"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

#Arabier&Seculier

Zondag, 12 juli, 2020

Geschreven door: Eva Ludemann
Artikel door: Marcel Hulspas

“Toen ik dertien was begon ik over godsdienst na te denken en er over te lezen. Na een tijdje kreeg ik twijfels en begon ik me af te vragen of Allah eigenlijk wel bestond. Ik ging overal aan twijfelen maar zei niets, Ik durfde mijn gedachten nooit te uiten, tegen niemand. Mijn familie zou eindeloos tegen me tekeergaan en ik vertrouwde mijn vriendinnen niet. Ik was bang hoe mijn vrienden zouden reageren als ze mijn ware gedachten kenden; ik droeg nota bene de hijab (hoofddoek)! Mijn familie bleef ondertussen maar aan mijn hoofd zeuren, over de muziek waar ik naar luisterde, dat mijn kleren niet lang en wijd genoeg waren, het was nooit goed genoeg. Er was ook zo’n druk om niets te dragen waardoor ook maar één man naar mij zou kijken; ik was ervan overtuigd dat het mijn schuld zou zijn als ik door mannen lastiggevallen zou worden. Dat gebeurde toen ik achttien was, in een bus…”

[Recensie] Het is het relaas van Rula, uit Libanon. Na afloop van de aanranding in de bus was ze er heilig van overtuigd dat ze zélf schuld had, dat het door haar kleding kwam. Ze vertelde een vriendin wat er was gebeurd. En die vertelde hetzelfde.

Op een dag kreeg journalist Eva Ludemann een tweet onder ogen: “Bedankt IS, er zijn nog nooit zoveel moslims van hun geloof gevallen!” Zou het waar zijn, vroeg ze zich af. Ludemann heeft jaren in het Midden-Oosten gewoond, en de regio vele malen doorkruist. Maar atheïsten was ze nog nooit tegengekomen. Velen dronken, rookten, aten stiekem tijdens de ramadan – maar ze zeiden allemaal dat ze moslim waren, En toch, ten tijde van de Arabische Lente, en gedurende de weken dat Ludemann op en rond het Tahrirplein te vinden was, merkte ze dat er vaak openhartig over het geloof werd gediscussieerd. Oude dogma’s werden ineens ter discussie gesteld. En dus besloot ze op een gegeven moment op zoek te gaan naar die ‘afvalligen’. En kwam ook in contact met Rula.

Het is een eenzaam en gevaarlijk bestaan, dat van atheïst in het Midden-Oosten. Afvalligheid is een van de grootste zonden binnen de islam. Daar staat in de Koran de doodstaf op. Alleen al het achteloos voorbijkomen van de ene verboden gedachte, dat Allah misschien niet bestaat, kan bij kinderen en pubers doodsangsten oproepen: nu worden ze een aap! Nu gaan ze vast naar de hel! Die angst zit er diep in. Evenals de overtuiging dat atheïsten levensgevaarlijk zijn. De overgrote meerderheid van de inwoners aldaar zegt dan ook dat atheïsten ter dood veroordeeld moeten worden. Wie voor zijn atheïsme uitkomt, verliest zijn vrienden en familie en is zijn leven meestal niet zeker. Moeders huilen aan een stuk door, en schreeuwen dat je in de hel komt – de angst voor de hel is er bij de oudere generaties nu eenmaal stevig ingeramd. Vaders, broers en zusters zijn als de dood dat zoiets algemeen bekend wordt. En nemen passende maatregelen:

Archeologie Magazine

“Toen mijn vader me had betrapt, sloeg en trapte hij me in elkaar en sloot me een week op in mijn kamer.” (Mina, uit Saudi-Arabië)

De een begin te twijfelen op louter logische gronden; of omdat hij onverwacht een totaal ander geluid hoort of leest – wat niet vanzelfsprekend is in de zwaar gecensureerde, ‘boekarme’ islamitische cultuur. Neem Mohammed uit Irak. Hij was een orthodoxe moslim:

“Maar niet lang nadat [mijn vader] was overleden, ontdekte ik Omar Khayyam, een Perzische dichter, filosoof en wiskundige die zo’n duizend jaar geleden leefde. Hij zei: ‘Niemand weet wat er na de dood is.’ Hij inspireerde mij en werd mijn profeet. ‘Je moet je eigen leven leiden en niet anderen volgen die zeggen dat je aldoor moet bidden’, ze hij ook. Toen ben ik mijn geloof kwijtgeraakt.”

