"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alles is ijdelheid

Donderdag, 9 september, 2021

Geschreven door: Claire Goll
Artikel door: Quis leget haec?

Een culturele geschiedschrijving

[Recensie] Soms geven boeken een prachtig tijdsbeeld weer en de memoires van de Duits-Franse journaliste en schrijfster Claire Goll (1890-1977) zijn daar een prachtig voorbeeld van. In Alles is ijdelheid beschrijft zij haar leven vanaf haar jeugd, haar relatie met de dichter Yvan Goll en de talloze beroemdheden die ze hebben ontmoet in de loop der jaren. Het is een culturele geschiedschrijving van de eerste helft van de vorige eeuw, maar het is ook roddel en achterklap. En niet onbelangrijk, het leest heerlijk weg.

De achterkant waarschuwt ons al, mevrouw Goll is venijnig, soms ronduit boosaardig en op de eerste pagina gaat ze er bij de schrijver James Joyce al met gestrekt been in;

“Van de grote mannen was er geen zo geblokkeerd als James Joyce… Ik heb teveel eerbied voor dieren, zelfs voor kwallen of schelpdieren, om ze te vergelijken met Joyce, die geprepareerde mummie, dat stuk schors zonder sap of warmte, die uitgedroogde peer.”

Oei, dat belooft wat. Waarom zo boos? Ik ben geen psycholoog, maar ze had geen makkelijke start met een moeilijke jeugd waarin vooral haar moeder het moet ontgelden. Ze beschuldigt haar ouders ervan haar broer tot zelfmoord te hebben gedreven bijvoorbeeld. Ze groeide op in München waar ze uitgehuwelijkt werd na haar zwangerschap.

Boekenkrant

Dat huwelijk houdt geen stand, ze leert de Oostenrijkse schrijver Franz Werfel kennen en verlaat man en dochter om naar Frankrijk en later naar Genève te gaan, waar ze de dichter Yvan Goll leert kennen. Samen vertrekken ze naar Zürich waar ze bij de geboorte van de Dada-beweging zijn. Zwitserland krioelde van de intellectuelen die experimenteerden met de avant-garde zoals beeldhouwer Hans Arp, schrijfster Else Lasker-Schüler, kunstenaar Hugo Ball en de dichter Tristan Tzara. Goll geeft van allemaal rake portretten en ik heb ze allemaal opgezocht voor een nadere kennismaking.

Het echtpaar Goll gaat in Ascona in Italië wonen en Yvan ontpopt zich als een notoire vreemdganger. Claire is ook niet van alle smetten vrij en vlucht in de armen van dichter Rainer Maria Rilke. Het gaat niet anders als ze zich in het culturele leven van Parijs storten. En passant volgen er ontmoetingen met de componist Erik Satie en kunstschilder Marc Chagall en is er herrie met de schrijver en surrealist André Breton. Ondertussen wordt Claire zo gek van de chronische ontrouw van Yvan (in dit geval met een vriendin) dat de boel escaleert;

“Ik richtte op het hart van Goll en terwijl ik kalm mijn ogen dicht deed losste ik een schot.”

Geen zorgen, schieten was niet haar forte. Schrijven wel en dat gaat onverdroten voort met mooie verhalen. Claire blijft ook vluchten in verhoudingen met de regisseur Jean Painlevé en met de dichter Vicente Huidobro. Ze kon maar net de strelende handen van de lesbische toneelschrijfster Nathalie Clifford Barney van zich afhouden. We krijgen nog wel het gedoe mee over het optreden van de vriendin van toneelschrijver Maurice Maeterlinck in de opera van Claude Debussy waarover ik hier schreef en over haar vriendschap met de schrijfster Colette.

Ondertussen gaat Claire ook aan de slag als journalist. Opvallend is het standpunt dat ze inneemt over de positie van de vrouw;

“We zijn inferieure schepselen, net genoeg om te jongen… Nooit zal een vrouw een Michelangelo, een Bach of een Palladio zijn. Grote filosofen met een rok aan bestaan niet. Hoe wil je dat ze systemen ontwerpen zoals Kant, Hegel of Marx? Een dergelijk abstraherend vermogen kan niet ontstaan in de geest van een pop.”

Zo gaat het nog even door. Ook daar klinkt woede of verongelijktheid in door. Dat geldt ook ten aanzien van de ontrouw van Yvan. Hij rent achter iedere rok aan die er binnenkomt en, wat er nog bijkomt;

“Naast zijn chronische ontrouw had Yvan nog een andere onhebbelijkheid: hij dreef me voortdurend in de armen van andere mannen.”

Het staat er echt. Uiteindelijk vluchten ze toch samen naar New York, om niet in de Tweede Wereldoorlog verzeild te raken. Ook daar komen ze in aanraking met tal van beroemdheden, zoals de schilder Piet Mondriaan, de schrijfster en componiste Alma Mahler en de schrijvers Stefan ZweigHenry Miller en Carson McCullers. Daar krijgt Yvan te horen dat hij aan leukemie lijdt.

Na de oorlog vertrekken ze weer naar Europa waar Yvan in het ziekenhuis belandt. De verhalen gaan gewoon door overigens. Dichter Paul Celan probeert Claire te verkrachten en Albert Einstein lijdt onder het feit dat hij de atoombom mogelijk heeft gemaakt. Uiteindelijk overlijdt Yvan en hij wordt begraven op Père-Lachaise in Parijs, waar hij later met Claire verenigt zou worden. Claire vertrekt na zijn dood nog wel naar Amerika, maar de memoires gaan verder niet door.

Als je van kunst en cultuur houdt is dit boek echt een opeenvolging van interessante ontmoetingen met grote kunstenaars, veelal uit de hoek van dada en surrealisme. Het is onwaarschijnlijk wie Claire allemaal heeft meegemaakt en het is razend interessant om te lezen hoe die beroemdheden zich in de omgang gedroegen. Uiteraard kunnen die vertellingen gekleurd zijn, want verteld door Claire alleen, maar ik vond het boek toch zeer de moeite waard.

Eerder verschenen op Quis leget haec?