"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Als de tijd daar is

Vrijdag, 26 juni, 2020

Geschreven door: Maurice Blanchot
Artikel door: Elisabeth Francet

Val in de tijd

[Recensie] Onthutst, sprakeloos staan twee mensen tegenover elkaar. Aan de ene kant van de deuropening: Judith, die “op een merkwaardige manier op zichzelf leek”, aan de andere kant: de naamloze ik-verteller. Ze hebben elkaar lang niet gezien. Hij komt voor Judiths huisgenote Claudia. Terwijl ze zwijgend tegenover elkaar staan, komen begraven herinneringen bovendrijven. Ontzetting neemt bezit van de man. ‘Begint het dan weer opnieuw!’ Judith noodt hem binnen.

Frans romancier, filosoof en literatuurcriticus Maurice Blanchot (1907-2003) heeft met zijn onconventionele denken veel invloed gehad op de Franse literatuur. Ten prooi aan een wankele gezondheid, werd hij voortdurend geconfronteerd met de dood. Hij was bevriend met andere dissidente denkers als Emmanuel Levinas en Georges Bataille. Blanchots diverse oeuvre omvat voor de helft beschouwend werk, voor de andere helft literair proza. Zijn tweede roman, Als de tijd daar is (Au moment voulu, 1951), werd zopas met brille vertaald door Kiki Coumans.

In een poging tot rust te komen begeeft de ik-verteller zich in Judiths appartement van de ene naar de andere kamer. Zijn omslachtige, beschrijvende intro verklaart hij met: “Ik heb vaak een oneindig verlangen om het kort te houden, een verlangen dat niet veel oplevert, want het zou te makkelijk voor mij zijn eraan toe te geven.” (Meteen een waarschuwing aan de lezer dat de ik-verteller het op geen enkel moment kort zal houden.)

Wonderlijke choreografie van taal

Boekenkrant

Blanchots roman is een eclectisch kunstwerk, een betoverend curiosum. Je leest de tekst van voren naar achteren en omgekeerd. Je proeft de woorden en beelden, laat ze over je tong rollen, gorgelt, spuugt uit. Naast taal en vorm is er ook inhoud. Die getuigt van zo mogelijk nog meer tovenarij. Want er is iets vreemds aan de hand in deze roman. Er wordt nauwelijks een woord gewisseld. Vrijwel alles wordt ‘gedacht’ door de ik-verteller, in wiens geest iedere beweging, elke gebeurtenis een heroïsche strijd evoceert.

Exploratie van ‘het moment’

Wanneer huisgenote Claudia haar intrede doet, verdwijnt Judith naar de achtergrond. Claudia neemt een vijandige, triomfantelijke houding aan. Ook zij wordt meteen herleid tot een weerspiegeling van de gedachten van de ik-verteller. Zonder duidelijke reden woont het drietal ineens samen in het piepkleine appartement. Een claustrofobische situatie. “De noodzaak had een gevaarlijke wissel op ons getrokken om ons onder één dak te brengen, het zou belachelijk zijn geweest eraan te willen ontsnappen.” Even vraagt de man zich af wat mensen van buitenaf hierover zouden denken. “Waarschijnlijk niets, want ze zagen niets.” Toch lijkt het hem zeker dat een oordeel om hem heen waart.

Blind voor zijn eigen interpretatiedwang, schrijft de man veel van zijn gedachten, gevoelens, intenties, reacties toe aan Judith of Claudia. Hij lijkt zich in drie gesplitst te hebben. Met een overvloed aan woorden en beelden geeft hij vorm aan lichaamstaal en gelaatsexpressies van ieder van hen. Claudia speelt piano en zingt; dat luistert de avonden op. Judith kijkt zwijgend uit het raam. Hij houdt vooral het bed en kijkt naar Judith via Claudia. Zij is het medium dat hem met Judith verbindt. Judiths ongenaakbare gezicht heeft voor hem “de meest vreemde betrekking met de tijd”.

Dat het net op dat ogenblik begint te sneeuwen, komt de man voor als ‘een slecht getimede grap’. Hij voelt zich slecht sinds Judith hem negeert en is onderhevig aan snel veranderende gedachten en gevoelens. Achtereenvolgens wordt hij gegrepen door huivering, ontzetting, een openbaring, woede, irritatie, verwarring. Soms ervaart hij een moment van gelukzaligheid. Het verhaal lijkt wel een voortdurend vertraagd afspelen en terugspoelen van gedachtestromen, gestold in ‘het moment’. De ik-verteller wil vat krijgen op de gebeurtenissen door zich te concentreren op het ogenblik. Mooie momenten moeten vereeuwigd worden.

Val in de tijd

De schok is groot wanneer daar onverhoeds de tijd verschijnt. Volgt een duizelingwekkende val in de tijd. Duisternis en gebrul in het hoofd van de man, want beide vrouwen negeren hem nu en gaan gewoon door met het zetten van thee, het borstelen van elkaars haren, het verrichten van huishoudelijke taken. Ze lopen rakelings langs hem heen “Niemand hier wenst zich aan een verhaal te verbinden”, deelt Claudia hem koudweg mee. Hij ervaart het als een uitputtende krachtmeting.

Blanchots verteller beschrijft de dingen op een manier die aan de dingen voorbijgaat. Hij wil ze benoemen, maar holt ze telkens voorbij. Daardoor moet hij afremmen en de tegenovergestelde richting op hollen. Hij raakt gefrustreerd: “Waarom was ik die brandende fakkel die tot doel had een enkel ogenblik te verlichten?” De lezer heeft geen andere keuze dan te versmelten met de obsessionele belevingswereld van de ik-verteller en mee te gaan in zijn visie op de gebeurtenissen tot hij bijna niemand meer is en afstand neemt van de tijd, van de “vergeefse herhaling van dagen en momenten”.

Wat blijft?

Er blijven nauwelijks concrete gebeurtenissen hangen. Abstracties zweven nadrukkelijk door je hoofd maar haken zich nergens aan vast, net als na een nachtelijke droom die je je levendig voor de geest kunt halen maar niet kunt benoemen. Zodra je erover spreekt, verdwijnt de droom. Het is waar: taal kan dingen nabij brengen, omcirkelen, zelfs aanraken. Maar eenmaal omsingeld door taal, kunnen de dingen ook weer aan elk begrip ontsnappen en je ontredderd achterlaten. Wat blijft, nestelt zich als een idee in de herinnering, een droom in het onderbewuste.

Als de tijd daar is, is een boek ‘hors catégorie’, een monument van en voor taal. Iedere zin sluit naadloos aan op de volgende in een langgerekte, koortsachtige gedachtegang. Deze roman vereist overgave. Een stap in het ongewisse. Dan is het alsof je in een spiraal van taal valt, naar het hart van de tijd, wervelend rond de as van het ogenblik, niet bij machte het te grijpen.


Eerder verschenen op Geen dag zonder boek

Het boek is direct te bestellen bij uitgeverij Vleugels

Boeken van deze Auteur:

Als de tijd daar is