"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Armando – alle beelden

Donderdag, 2 augustus, 2018

Geschreven door: Werner van den Belt
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Ieder zijn eigen Armando

[Recensie] Voor velen is Armando, die 1 juli op hoge leeftijd overleed, een kunstenaar die er in hun volwassen leven altijd was. Een soort constante op kunstgebied, maar jonger dan de generatie van Cobra. Er was altijd wel een theaterstuk, een nieuwe muziekuitvoering, een nieuw boek, een nieuwe journalistieke reportage, een nieuwe tentoonstelling, een nieuw schilderij of een nieuw beeld van de hand van de kunstenaar. Armando was veelzijdig en zijn productie was hoog. Zelf ‘ontdekte’ ik Armando tijdens mijn studie, ik heb hem een aantal keer zien optreden en ben bij openingen van zijn exposities geweest. Een vriend op afstand, zo voelde het, ook al heb ik hem nooit gesproken. Een tengere, verlegen man, die met alle aandacht tijdens zo’n tentoonstellingsopening niet goed raad wist, maar heel goed wist wat hij wilde en wie hij wilde zijn. Armando verbeelde en verwoorde met zijn kunst voor mij het verdriet van het mislukte modernisme, dat uitmondde in de Tweede Wereldoorlog. De overschatte dromen van de mensheid om het eindelijk eens goed te regelen veroorzaken telkens terreur en massaslachtingen. Zijn werk is een voortdurende waarschuwing dat we zaken nooit zo ver mogen laten komen. Nooit meer. Bij Armando geen verheven plannen voor de toekomst. Integendeel, laten we maar gewoon blijven doen hoe we het doen, en het liefst fatsoenlijk, dan zijn er minder slachtoffers. Armando’s moraal is die van de nuchterheid.

Bijna alle aspecten van zijn kunstenaarschap zijn al belicht in studies en boeken. Wat ontbrak was nog een overzicht en analyse van zijn beeldhouwersschap. Deze leemte heeft de kunsthistoricus Werner van den Belt op een uitstekende wijze willen vullen met Armando – Alle beelden, een prachtig boek met honderden foto’s, goed geschreven, goed gedocumenteerd.

Van den Belt beschrijft in chronologische wijze de ontwikkeling van Armando als beeldhouwer. Vooral de thematiek van de oorlog wordt ook in dit boek uitgebreid besproken. De oorlog, Kamp Amersfoort, het schuldige landschap, het komt allemaal (weer) langs. Interessant is de relatie met de Duitse kunstenaar Joseph Beuys, wiens werk Armando goed leerde kennen tijdens de herdenkingstentoonstelling van Beuys in Darmstadt in 1986, vlak na diens vroege dood. De installaties van Beuys maken grote indruk:

“Het zal voor Armando een feest van herkenning zijn geweest: brokstukken en fragmenten uit een recent verleden, beladen met jeugdherinneringen uit de oorlog, gevoed door gevoelens van schuld wat eens de bezetter was. Sterker nog, Beuys was een van hen. [Beuys was acht jaar ouder dan Armando en diende tijdens WOII, vrijwillig bij de Luftwaffe/R.D.] Beide kunstenaars ware op artistieke wijze bezig geweest met monumenten en plekken waaraan ze persoonlijke herinneringen hadden, maar die tegelijkertijd symbool stonden voor de ervaringen van veel meer mensen, van een hele generatie en van die daarna.”

Boekenkrant

Armando begon relatief laat met het maken van beelden, pas rond zijn vijfenvijftigste, na de expositie over Beuys. Daarvoor waren er wel pogingen en aanzetten geweest, een enkele installatie, maar die waren meer om te provoceren. Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig ontstaat er een echte reguliere productie van beelden. Waarschijnlijk is dat de reden dat er nu pas een monografie over de beelden van Armando verschijnt. In het boek wordt uitgebreid stilgestaan bij Armando’s vermogen om een detail (een arm, een hand, een deel van een romp) op te blazen tot enorme grootte. Armando hanteert dezelfde aanpak als bij zijn schilderijen: het uitvergroten van dingen die schuldig zijn, die erbij waren, die het hebben gezien. Wie vanuit Utrecht Amersfoort binnenrijdt kent ongetwijfeld zijn indrukwekkende vijf meter hoge ladder, die in de buurt staat van waar Kamp Amersfoort stond destijds, maar er is veel meer. Wielen, onderstellen van een kanon, kelken en ook de vlag, altijd weer de vlag, Armando’s meest voorkomende object heeft hij ook tientallen keren in brons vervaardigd. Vanaf midden jaren negentig maakte hij rompen, of delen van rompen, met benen, of maar met één arm, of zonder armen, in bijna alle gevallen zonder hoofd. Het zijn intrigerende beelden die een gevoel van onbehagen en ongemak veroorzaken. Koppen maakten hij ook, maar dan los van een romp. De laatste jaren gebruikte Armando voor het eerst kleur in zijn schilderijen en kleur komt ook in zijn beelden terug. Voor de installatie Das Blat liet hij honderden gekleurde herfstbladeren maken, het geeft meteen een ander gevoel, alsof de oorlog aan het eind van zijn leven nu echt is afgelopen. Dat gevoel kreeg ik ook bij zijn schilderijen waar hij afstapte van het beroemde ‘Armando zwart-wit’ en kleur introduceerde.

Wat onderbelicht in Armando – alle beelden blijft de grote overeenkomst in techniek van Armando tussen zijn schilderkunst en beelden en misschien ook wel in zijn muziek: het is altijd zwaar aangezet, vet, stevig, met nog een klodder verf erop of nog een handvol klei er tegenaan, nog een extra akkoord. Op toneel (Herenleed) en in zijn gedichten, in zijn journalistiek werk en proza was Armando meer beheerst, onderkoeld haast, met geen woord te veel, minimalistisch en ingetogen. In de beeldende kunst en als violist was Armando feller, onbeheerster, woester, agressiever. Zo sluiten zijn beelden naadloos aan bij zijn schilderijen. Van het theater nam hij al lang geleden afscheid, als violist van ‘zijn’ zigeunerorkest Tata Miranda was dat in 2003, noodgedwongen, want zijn vingers wilde niet meer. Het laatste concert werd een prachtige, emotionele  in het Concertgebouw. Van de dichter en schrijver Armando hebben we de laatste jaren ook weinig meer gehoord. Maar schilderen en beeldhouwen, dat heeft hij tot het laatst gedaan. Juist de vormen van zijn kunstenaarschap die het meest expressief waren. En dat is veelzeggend.

Armando – alle beelden sluit met een bijzonder foto-essay over de productie van Armando’s beelden. We zien hoe de mallen worden gemaakt en de bronsgieters aan het werk zijn. Het start met twee foto’s van Armando die, de foto’s zijn uit 2017, dus we kunnen nu zeggen, een van zijn laatste beelden maakt. In opperste concentratie, wroetend in de klei. Kunstenaar tot het einde.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

De schilders van Amsterdam

Armando – alle beelden