"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Andere kost: Pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem

Dinsdag, 14 september, 2021

Geschreven door: Jaap Seidell, Jutka Halberstadt
Artikel door: Hans Dagevos

De voedselnood­toestand uitgeroepen

[Recensie] Andere kost bestaat uit achtentwintig korte hoofdstukken die veelal eerder als artikel in Het Parool zijn verschenen. 

Weliswaar passeert een keur aan onderwerpen de revue, maar de auteurs Jaap Seidell en Jutka Halberstadt blijven vooral dicht bij hun vakgebied van voeding en gezondheid. Dit maakt dat het voedselsysteem, waar hun pleidooi getuige de ondertitel op gericht is, verre van volledig wordt bekeken en becommentarieerd.

De negatieve impact van ongezond eten is enorm. Seidell en Halberstadt zien met lede ogen aan dat de stille epidemie van ongezonde eetpatronen maar niet de benodigde politieke en maatschappelijke urgentie krijgt. De coronapandemie heeft weer eens duidelijk gemaakt dat met name de mensen die te kampen hebben met ernstig overgewicht of diabetes type 2 kwetsbaarder zijn bij een virusinfectie en verhoogd risico lopen op ziekenhuisopname en overlijden.

Consumentenbescherming

Boekenkrant

We eten onszelf ongezond. De hoge mate van consumptie van bewerkt voedsel leidt tot verhoogde voedingsgerelateerde gezondheidsrisico’s. Toch worden de oorzaken in de voedingsmarkt op hun beloop gelaten terwijl de gezondheidszorg de focus richt op curatieve zorg.

De nadruk moet komen te liggen op een voedselomgeving die niet gedomineerd wordt door gemaksvoedsel en die consumenten betere bescherming biedt tegen onze gezondheid bedreigende verleidingen. Ontmoedigen van consumptie van ongezond – in het bijzonder: ultrabewerkt – eten betekent “het invoeren van prijsmaatregelen en het inperken van de beschikbaarheid en marketing ervan” (p. 132).

Leefstijlbegeleiding

In het zorgsysteem wordt primair vertrouwd op medicijnen en chirurgische ingrepen om het leed te verzachten. Preventie in de vorm van leefstijlbegeleiding is nog bescheiden en wordt soms als getut weggezet. Maar de auteurs overtuigen dat veel gezondheidswinst is te boeken als mensen intensiever en langduriger begeleid worden. En dat hoe langer er wordt gewacht om op voorzorg in te zetten, hoe duurder de zorg en hoe groter het fysieke ongemak en het sociale en mentale leed (gewichtsdiscriminatie, stress, eenzaamheid).

Om gevolgen anders aan te pakken is een omgekeerde zorgpiramide nodig met aan de basis veel geld en aandacht voor het gezond houden van mensen en in de top de gespecialiseerde medische zorg voor ernstig zieke mensen.

Voortmodderen

Andere kost gaat in feite om de verbazing, om niet te zeggen: de verbolgenheid van de auteurs dat niet op oorzaken maar op gevolgen wordt geacteerd. En dat op een manier die geen recht doet aan de ernst van de ‘voedselnoodtoestand’ (p. 201), maar zich kenmerkt door doekjes voor het bloeden, vrijblijvende zelfregulering en voortmodderen zonder dat gestelde doelen voor een gezondere bevolking worden gehaald. Stevige analyse in klare taal die de vinger op diverse zere plekken legt.

Toch boet het pleidooi aan kracht in door tenminste twee punten. Ten eerste omdat het accent meer op het zorgsysteem dan op het voedselsysteem ligt. Het actuele woord ‘kringlooplandbouw’ valt bijvoorbeeld niet en veel oog voor boer of verduurzaming van voedselproductiemethoden is er evenmin.

Ten tweede omdat, de ferme woorden ten spijt, uiteindelijk wordt uitgekomen bij het rentmeesterschap. Het verleden leert dat hier zich toch moeilijk de voor een gezonde toekomst benodigde vooruitstrevendheid in zal laten vinden.

Eerder verschenen op EVMI