"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alles wat in dit boek staat is waar (en andere denkfouten)

Maandag, 7 september, 2020

Geschreven door: Maarten Boudry, Jeroen Hopster
Artikel door: Pepijn van Erp

Denkfouten in een modern jasje

[Recensie] Drogredeneringen en andere denkfouten staan al millennia lang in de belangstelling. Wij kletsen wat af met elkaar en proberen ook dikwijls de ander van ons eigen gelijk te overtuigen, desnoods met middelen die een kritische analyse van de redenatie niet kunnen doorstaan. Aristoteles kwam bijvoorbeeld in zijn Organon al met een lijstje van drogredeneringen die we nog steeds herkennen. Maarten Boudry en Jeroen Hopster steken de gouwe ouwe in een modern jasje en voegen er nog een hele berg aan toe.

Dat doen ze in korte hoofdstukjes waarin ze met sprekende voorbeelden telkens een denkfout in het zonnetje zetten. ‘Overal fobieën’ gaat bijvoorbeeld over de moderne neiging om kritische opinies van anderen weg te zetten als ‘fobie’. Iemand die inhoudelijke kritiek heeft op de islam, wordt dan als ‘islamofoob’ verketterd, wat al snel (en vaak volkomen ten onrechte dus) wordt verstaan als ‘moslimhaat’. De term ‘fobie’ is hier misplaatst en ergerlijk, betoogt Boudry, want “het concept van de fobie heeft een welomschreven psychiatrische betekenis: een hevige angst voor een specifiek object die niet voor ratio vatbaar is en die het redeneren verhindert.” Een recente loot aan de foute fobieënstam is de ‘oikofobie’:

De term ‘oikofobie’ is bovendien nog een grotere miskleun dan islamofobie. Sommige mensen hebben inderdaad een irrationele angst voor de oprukkende islam, maar niemand is letterlijk oikofoob, dus bang voor zijn eigen ‘huis’ (oikos). Sommige westerse intellectuelen koesteren weliswaar een diepe afkeer van de westerse beschaving, maar ze zijn er helemaal niet bang voor. Sterker nog, de meesten brengen hun hele leven zorgeloos door in westerse landen, niet zelden in comfortabele academische posities.

Wie hoopt iemand met dit hoofdstukje zijn dwaling te kunnen laten inzien, komt waarschijnlijk van een koude kermis thuis. Dat wordt verklaard in een ander stukje, Neusdrukken. Hierin legt Hopster uit dat feiten niet volstaan als je mensen van mening wil doen veranderen. “Een effectievere strategie is hen bij de hand te nemen. Ga in gesprek, en betrek daar ook de sociale omgeving bij.” Maar vergeet niet eerst nog even het hoofdstuk Argument uit hardnekkigheid te lezen.

Boekenkrant

De hoofdstukjes zijn afwisselend door Boudry of Hopster geschreven, sommige zijn eerder gepubliceerd in Filosofie Magazine. Na er een paar gelezen te hebben, herken je vaak al na enkele zinnen wie aan het woord is. Boudry schrijft wat persoonlijker, haalt ook geregeld voorbeelden uit eigen praktijk aan. Dat hij hierbij op denkfouten wijst van mensen die met hem in discussie waren, maakt dat hij af en toe wat gelijkhebberig overkomt, maar erg storend is het niet. Een belangrijk deel van de lol in het bestuderen van denkfouten is immers dat je ze daarna bij anderen beter herkent en ze er soms met duivels genoegen mee om de oren kunt slaan.

Een deel van de namen van moderne denkfouten waren me wel bekend, zoals whataboutery, de messiasdenkfout en Loki’s waagstuk, maar bij keerpuntitis, zalmzucht, wafelijzermoraal en de wijbak moest ik toch eerst het stukje lezen om erachter te komen waar ze precies op slaan.

Eerder verschenen in Skepter

Boeken van deze Auteur: