"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Als het nu eens zo is...

Zondag, 19 juni, 2022

Geschreven door: Henk Kroese
Artikel door: Evert van der Veen

Gedichten en gedachten over God

[Recensie] Henk Kroese is PKN predikant in Wijk bij Duurstede en verzamelde in dit boek “Als het eens zo is…” honderd gedichten die voor hem van speciale betekenis zijn; de meeste gedichten dateren uit de 20e eeuw. Henk Kroese ziet God niet als een transcendente persoon of macht maar als iemand die in en onder ons aanwezig is. Zoals hij het uitdrukt “God is dakloze” en heeft mensen nodig om te verblijven. Leo Vroman verwoordt dat treffend: “Poëzie maakt dat (= de goddelijke presentie) bespreekbaar” en de Vlaamse dichter Pieter G. Buckinx verwoordt dat in taal die raakt aan Guido Gezelle in zijn gedicht “Er is iets in de dingen…”

In veel gedichten komt het zoeken naar taal voor God naar voren en dat is voor dichters – in wie Henk Kroese zich herkent – een worsteling, al zijn er ook momenten van vreugde wanneer Gods nabijheid wordt ervaren zoals Bertus Aafjes dat verwoordt als “zien, soms even” en Augustinus ontdekt dat God al naar hem op zoek was in zijn gedicht “Veel te laat heb ik jou lief gekregen”.

Het boek opent met persoonlijke woorden van Henk Kroese: “Dichters hebben mij de jaren door geholpen bij mijn werk als predikant. Ze reikten mij nieuwe woorden en beelden aan om te spreken over God en geloven. Dankzij gedichten vond ik mijn weg in de wonderlijke, woeste en vaak weerbarstige wereld van geloven die de bijbel mij had aangereikt. Ze verschaffen mij taal om de vreugde van mijn geloof én mijn worsteling ermee te herkennen en te verwoorden” (p. 9).

Het boek kent vele registers: op titel en op beginregel van de gedichten, op dichters, op titel van de gedachten en op trefwoorden. Wie zoekt naar een bepaald thema heeft dus tal van ingangen om een passend gedicht te vinden.

Boekenkrant

De gedichten worden vergezeld van poëtische mijmeringen die het gedicht weerspiegelen en waarin Henk Kroese zoekt naar taal voor God met ruimte voor de twijfelende mens zoals in “Zelfs tegen beter weten in” goed naar voren komt.

Onder de dichters zijn bekende namen als Hans Andreus, J.W. Schulte Nordholt, Guillaume van der Graft, Geert Boogaard, Ida Gerhardt en Gabriël Smit die expliciet hun christelijk geloof vertolken terwijl andere dichters als Toon Telligen, Rutger Kopland en Vaclav Havel dat meer verborgen doen.

Het gedicht van Salomo Ibn Gabrirol uit de 11e eeuw is verrassend actueel van taal en inhoud en vertelt over de zoekende mens die God vindt terwijl dichters als Sytze de Vries en Huub Oosterhuis zoeken naar eigentijdse taal voor God. Bij het lied “Ken je mij” had genoemd kunnen worden dat Trijntje Oosterhuis dit zingt. Mooi is de zegenbede van Karel Eijkman voor zijn dochter. Veelzeggend is het gedicht van Anton Korteweg:

          In koele neonletters schrijft U elke avond

          vanaf het hoge dak der Goede Herder-kerk

          dat U mij roept.

          Ik roep U ook wel eens,

          maar uit de diepte.

          Schreeuwend.

          Met mijn stem.

Aangrijpend is het gedicht van Joost Zwagerman dat hij in de laatste maanden van zijn leven schreef met deze woorden: “Dagelijks staat Hij in mij op. Men ziet dat niet” en het gedicht “Lief” waarin hij zich van God verlaten voelt en een beroep doet op zijn geliefde om die lege plaats in te nemen.

Een prachtige bundel met woorden van eigentijdse spiritualiteit waarin veel zoekende mensen die ontvankelijk zijn voor goede taal zich zullen herkennen.