Een ander ontdekt op een gegeven moment dat de islam, die hem altijd zo vredig en zoetig had geleken, in feite heel gewelddadig is, of kan zijn. Een derde weigert te geloven dat Allah vrouwen zou vernederen of discrimineren, of dat Allah het accepteert dat homo’s vermoord worden. Na een lange en vaak pijnlijke periode van twijfelen, volgt dan die eenzame stap de duisternis in. Omdat er geen weg terug is.

De door Ludemann verzamelde verhalen komen sterk overeen, maar zijn ook stuk voor stuk indrukwekkend. Geloof, angst, traditie, repressie, armoede: een scala aan krachten houdt de kurk stevig op de fles. Ludemann vergelijkt de huidige situatie dáár met die in Europa, vroeger. Met de waanzin en de vervolging van de Wederdopers, met het leven van haar ouders en grootouders. Das War Einmal. Maar waar wij van dat juk zijn verlost, is de situatie dáár de afgelopen decennia er niet beter op geworden:

“Egypte, Marokko, Jordanië, Saudi-Arabië, Tunesië, Palestina, Libanon, Syrië… ik ben in al die landen geweest en heb gezien dat er overal sprake is van een falende overheid, gewelddadige, dominante veiligheidsdiensten en leger en een oprukkende politieke islam, die daar wordt gebracht als de oplossing van alle problemen. (…) De aarde is voor veel moslims nog altijd niet meer dan een doorgangshuis. De dood is prominent aanwezig tijdens het leven. En hij heeft sinds de jaren tachtig een steeds belangrijker plaats gekregen binnen de islam, tegelijkertijd met de versmalling van horizonten.”

De Arabische Lente, nu acht jaar geleden, heeft daar weinig aan veranderd. Dat was eerder, aldus Ludemann, “een leerschool voor de dictators om hun bevolking nog meer te onderdrukken.” En toch is ze niet volledig pessimistisch. Het internet, en dan vooral Facebook en twitter, doorbreken inmiddels de eenzaamheid van atheïsten, homo’s en vele anderen. Ze ontdekken tot hun enorme opluchting dat ze niet de enige zijn die al die gruwelijke, zinloze regels zo snel mogelijk achter zich willen laten. Er is hoop. Naar schatting dertien procent van de Arabische jongeren, zo blijkt uit een recente enquête, durft zich ‘niet religieus’ te noemen (al zullen ze nog braaf veel religieuze plichtplegingen volgen). “Toen ik een kind was,” vertelt Ismail, een in Egypte bekende, zeg maar beruchte atheïst, “leerde ik op school en de moskee dat ik het Westen moest haten, ze leerden ons dat jullie onze cultuur en religie wilden vernietigen. Dat leren kinderen nog steeds, maar er is nu internet, er zijn sociale media. We kunnen nu alle informatie krijgen, en dat is niet meer te stoppen.”

De Arabische jeugd gaat momenteel overal de straat op. Van Marokko en Algerije tot in Libanon en Irak. En des te luider klinkt deze keer de afkeer van de oude normen en gedachten die elke verandering, elke verbetering, onmogelijk maken. Het gaat met mini-stapjes, zo besluit Ludemann haar indrukwekkende, hartstochtelijke boek, maar de ‘genie is out of the bottle.’ Laten we het hopen. Angst, traditie en de repressieve staat zullen zich niet snel gewonnen geven.

Eerder verschenen op Sargasso


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: