"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Arkhaii

Zaterdag, 9 maart, 2019

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Redelijk grootschalige SF van debutant

[Recensie] Deze recensie is eerder verschenen in Fantastische Vertellingen nr. 45. Disclaimer: ik heb het boek bij Hannes gekocht op Castlefest. Later op Comic con Amsterdam namen we beiden deel aan een panel over de staat van SF in het Nederlandse taalgebied. We spreken elkaar regelmatig op cons en festivals.

7- Vladis heeft aan boord van de Kolonisator XXI een baantje als onderwijzer. Zijn leerlingen zijn niet geïnteresseerd in wat hij te vertellen heeft. Waarom zou je iets moeten weten van de verre geschiedenis? Vladis heeft die echter zelf meegemaakt. Hij is een Arkhaii, een van de eerste mensen die onsterfelijkheid verkregen en een van de weinigen die zich nog herinnert wat het is niet het eeuwige leven te hebben. De onverschilligheid van zijn medemensen heeft hem echter murw gemaakt en met lede ogen moet hij toezien hoe de ongelijkheid op het schip waar hij verblijft, leidt tot geweld en medische experimenten. Elders in het heelal staat zijn broer Kaïn oog in oog met de eerste niet menselijke wezens die de mensheid ooit heeft ontmoet. Dit wolvenroedel lijkt bijna onverslaanbaar. De Arkhaii zullen hun krachten moeten bundelen om de mensheid van de ondergang te redden.

Een oorspronkelijk Nederlandstalig SF-verhaal, die zijn helaas nog dungezaaid. Hoewel er de afgelopen twee jaar wat verandering in begint te komen, blijft de spoeling vooralsnog dun. Vooral als het niet een verhaal is dat zich in de nabije toekomst op Aarde afspeelt, maar een boek over verre tijden en ook nog eens in de ruimte. Hoewel er in het Engelse taalgebied tal van schrijvers zijn die grootschaligheid in ruimte en tijd niet schuwen -denk aan Alastair Reynolds, Stephen Baxter, Peter F. Hamilton en Ann Leckie- lijken Nederlandse auteurs nog graag wat dichter bij huis te blijven. Een reis naar Mars kan nog net, maar verder dan dat moet het niet gaan. Daarom alleen al is het toe te juichen dat deze jonge auteur zich aan een rasecht ruimteavontuur heeft gewaagd, en dat de uitgeverij het risico heeft genomen zijn boek te publiceren. En ik hoop dat zijn boek de eerste voorbode is van nog veel meer grootschalige SF van eigen bodem.

Niet dat Arkhaii net zo goed is als boeken van de auteurs die ik hierboven noemde. Die gaan per slot van rekening al een tijd mee en hebben veel ervaring. Dit is het werk van een debutant en heeft in mijn ogen nog wat beginnersproblemen. Als er een grotere kring schrijvers is die zich met de SF bezighoudt, zal de kwaliteit vanzelf gaan stijgen. Wielant toont in mijn ogen in elk geval zeker belofte. Ten eerste is er de grootschaligheid van het verhaal die ik al noemde. Hier vind je als lezer ruimteschepen zo groot als een planeet, buitenaardse rassen die zwarte gaten gebruiken om zich achter te verschuilen en een groep van duizenden jaren oude individuen die beslist over het lot van de mensheid in ons melkwegstelsel. Ik vond deze elementen ook mooi beschreven, niet ingewikkeld maar beeldend genoeg. Het was niet enorm modern, zoals in sommige Engelse boeken, en het doet niet je hoofd duizelen van vervreemding, maar de wereld overtuigde me wel. Bijvoorbeeld de gruwelijke sterilisatie van een andere planeet, met bijzondere levensvormen die niet tegen de overmacht van de mens bestand blijken te zijn. Je moet als lezer wel een wat sterke maag hebben, want er worden meerdere keren mensen in elkaar geslagen of mishandeld en ook die beschrijvingen zijn nogal levendig.

Geschiedenis Magazine

Ten tweede is er de filosofische laag van het verhaal. De beste SF-verhalen doen je anders naar je eigen wereld kijken, onder andere door een alternatieve bestaansvorm tot het uiterste door te trekken. Hier is dat de ontdekking van een serum dat mensen het eeuwige leven schenkt. De menselijke soort houdt zich in dit verhaal alleen nog maar bezig met het veroveren van andere planeten om de in hoog tempo groeiende bevolking te huisvesten. Voor de appreciatie van schoonheid en het ontwikkelen van empathie lijkt weinig ruimte te zijn overgebleven. De hoofdpersonen belichamen twee manieren om met deze omstandigheden om te gaan. Deze elementen komen ten slotte samen in een mooi einde, met onverwachte wendingen. Hier geen sprookjesachtig ‘ze leefden nog lang en gelukkig’, maar een slot dat een wat bitterder nasmaak achterlaat. Ik vond het einde moedig gekozen. Wel had ik zo mijn twijfels of een eeuwig leven de effecten zou hebben die Wielant beschrijft (vooral omdat deze mensen nog steeds sterfelijk zijn – en je ziet bij extreem rijke mensen dat ze zich alleen maar meer gaan hechten aan hun rijkdom in plaats van het waardeloos te vinden. Dat lijkt me hierbij ook te zullen gebeuren), zoals ik ook gaten zou kunnen schieten in het gebruik van zwarte gaten in dit verhaal.

Ik had respect voor de manier waarop Wielant vooral een emotioneel verhaal wilde vertellen in plaats van een technisch verhaal, en zich daarom diep in zijn karakters verplaatste. Ik vond de emoties alleen behoorlijk extreem en wat repetitief. Het repetitieve kwam ook terug in het taalgebruik. Daar werden woorden als ‘anarchistisch’ wel heel vaak herhaald. Verder vond ik de schrijfstijl wat haperen. Het was wat staccato, met zinnen die allemaal vrij kort waren, met dezelfde zinsopbouw. Ze hadden ook net wat lekkerder kunnen lopen wat de woordvolgorde betrof. Iets te vaak worden sentimenten onnodig herhaald. “De wezens … geven de moed niet op. Ze willen niet opgeven.” Ook de woordkeuze schuurde een beetje, zoals in: “Zijn hele gezicht trilt naarmate hij een poging onderneemt zijn mond te openen.” Of: “Zonder dat ze het maar al te goed beseft, heeft ze geen controle meer.” Als eindredacteur ga ik me daarbij toch een beetje ongemakkelijk voelen. Wat meer afwisseling in zinsopbouw en woordkeuze zou dit boek in mijn optiek naar een hoger niveau hebben getild. Ik moet hierbij wel zeggen dat het einde sterk genoeg was dat ik me niet meer door de schrijfstijl liet afleiden. Kortom, dit is een aanrader voor liefhebbers van het genre, die niet de meest moderne SF verwachten en bereid zijn de beginnersfouten in dit debuut over het hoofd te zien. Ik ben in elk geval benieuwd wat Wielant nog meer gaat schrijven.

Eerder verschenen op Hebban