"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Anéantir

Vrijdag, 13 mei, 2022

Geschreven door: Michel Houellebecq
Artikel door: Chris Reinewald

Houellebecq ontdekt wat Liefde is

[Recensie] Met Anéantir – zijn dikste roman tot nu toe – schreef Michel Houellebecq een 21ste eeuwse ‘tragi-comédie humaine’. Hij strooit daarin minder met vileine grappen en Islam- homo- en vrouwonvriendelijke opmerkingen dan gebruikelijk. De dystopie uit zijn vorige romans werd in Anéantir een drenzende dreiging. Wonderwel weet Houellebecq dit keer te ontroeren.

Bij de verantwoording op de laatste pagina 734 schrijft Houellebecq dat “het is tijd om op te houden.” Een Duitse recensent van zijn daar al vertaalde boek concludeerde daaruit dat Houellebecq zou stoppen met de schrijverij. Werkelijk? De schrijver lijkt zo eerder te erkennen dat hij flink de tijd nam om zijn verhaal te vertellen; al helpt het dat hij vanaf het midden in compacte 10-paginahoofdstukjes schrijft.

De mooie, witte “bakstenen hardcover”, nodig om de 700 pagina’s fysiek hanteerbaar te houden, begint op een depressief makende novembermaandag, die “alleenstaanden het gevoel geeft in de gang naar de dood te staan.” Anéantir volgt een jaar uit het leven van een triestige topambtenaar, zo wordt na enige hoofdstukken duidelijk. Een bijfiguur – zo blijkt later – ziet in de Parijse metro een mysterieus schema met geheimschrift; afgedrukt in het boek.

In het jaar van handeling, 2027, gaat de Franse samenleving geroutineerd om met dreigingen. Paniek zoals bij terreuraanvallen in de jaren 10 blijft uit. Op internet circuleert een filmpje waarin extremisten de Franse minister voor economie, Bruno Juge (= rechter) met een guillotine lijken te onthoofden. Ook deze valbijl staat afgebeeld. Opmerkelijk, want als minister en mens komt Bruno tamelijk kleurloos over. Hij is de meerdere van hoofdpersoon Paul Raison (= rede). De mannen onderhouden een broederlijke vriendschap met elkaar. Anders dan Houellebeqiaanse vorige hoofdrolspelers, afspiegelingen van hemzelf, staat Paul niet alleen in het leven. Hij heeft een liefhebbende vrouw, een zus, broer en hun partners. Zowel Bruno als Paul verruilden privéleven voor werk. Alleen op een buitenlandse missie springen ze wel eens (seksueel) uit de band.

Boekenkrant

Bruno bewoont een appartement in het ministerie met uitzicht op de Seine, zodat hij, wanneer hij maar wil, zijn dossiers kan doorlezen. Paul keert wèl ongeregeld terug naar zijn huis in Bercy, waar hij met zijn vrouw Prudence (= voorzichtigheid) in een lat-relatie is terecht gekomen. Ze slapen niet meer samen en leven als passerende schepen in de nacht. Ergens sluimert nog iets van hun jeugdliefde en hun vakantieseks op Corsica.

Wicca en walvissen
In het eerste, politieke deel ventileert Houellebecq zijn ergernis over geïnstitutionaliseerd neoliberalisme. Frankrijk staat voor nieuwe presidentsverkiezingen nadat in 2022 – inderdaad – de niet met naam genoemde Macron herkozen is. Nu, vijf jaar erna, zal hij terugtreden. Zijn potentiële opvolger doet aan yoga om met wijd gespreide armen dynamisch zijn kiezers tegemoet te treden. Voor de politieke correctheid huurde de partij een gesluierde pr-dame in: Houellebecq-humor.

Zijn personages typeert Houellebecq met saillante, vaak wijdlopige trivialiteiten. Een keer komt Paul onverwacht eerder thuis en treft zijn vrouw die bij walvisgeluiden zit te mediteren. Dat zij wicca, witte magie beoefent, neemt hij, redelijk als hij is, voor kennisgeving aan.

Zonder daar vervolg aan te geven doorspekt Houellebecq het verhaal met Pauls irreële dromen, die zo bijdragen aan een omineuze sfeer.

Zijn persoonlijke zingeving als agnost met katholieke opvoeding krijgt een impuls als Paul naar zijn geboortestreek geroepen wordt. Hun bejaarde vader, ooit ook in regeringsdienst, ligt in coma. Hij verblijft in een ziekenhuis dat met boekhoudkundige efficiëntie wordt gerund.

