en omdat Mohammed volgens Dante met zijn darmen bengelend uit zijn buik in de hel zit. Kan zoiets nog wel in politiek correcte tijden? Bovendien heeft het hoofd van de vakgroep zijn begerige oog op Myra laten vallen, wat allerhande oude wonden openrijt. Dennis, zoals de man heet, lijkt een van haar vaders te willen worden, de vele mannen die haar tijdens haar kindertijd en jeugd misbruikten, nadat ze door haar ouders in een internaat was geparkeerd. Allemaal wilden ze hetzelfde van deze kleine Nadia Comaneci, dat ze op hun schoot kwam zitten en hen aan haar tieten liet trekken, behalve die een dan misschien, die haar leerde hoe ze in de literatuur, en dan vooral in Dante, een manier om te overleven kon vinden. Diezelfde Dante dus die nu dus afgeschaft lijkt te zullen worden, en van wiens Commedia er een exemplaar in haar steeds klaarstaande survivalkoffer zit, tussen het ondergoed, het snelverband en de blikken witte bonen, want als Roemeense vergeet je nooit wat honger is.

Mira Feticu’s autobiografisch geïnspireerde Al mijn vaders is een donkere roman over misbruik en trauma die de makkelijke weg van het expliciete geweld netjes uit de weg gaat. Hoofdstuk na hoofdstuk word je als lezer dieper binnengeleid in Myra’s bevangen verleden dat als een steeds strakker zittende dwangbuis om haar geest knelt. Haar herinneringen lijken in golven te komen en  dat is ook hoe je Al mijn vaders ervaart. Het is alsof je op het strand zit, bij vloed, iedere nieuwe golf net dat iets verder komt dan de vorige, en je beseft dat de vormeloze blobber daar in de verte straks voor je voeten zal liggen.

Drie vragen aan Mira Feticu

Ergens zijn we allemaal een beetje migrant, schrijf je, op zoek naar een Europa. Jij was dat ook, en wat vond je?

Feticu: “Ik heb miljoenen mensen zien vertrekken uit Oost-Europa. Ze zijn op zoek naar iets wat beter en mooier is en ze hebben natuurlijk gelijk. Ik zou ook niet in het corrupte Roemenië van vandaag willen wonen. Zij jagen hun droom na, komen in West-Europa aan en beleven de schrik van hun leven. Van de eerste dag ervaren ze dat we niet allemaal gelijk zijn, zoals de utopische mythe over West-Europa wil. Er is veel racisme en heel veel Europese waarden bestaan alleen nog maar in theorie. Het Europese Utopia belooft iedereen een job en een nieuwe familie en vrienden. Je bent je verleden zo vergeten. Maar dat is niet zo. Heel veel Oost-Europese vrouwen komen hier bijvoorbeeld in de prostitutie terecht.”

Je hoofdpersonage Myra heeft nogal wat kritiek op de futiele wijze waarop men hier met literatuur omgaat. Deel je haar mening?

Feticu: “In Oost-Europa had de literatuur vanouds een belangrijke functie, zeker onder het communisme. We hebben daardoor een grote waardering voor schrijvers. Dan kom je hier en merk je dat het hoogste doel dat je als schrijfster kunt hebben een plekje in de Libelle is. Mensen zijn hier niet meer geïnteresseerd in literatuur, merkte ik, maar wel in vermaak, en dat zijn heel andere zaken. Literatuur mag bijvoorbeeld best hard zijn. Dat mensen een boek lezen om daarna rustig te kunnen slapen, vind ik bijvoorbeeld totaal fout. Van echte literwwatuur slaap je net niet goed.”

Een half jaar geleden lokten twee Vlaamse grappenmakers je naar Roemenië waar je een in Rotterdam gestolen Picasso terug zou vinden. Het bleek allemaal nep. Hoe kijk je daar nu op terug?

Feticu: “Toen ik terug thuis was, zei mijn man dat ik vier dagen lang volledig mezelf was geweest. Precies, dacht ik, en vanaf nu wil ik elke dag mezelf zijn. Die trip heeft mijn leven veranderd. Ik besliste toen dat ik voltijds freelancer zou worden, kreeg een contract aangeboden om een boek te schrijven over die reis naar Roemenië en merk zelfs dat ik intussen ander vrienden heb. Ik zou het morgen allemaal opnieuw doen, met of zonder die Vlaamse grappenmakers.”

Eerder verschenen in Knack Focus

Boeken van deze Auteur:

Al mijn vaders

Al mijn vaders

De ziekte van Kortjakje

Al mijn vaders