"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Antoinette

Vrijdag, 12 juli, 2019

Geschreven door: Robbert Welagen
Artikel door: Marnix Verplancke

Waar blijft zij?

De eerste zin:

“Voor de ingang, op de hoogste trede van de marmeren trap, zit een meisje.”

Op een terras net naast het okergele thermaal bad in het centrum van Boedapest zit een man. Hij zit er al een paar uur. Hij heeft afgesproken met Antoinette, maar de vrouw komt niet opdagen. Wanneer de ober hem zegt dat ze gaan sluiten, stapt hij het bad binnen, observeert hij de andere gasten en laat hij zich masseren. Het zijn activiteiten waar hij met zijn hoofd niet echt bij is, want steeds wordt hij teruggetrokken naar wat zeven jaar eerder gebeurde, toen hij voor zijn werk in Boedapest was, er de eveneens Nederlandse Antoinette tegen het lijf liep en het meteen klikte. Ook toen wachtte hij op haar op dat terras.

In Antoinette vertelt Robbert Welagen het verhaal van de tussenliggende zeven jaar, van het huwelijk van Antoinette en de verteller, van hun eerste flat, hun wensen en verlangens, en van die twee lege stoelen aan hun tafel. Want wat ze ook deden, Antoinette werd maar niet zwanger. Ze probeerden alle mogelijke middelen en trokken zelfs naar Düsseldorf omdat een ziekenhuis daar hen een laatste flintertje hoop bood, maar tevergeefs. Antoinette is daardoor ook het verhaal van een uitdovende relatie, en van het verlies van wat de twee personages nooit hadden, een meisje met een diadeem in het haar en een jongen met een stripboek in de handen.

Boekenkrant

Robbert Welagen is een van de grootste Nederlandse stilisten die met dit breekbare kleinood nog maar eens bewijst dat er over het kleine soms meer wezenlijks te vertellen valt dan over het grote. Hij is een bescheiden man die schrijft over bescheiden mensen, die tevreden zijn met het oprapen van kiezelstenen op een strand, wetend dat na hun dood iemand die stenen terug zal leggen en dat hun passage op deze aarde dus geen wezenlijke veranderingen teweeggebracht zal hebben.

Wie Antoinette leest moet bereid zijn even zijn beschermende schild opzij te leggen en zich open te stellen voor tegenslag en verdriet, en voor medeleven ook, want je kunt niet anders dan meegaan in het verhaal van de hoofdpersonages. “Soms heeft een mens behoefte aan een plek buiten de dagelijkse orde, een plek van troost,” schrijft Welagen. Antoinette biedt zo’n plek.

3 vragen aan Robbert Welagen

Gaat uw boek au fond niet over de machteloosheid van de mens?

Welagen: “Wat mijn personages overkomt zou iedereen kunnen overkomen. Ze verliezen elkaar immers niet omwille van iets wat een van hen heeft gedaan, maar door iets wat buiten hen om gaat, het ongrijpbare waar ze geen macht over hebben. Vandaag geloven we heel erg in de maakbaarheid van het leven, van natuur, wegen, gezondheid en geluk. Daar ben ik sceptisch over. Je kunt wel iets willen en je kunt denken dat de medische wetenschap je daarbij kan helpen, maar uiteindelijk loop je tegen een grens aan. Het leven is gewoon niet zo maakbaar als men ons wil doen geloven. En dat kan tot pijnlijke consequenties leiden, want als iets lukt kun jij die pluim op je hoed steken, maar als iets mislukt, draag je daar ook de verantwoordelijkheid voor. Als je mislukt op je werk ligt dat aan jou, terwijl dat in realiteit misschien helemaal niet zo is. Door onszelf de hele tijd als het centrum van het universum te zien, komen we onder heel veel druk te staan. We zijn gewoon veel te streng voor onszelf.”

En dus schrijft u over de schoonheid van het verdriet?

Welagen: “Mijn boek is een eerbetoon aan Antoinette en aan het verlangen en het verdriet rondom haar. Wellicht heeft de locatie er ook veel mee te maken, dat badhuis in het park in Boedapest. Zelf woon ik vrij centraal in Nederland, in de bossen, en dus niet in Amsterdam. Ik schrijf graag, maar ik hoef daarom nog niet meteen gezien te worden. Ik zit anders in elkaar. Ik vind het fijn wanneer een boek iets geeft aan een lezer, troost of schoonheid, en dus niet alleen maar neemt. Het beeld dat ik van mijn ideale lezer heb, is iemand die ’s nachts niet kan slapen. Waar heb je dan behoefte aan? Misschien wel aan een boek als dit, aan een boek dat je openslaat en je meezuigt in het verhaal, en waar je tegelijkertijd ook iets wezenlijks in aantreft. Misschien geef ik de lezer daar wel iets mee, een soort troost of een schoonheidservaring.”

Maar geen geluk?

Welagen: “Wat moet je ermee, met het woordje geluk? Daar ben je snel over uitgeschreven.”

Eerder verschenen op Knack Focus

Boeken van deze Auteur:

Antoinette

In goede handen

De nachtwandeling

Het verdwijnen van Robbert