"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alle verstand te boven

Zondag, 27 juni, 2021

Geschreven door: Cees Dekker
Artikel door: Evert van der Veen

Wetenschappers over hun geloof

[Recensie] Alle verstand te boven opent met een hele reeks aanbevelingen van onder andere Andries Knevel en Gert-Jan Segers. In 22 verhalen komt een grote diversiteit aan wetenschappen en menselijke verhalen over geloof en leven naar voren. Cees Dekker, hoogleraar aan de Technische Universiteit in Delft, is zelf actief lid van een evangelische gemeente in Delft en noemt de verhalen ‘autobiografische geloofschetsen’.

Elke bijdrage begint met een foto van de desbetreffende persoon en een korte biografie. In de verhalen komt – hoe uiteenlopend van aard ook – naar voren dat deze mensen geen onoverkomelijke tegenstelling zien tussen hun persoonlijke geloofsovertuiging en hun wetenschappelijk bezig zijn al blijft het voor sommigen wel een zekere worsteling om de balans te bewaren.

De titel van dit boek Alle verstand te boven suggereert misschien toch een zekere spanning met name door het ‘te bóven’ alsof geloof een religieuze overwinning is op de ratio maar dat is – gelukkig – toch niet het geval. Integendeel: uit de verhalen blijkt dat geloof en wetenschap elk hun eigen bereik hebben en van een andere hoedanigheid zijn. Het is zoals Blaise Pascal ooit zei: het hart heeft zijn redenen die het verstand niet kent. Daarom kán er ook geen controverse zijn tussen geloven en wetenschappelijk bezig zijn. Daar waren we al eerder ‘achter gekomen’ en juist in onze tijd wordt ook bínnen de wetenschap het betrekkelijke van menselijke kennis ingezien. Wetenschap is een manier van denken over de werkelijkheid en een zakelijk oordeel over wat mensen waarnemen. Omdat het niet meer maar ook niet minder is, geeft dat ruimte om ook vanuit een gelovig perspectief te leven en naar de wereld om ons heen te kijken.

Iemand als Emanuel Rutten, filosoof aan de VU in Amsterdam, heeft met zijn rationele argumentatie waarin hij wil bewijzen dat God bestaat, toch wel een klassieke methodische insteek die de meeste theologen inmiddels al lang achter zich hebben gelaten. Het heeft misschien ook te maken met zijn persoonlijke ontwikkeling: “En het stemt mij nog altijd vreugdevol dat ik in mijn leven als wetenschapper de beweging heb mogen maken van gedachteloos atheïsme naar doordacht Godsgeloof” (p. 153).

Boekenkrant

Heino Falcke, hoogleraar fyscia en astronomie in Nijmegen zegt: “Ik wil dat geloof en wetenschap in balans komen, laten zien dat wij tegelijk redelijk en gelovig mogen zijn’ (p. 33). Dat is in uiteenlopende bewoordingen ook de inzet van andere wetenschappers: zij ervaren geen onoverkomelijke tegenstelling tussen hun persoonlijke geloof en hun wetenschappelijke werk.

De verhalen zijn echt persoonlijk van aard; veel mensen blikken dankbaar terug op hun jeugd en vertellen over de sfeer in het gezin waarin ze zijn groot geworden en over hun ervaringen in de kerk. Sommigen stellen zich hier echt kwetsbaar op en dat geeft hun verhalen een authentiek karakter.

In verschillende bijdragen komt ook het thema schepping en evolutie aan de orde. In meer behoudende religieuze kringen is dit nog altijd een actueel en ook wel gevoelig gespreksonderwerp. Cees Dekker schreef er samen met Corien Oranje het aardige verhalende boekje Oer over. Cees Dekker zit zelf op de lijn van een stroming die ‘intelligent design’ wordt genoemd, een benadering die schepping en evolutie op gelovige wijze met elkaar verbindt.

Aart Nederveen is hoogleraar toegepaste fysica in Amsterdam en studeerde ook filosofie. Van hem is de interessante uitspraak: “Christenen zijn veel minder speciaal dan we zouden willen” ( p. 111) waarmee hij bedoelt dat christenen deel uitmaken van de wereld die zij met anderen delen en daarbij ook dezelfde zakelijke visie op de wereld delen.

Het thema geloof en wetenschap boeit Cees Dekker want hij publiceerde er eerder boeken over: Omhoog kijken in platland.

Voor het eerst gepubliceerd op De leesclub van alles