"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Als ik de liefde niet heb

Woensdag, 16 juli, 2014

Geschreven door: Eva van Esch
Artikel door: Carmen Meuffels

De rafelige randjes van de liefde

Ex. Speelbal. Onbereikbare. Indringer. Vreemde. Wie de titels kent van de in totaal vijfenveertig korte hoofdstukken uit Eva van Esch’ debuut Als ik de liefde niet heb, kan vermoeden waar ze over gaan: mannen, affaires, relaties. Wie op basis hiervan zoetsappige verhaaltjes verwacht, vergist zich echter. Van Esch belicht in haar verhalen niet de romantische kant van de liefde, maar juist de grimmige, onvoorspelbare, ietwat duistere kant.

De meeste verhalen zijn geschreven vanuit vrouwelijk perspectief. Deze vrouwelijke vertelsters lijken dikwijls op elkaar: allen zijn ze ontevreden met hun huidige liefdesleven. De één rouwt om haar man, de ander mist haar ex, en weer een ander heeft bindingsangst. Niet alleen hun liefdesleven, maar ook de manier waarop ze zichzelf presenteren, vertoont overeenkomsten: ze doen hun best zo onafhankelijk en onverschillig mogelijk over te komen.

‘En nu ik toch bezig ben: redden hoef je me ook niet. Mijn zelfbeeld staat als een huis, echt, ik red mezelf. Geen idee waarom jullie mannen altijd denken dat ik gedragen wil worden. Dat kinderstemmetje zet ik alleen maar op omdat ik dat grappig vind! En als ik korte jurkjes draag, is dat puur omdat mijn vriendinnen zeggen dat ik het kan hebben.’

De ogenschijnlijk coole vrouw die stiekem op zoek is naar bevestiging van een man: een act die niet alleen gemakkelijk te doorzien is, maar die bovendien te vaak opgevoerd alle mogelijke innemendheid verliest. In het echte leven, en ook op papier. De verhalen van vrouwen die zichzelf met al dan niet gespeelde arrogantie boven hun man/vriend/scharrel plaatsen door op kleinerende toon tegen hem te praten, lijken in al hun banaliteit meer op dagboeknotities dan op literatuur.

Foodlog

Gelukkig heeft Als ik de liefde niet heb méér te bieden. Het overkoepelende thema (problematische liefdesrelaties) blijft weinig hoogstaand, maar dat hoeft ook niet: in hun simplisme komen de betere verhalen juist goed tot hun recht. Van Esch’ directe stijl zonder al te veel poespas past goed bij de sarcastische wending die haar verhalen soms nemen. Wanneer Van Esch op haar best is, kan ze verrassend grappig uit de hoek komen. Een mededeling als ‘Ernst vond dat ik lekker kuste’ wordt dan bijvoorbeeld gevolgd door de droge uitleg: ‘Ik moest wel: zo lang hij niet sprak, hield ik het met hem uit.’

Duistere onderlaag

Origineler en kenmerkender dan dergelijke zinnetjes is de duistere onderlaag die als een rode draad door de verhalenbundel loopt. Mijn favoriete verhaal, ‘Broers’, illustreert treffend hoe een op het oog alledaagse situatie onwaarschijnlijk grimmig verloopt. ‘Broers’ begint met een idyllisch tafereel: de vertelster krijgt visite van de nieuwe vriendinnen van haar broers. Samen bereiden ze het eten voor, de sfeer is genoeglijk. Totdat een van hen vertelt dat ze zwanger is. Dan is er van de (gespeelde) gezelligheid niets meer over en moet de vriendin het ontgelden: ‘Linda of Lea, Lydia, Lara, ja Lara,’ legt namelijk ‘doodleuk haar soeplepel vol resten groene courgettesmurrie en lipstick op mijn wit linnen tafelkleed, ze gaat constant met haar handen door haar haren, alsof ze niet snapt dat je daar een vette kop van krijgt’. Enzovoorts.

De ware aard van de vertelster komt naar voren: ze ontpopt zich van liefhebbende zus tot tante met bijna sadistische neigingen:

‘Ik zal niet verklappen dat hij of zij eigenlijk een foutje was, weliswaar een geslaagd foutje, maar nog steeds een foutje. Ik zal er zijn als zijn of haar mama op een dag haar spullen pakt. Ik zal helpen inpakken – en als haar vertrek nog even op zich laat wachten, zal ik stelselmatig speeltjes van het kind kapottrappen, zodat het leert wat verlies betekent, dan komt dat later niet zo hard aan.’

Als ik de liefde niet heb is niet het soort bundel dat je tot in het diepst van je ziel raakt, dat je wilt lezen en herlezen, daarvoor blijft het merendeel van de verhalen over getroebleerde vrouwen (of mannen) te oppervlakkig. Maar het duistere randje zorgt wel voor een zekere spanning die door Van Esch – wanneer ze op haar best is – op eigenzinnige wijze wordt vastgehouden alvorens te leiden tot een grimmige escalatie.


Eerder verschenen op Recensies


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.