Paul blijkt dan een on-Houellebecqiaanse figuur: geen gefrustreerde eenling, maar een latente familieman. Zijn katholieke zus en een werkeloze notaris als zwager blijken brave Marine Le Pen stemmers uit de provincie. Hun studerende dochter bekostigt haar hippe Parijse flatje als bekwaam sekswerkster.

Een zachtaardige jongere broer zucht als monumentenrestaurator onder een louter op prestige geschoeid cultuurbeleid. Zijn dominante vrouw is een linkse weekbladjournaliste. Het ingedutte echtpaar adopteerde een Afrikaanse jongen als zoon. In zijn overpeinzing geeft Paul er een positief bedoelde, maar racistische draai aan. Zijn broers fysieke onvermogen dwong zijn vrouw ertoe een viriele donkere jongen te adopteren, waardoor zij de familie biologisch sterk houdt.

Allen verzamelen zich om de oude vader. Na de dood van zijn beeldhouwende echtgenote, de moeder van zijn kinderen, hertrouwde vader een jonge vrouw. Een Senegalese verpleegster is erg met hem begaan. Paul spreekt liefdevol over haar.

Balzac, Mauriac, Pascal, Sartre, Brel
En zo belanden we in een degelijk Frans plattelandsfamilieroman. Denk aan de midden 19e eeuwse Honoré de Balzac en – een eeuw later, Octave Mirbeau of de katholieke auteur François Mauriac.

Andere invloed – zoals in Soumission hiervoor – is Joris-Karl Huysmans, die zowel over paranormale als zwaar katholieke kwesties (en kleurloze ambtenaren) schreef. De wiskundige en katholieke filosoof Blaise Pascal wordt weer geciteerd en inspireerde tot de onverwachte lotsbestemming van Paul.

Ongetwijfeld verwijst het ‘néant’ (= het niets) uit de titel Anéantir (= nietig maken) aan Sartre’s filosofische sleutelwerk L’être et le néant (= Het zijn en het niet, 1943). Sartre stelt in zijn existentialistische leer dat een mens pas met zijn dood zijn karakter vormt en daarom bij leven zijn lot in eigen hand moet nemen door verantwoordelijke keuzes te maken.

Pauls levenswandel getuigt echter aanvankelijk van weinig daadkracht. Dat verandert als de familie de uit zijn coma ontwaakte vader uit het ziekenhuis wil hebben, wat tegen de regels is.

Paul regelt een onduidelijk groepje activisten die vader naar zijn eigen huis ontvoeren. Daar zegt de aangenomen kleinzoon hardop wat iedereen denkt: is vegeteren nog een acceptabele toestand van het zijn?

Het teruggekeerde familiegevoel schudt het libido van Paul en zijn jongere broer wakker – met verschillende gevolgen. Vervolgens krijgt Paul bij de tandarts een nare mededeling.

Ofschoon Paul nog 50 moet worden citeert Houellebecq de zanger Jacques Brel met Les Vieux en Le Moribond. Jacques Brel – Les Vieux (Live officiel Casino de Knokke 1963) – Bing video. Jacques Brel – Le Moribond [1961] – YouTube

In de laatste aangrijpende hoofdstukken hervindt Paul zijn liefde voor Prudence, zich uitend in haar empathische onderwerping (soumission) aan hem. Ondanks zijn verslechterende conditie beleeft zijn mannelijkheid, dankzij Prudence’s erotische technieken, een wonderbaarlijke wederopstanding.

Alleen maar liefde
In Anéantir zet Houellebecq vele lijntjes uit maar maakt die niet af. De diverse dreigingen – de video met de pseudo-executie, een aanval op een Deense spermabank en op schepen, een veroorzaakt politiek schandaal – blijven boven het verhaal hangen. Door de perspectiefwisseling naar de familieproblematiek suggereert Houellebecq dat wereldproblemen in het niet vallen bij je privé-leven.

Aan het eind lees je tussen de regels Brels Quand on a que l’amour. Jacques Brel Quand on n’a que l’amour live YouTube – Bing video. (“Wanneer we alleen maar liefde hebben om aan te bieden bij het uiteen gaan op de dag van onze grote reis”)

Of Houellebecs late bekering tot de Liefde tot zijn zelfvernietiging als schrijver leidt, blijft de vraag, maar is natuurlijk niet te hopen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

De Nederlandse vertaling van de hand van Martin de Haan verschijnt in december van dit jaar bij De Arbeiderspers