"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Angèle

Vrijdag, 28 juni, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Marnix Verplancke

Duistere krochten van de ziel

De eerste zin:

“Het is jammer dat ze zo eindigden.”

[Recensie] Psychotherapeute Saskia is na een paar maanden out geweest te zijn voor het eerst weer op weg naar het werk. Ergens is er iets fout gelopen tussen haar en een van haar patiënten, lees je tussen de regels, maar wat precies kom je in Siel Verhannemans debuutroman Of iedereen gaat dood slechts mondjesmaat te weten.

Dat het iets met Lander te maken heeft, een jongeman die met psychische blokkades kampt en deze probeert te overwinnen door bezwerende rituelen uit te voeren, is duidelijk. De eerste keer dat het hem overkwam zat hij op de rand van zijn bed toen het idee in hem opkwam dat hij naar café Bertrand moest gaan of dat zijn oma anders zou sterven. Dus deed hij dat, en doet hij dat sindsdien nog steeds, waar hij steevast op zijn zelfde stekje gaat zitten. En zo heeft hij wel meer mantra’s die ervoor zorgen dat zijn vroegere liefjes niet sterven of dat uiteindelijk niet iedereen dood gaat.

Boekenkrant

Verhanneman kennen we vooral als dichter van twee bundels waarin ze bijzonder direct en oprecht over verlies en verdriet schrijft. Het is een thema dat ook in haar debuutroman terugkeert, want wanneer Saskia Lander naar de relatie met zijn vader vraagt, zegt deze alleen maar dat hij een stille was en inmiddels dood is. Grootmoeder vormt zijn veilige plek, voegt hij er nog aan toe. Het is een bekentenis die bij Saskia meer losmaakt dan haar lief is, want ergens herkent ze iets in Landers verhaal, een overeenkomst die de twee dichter bij elkaar brengt en er uiteindelijk toe zal leiden dat de therapeute verloren zal lopen in haar eigen hoofd.

Of iedereen gaat dood leidt aan een paar debutanteneuvels. Te veel poëzie en te veel gezochte beelden zijn er daar twee van. Te veel niet ter zake doende beschrijvingen ook, al is dat toch vooral een zaak van het eerste kwart van deze roman die duidelijk groeit naarmate Verhanneman dieper in de troebele geesten van haar personages duikt. Van de weeromstuit gaan deze minder over zichzelf filosoferen, bewegen ze zich verder weg van de afgrond van de sentimentaliteit en geven ze Verhanneman de kans om strakker te schrijven.

3 vragen aan Siel Verhanneman

Omgaan met gestorven geliefden ken je van dichtbij. Je verloor je vader en je zus. Hoe autobiografisch is je roman daardoor geworden?

Verhanneman: “Als zij nog zouden leven, had ik nu geen boek, want sinds hun dood ben ik veel meer gaan schrijven. Zelf zit ik daar in feite wel wat mee, omdat ik soms het gevoel heb te teren op hun dood. Anderzijds vind ik verdriet en rouw ook intense emoties. Kunst met een rouwrandje trekt me aan. Pijn kan mooi zijn. De leegte die mijn vader en zus achterlieten probeer ik op te vullen met schrijven, denk ik. Mijn vader schreef voor de Krant van West-Vlaanderen. Dat ik mijn gemis kan uiten op een manier waarmee hij iets had, speelt ook een rol.”

Is schrijven voor jou dan een manier om met je doden te leren leven?

Verhanneman: “Wellicht, al duurt het gevoel dat ik door het schrijven met mijn verdriet kan leven nooit echt lang, niet langer dan het schrijfproces zelf. Schrijven is dus geen oplossing, maar het moet wel gebeuren. Anderzijds koester ik mijn verdriet en mijn gemis ook. Ik wil die gevoelens niet van me afschrijven, omdat ik bang ben dat wanneer ik ze kwijt zou zijn ik ook mijn vader en zus definitief verloren zou hebben. In feite is het dus dubbel, en schrijf ik ook om het verdriet en het gemis in leven te houden. Je bent nog niet klaar om die gevoelens los te laten, zouden sommige mensen misschien opmerken, maar ben je daar ooit echt klaar voor?”

“Nergens voel je je zo zelfverzekerd als binnen je eigen verzinsels,” zegt een van je personages. Was het schijven van je roman een manier om je zelfverzekerd te voelen?

Verhanneman: “Er waren momenten dat ik zo intens opging in het schrijven dat ik er spierpijn van kreeg. Nadien had ik dan steevast het gevoel dat ik echt weg was geweest. Over Saskia en Lander zou je hetzelfde kunnen beweren, dat ze in hun eigen hoofd vluchten, en daar perfecte mensen kunnen zijn. Zelf heb ik ook die neiging, en dat lukt kortstondig, om daarna weer te ontwaken in de onzekerheid van het echte leven. Als je niet goed over je gevoelens kunt praten is dat wellicht de makkelijkste weg, maar als je dat blijft doen, kom je er ook psychisch in vast te zitten.”

Eerder verschenen op Knack Focus

Angèle