"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alles is gekleurd

Maandag, 24 oktober, 2011

Geschreven door: Joost Zwagerman
Artikel door: Veronique Aicha

Het woord ontsluit het beeld

Dit is een recensie in het kader van de AKO Literatuurprijs 2011 Schaduwjury
Met Alles is gekleurd verschijnt alweer een tiende essaybundel van de hand van Joost Zwagerman, ditmaal weer met als onderwerp ‘kunst’. Met een vergelijkbaar onderwerp, in de bundel Transito haalde Zwagerman in 2007 de Toplijst van de AKO Literatuurprijs. Hij zet op dezelfde toon zijn maatschappelijke roeping voort, want ook met deze bundel bewijst hij een eigentijdse explicateur te zijn, iemand die leken de hand reikt en de wereld van kunst ontsluiert.

Verwachtingen en voorkennis zullen een grote rol spelen bij de beoordeling van deze bundel. Een leek zal smullen van de essays want enthousiasmeren kan Zwagerman zeker. Daar staat tegenover dat de inhoud niet allemaal even vernieuwend is, maar ook voor de ervaren kunstkenners is er genoeg van waarde aan dit boek: Zwagerman is een man die schrijft met zijn hart. Bij het lezen van zijn beschrijving van Max Ernsts schilderij ‘Der Jungen’ toont hij zijn uitzonderlijke inlevingsvermogen. In wezen beschijft hij met deze zin Jackson Pollock, waarover het essay ook gaat.

‘Een beest gevangen in de wilde slingers van de ‘gedripte’ zwarte verf: een weergaloze gestalte die verstrikt is geraakt in de verstrengelde ellipsen die hij zelf heeft voortgebracht.’

En wellicht kan het boek voor de kunstkenners ook enkele raadselen bevatten. Want Zwagerman, een bekende Warholiaan, beschrijft Zwagerman hoe Gerard Malanga, Warhol’s assistent, van Marcel Duchamp de tip kreeg om readymade gedichten te gaan maken. En tijdens het lezen wordt het steeds duidelijker dat Zwagerman zich deze tip wellicht heeft toegeëigend bij het het schrijven: zijn essays bestaan veelal uit feiten die mensen al kennen, verhalen die voor sommigen uitgekauwd zijn, zoals over Warhol. Toch weet Zwagerman er met wat knip- en plakwerk alsnog een geheel eigen verhaal van te maken. Hij zigzagt in het verhaal ‘Ballingschap als keurmerk’ van Rothko naar kunstcriticus Robert Hughes, MOMA, Vermeer, De Kooning, Lichtenstein, het Bonnefantenmuseum Maastricht, Donald Duck, Man Ray en verder. Zijn essays zijn een samenraapsel van namen die toch steeds weer een geheel vormen waarbij iedere associatie tussen personen logisch lijkt te zijn. En hierin ligt zijn kracht.

Boekenkrant

Zwagerman verdeelt het boek in acht hoofdstukken waarin hij hoofdzakelijk vijf onderwerpen bespreekt: schilderkunst, popart, fotografie, literatuur en hier en daar een aspect van de modewereld. Ieder hoofdstuk bestaat uit meerdere essays, met kunst en literatuur als belangrijkste hoofdstukken, ieder met een essay of vijftien. Bewonderenswaardig is hoezeer hij iedere keer weer in een paar bladzijden tot de kern van een artiest kan doordringen, waar sommige schrijvers in een heel boek niet in slagen. Figuren als Andy Warhol en Damien Hirst maakt hij al te menselijk. ‘Het raadsel is dat er geen raadsel is’. Zo makkelijk onthult Zwagerman het enigma Warhol, in een enkele zin. Het is niet iemand die wil ontgoochelen, maar een man met een onbegrensde behoefte om kunst te begrijpen, ondanks het mogelijke gevolg dat er illusies kunnen sneuvelen.

Wat de schrijver met alle kunstvormen op een aanstekelijke manier doet, is het normale bijzonder maken. Hij benadrukt dat wat niet voor de hand ligt en legt bijzondere verbanden. Zo schrijft Zwagerman over Edward Hoppers schilderij Nightshadows, dat hij vergelijkt met Alfred Hitchcocks film Psycho: ‘altijd ademen die figuren én het decor waarin zij zich bevinden een sfeer van verdooldheid, melancholie, eenzaamheid, stille dreiging, vergeefsheid ook.’ Bij Hoppers schilderij Nightwindows is het alsof ‘er een goedertieren gestalte bestaat die jou in je nietigheid aanschouwt.’ Daarom houden we van Hopper: ‘iemand heeft ons gezien.’

Toegegeven, Zwagermans keuze van onderwerpen is conservatief, ‘typisch Zwagerman’ en ik mis de parallellen met wat alternatievere kunstvormen. Maar ieder stuk van de selectie is geschreven met bezieling. Het inspireert. om naar een museum te gaan, een schilderij uit te zoeken dat je aanspreekt en te analyseren à la Zwagerman. Alles is gekleurd is een betoog van iemand met een grote voorliefde voor allerlei kunstvormen die vol enthousiasme zijn bevindingen wil delen met zijn lezers. Als zuilen dragen zijn essays de kunst waarover hij schrijft. Ze tonen stuk voor stuk het belang aan van de kunst voor de maatschappij, de waarde en de invloed ervan.

 —
Eerder verschenen op Recensieweb

Boeken van deze Auteur: