"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Aminadab

Vrijdag, 16 december, 2022

Geschreven door: Maurice Blanchot
Artikel door: Jan Oldenburg

Inpandig zwerven

[Recensie] Het zal je maar gebeuren, verdwalen in een huis dat gewoon niet kán bestaan. De weg kwijt zijn en je afvragen of je nu werkelijk binnen bent, of dat gedachten bij het bekijken van een schilderij met je bevattingsvermogen aan de wandel zijn gegaan. Wie Aminadab van Maurice Blanchot leest zal zich moeten zekeren: het boek speelt een spel met de realiteitszin. Alsof je naar een schilderij van Carel Willink kijkt, neorealisme. Elk onderdeeltje is er, alles wordt nauwkeurig neergezet, en tóch. Toch wordt het onwerkelijker als je het geheel bekijkt. Dat overkomt ook Thomas, de hoofdpersoon van Aminadab. Hij komt al snel terecht in een ruimte waarin een atelier van een kunstschilder lijkt te zijn gehuisvest. Het wordt een Droste-effect van de onwerkelijkheid. De conciërge van het pand ontpopt zich als schilder en portretteert Thomas, die daardoor zelf ook onwerkelijk wordt.

Droste-effect
Hoe verder? Lezen we vanaf nu de belevenissen van de hoofdpersoon, of toch die van de persoon op het net geschilderde portret van de hoofdpersoon? Ze verweven zich, portret en realiteit worden één. Zoals we alle blikjes cacao op het cacaoblik zien in één enkele blik. Het is compleet nu, Blanchot heeft de hele roman uit elke schijn van werkelijkheid getrokken. Er is een nieuwe ruimte gecreëerd, een “literaire ruimte” waar Thomas ons doorheen leidt. Aan de hand, zoals hij zelf door een bewoonster van het niet-bestaanbare huis wegwijs wordt gemaakt. Het dienstmeisje opent alle deuren op een verdieping, alleen de deur die een uitweg zou moeten leveren blijft gesloten. Thomas kan het huis niet verlaten, de deur kan alleen vanaf de straat worden geopend. ”Zij is alleen voor voorbijgangers bedoeld, en voorbijgangers hebben ook hun besognes.” En wie weet nog dat Thomas die ook had, toen het boek pas was begonnen? Hoe anders is zijn situatie nu, hoe anders is ook de beleving van de lezer. De hoofdpersoon werd van buitenstaander tot ingewijde, geldt dan een soortgelijke metamorfose ook voor de perceptie van de lezer?

Escher
Wie dit boek leest als een gewone roman zal niet bepaald het gevoel hebben gekregen te doorzien hoe het huis in elkaar steekt. En dat kan ook niet; het is een onmogelijk huis, zoals het trappenhuis van Maurits Escher (“ Klimmen en dalen”) niet kán bestaan. Maar de lezer zal zich, net als Thomas, van de buitenwereld hebben afgesloten. Juist doordat alles in het boek naar het onwerkelijke wordt getrokken krijgen we de kans om via de gebeurtenissen in Aminadab een nieuwe belevingswereld op te bouwen. Een wereld voor onszelf, waarin gedachten zwerven door onbestaanbare constructies. En dat boeit. Dat maakt nieuwsgierig naar wat dit boek nog meer ter ontdekking aanbiedt. Misschien is de hoofdpersoon niet iemand met wie de lezer zich gemakkelijk kan vereenzelvigen, maar … Maar zou het niet zo kunnen zijn dat Thomas in werkelijkheid niemand anders is dan de lezer zelf? Dat het huis staat voor de literaire wereld en de bewoners ervan in feite de boekenschrijvers representeren? Het lijkt de enige manier waarop de totale vervreemding die Blanchot voorschotelt toch nog “eigen” kan worden gemaakt.

Filosofische achtergrond
Zonder dit idee, deze misschien wat filosofische achtergrond, is Aminadab een erg aantrekkelijk boek dat de lezer mee zal nemen op een inpandige zwerftocht. De belevenissen van Thomas zijn, ook als men er verder niet over na wil denken, op z’n minst wonderlijk te noemen en zetten hier en daar de lachspieren aan tot activiteit. Vereenzelviging met de hoofdpersoon is dan wel wat lastig, daartegenover staat dat Thomas best in staat is de sympathie van de lezers op te wekken.

Scheppen van een nieuwe ruimte
Maar ik blijf het gevoel houden dat dit boek wel degelijk is geschreven met de bedoeling dat de lezer er méér achter zoekt en niet blijft hangen in het ‘oppervlakkige’ van het verhaal. Thomas slaagt er tot het einde aan toe namelijk niet in ook maar iets te lezen. Terwijl er wel degelijk wat te lezen zou moeten zijn: plakkaten aan muren, de labels op de kleren die de bewoners dragen, bladzijden in een aantekeningenboekje, alles is uitgewist of onleesbaar. Wat heeft dat te betekenen? Wie weet dat Maurice Blanchot (1902 – 2003) voornamelijk bekend is geworden als literatuurcriticus en –filosoof kan zich indenken dat dergelijke, op zich schijnbaar onbeduidende details bij elkaar gevoegd wel degelijk iets te betekenen hebben. En als schrijver van de tamelijk gecompliceerde literatuurtheorie L’espace lítteraire (‘De literaire ruimte’) kan hij bijna niets anders gewild hebben dan juist dat scheppen van een nieuwe ruimte. Aminadab is niet in hoofdstukken onderverdeeld, maar na iedere scène waarin de onleesbaarheid optreedt, wordt op die manier wel degelijk een nieuwe sequentie ingeleid, alsof het een film betrof. Dat is de kracht van dit boek, het leest als een film.

Heaven

Eerder verschenen op Elders Literair

Boeken van deze Auteur:

Als de tijd daar is