"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Anna

Vrijdag, 4 januari, 2019

Geschreven door: Niccolò Ammaniti
Artikel door: Lalagè

Kinderen aan de macht

[Recensie] Niccolò Ammaniti is in ons land één van de bekendste en geliefdste Italiaanse schrijvers. Eerder las ik van hem Ik haal je op, ik neem je mee, wat ik een aardig boek vond, maar niet zo geweldig dat ik meteen meer van hem wilde lezen. Eigenlijk begreep ik zijn populariteit niet zo goed. Met zijn nieuwste boek stapt hij in een nieuw genre: de dystopie. Dat maakte mij nieuwsgierig en ik deed mee met een winactie van Libris op twitter, die ik prompt won. Een gesigneerd exemplaar van Anna viel in mijn brievenbus. Het duurde een paar maanden voor ik erin begon. Misschien aarzelde ik een beetje, was ik bang voor een tegenvaller. Ik kan al verklappen dat dat niet terecht was.

Anna woont op Sicilië met haar ouders en broertje Astor. Als ze negen jaar is (en Astor vier) breekt er een dodelijk virus uit. Vanwege de lange incubatietijd verspreidt het zich snel over de hele wereld. Het virus veroorzaakt rode vlekken, hoge koorts en is dodelijk. Het heeft echter geen vat op kinderen tot veertien jaar, wat waarschijnlijk te maken heeft met geslachtshormonen die dan nog niet actief zijn. De moeder van Anna en Astor wordt ook ziek. Ze schrijft nauwkeurige instructies in een schrift voor als ze er straks niet meer is. Anna belooft aan haar moeder dat ze voor haar broertje zal zorgen.

Langzamerhand sterven alle volwassenen en de kinderen blijven over. In het begin blijven Anna en Astor thuis, maar na een tijdje gaat zij naar buiten om eten en andere zaken zoals batterijen te zoeken. Astor moet thuisblijven en ze dreigt met rookmonsters die hem zullen opeten als hij ontsnapt. Ze ontdekt dat er grote branden woeden, die delen van Sicilië zwart blakeren. Onder de kinderen ontstaat een soort ruilhandel in moeilijk verkrijgbare zaken, maar er is voorlopig nog genoeg eten te vinden in verlaten huizen en winkels. Nouja, verlaten, regelmatig komen ze lijken tegen, die vaak al tot skeletten zijn vergaan. Ammaniti heeft zich goed ingeleefd in de situatie en beschrijft het zeer realistisch. Etta Maris heeft voor een soepele vertaling gezorgd.

Er gaan allerlei geruchten over genezing van het virus. Grote mensen zouden een vaccin hebben ontwikkeld. Andere verhalen gaan over een hotel in de buurt waar genezing te halen is. Astor wordt ontvoerd en Anna gaat hem zoeken; zo komt ze in dat hotel terecht. Daar zijn een paar kinderen de baas. De vele anderen worden in toom gehouden met een soort slaapdrank en eten. De sfeer is luguber. Maar Anna is inmiddels vrienden geworden met een hond die ze Knuffel noemt en die haar beschermt. Die hond speelt in het boek een belangrijke rol en ik vind dat mooi gedaan.

Boekenkrant

Anna is een dapper meisje. Ze is een kind en natuurlijk soms wat naïef, maar ze weet zich heel goed te redden en voelt zich erg verantwoordelijk voor haar broertje. Wat mij opvalt is dat het woordgebruik wel heel volwassen is, met prachtige metaforen. Dat past niet bij een meisje van dertien, maar daar moet je maar niet te lang bij stilstaan. Het verhaal is steeds spannend genoeg om te willen doorlezen. Het duurt dan ook niet lang voordat ik het uit heb. Anna is een heel sterk verhaal en ik begrijp nu eindelijk waarom Ammaniti zo populair is.

Eerder verschenen op Lalagè leest

Boeken van deze Auteur: