"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Armelia

Dinsdag, 28 november, 2006

Geschreven door: Gerardo Soto Koelemeijer
Artikel door: Annemijn Molenaar

De Dood heeft een stem

Tijdens de Spaanse burgeroorlog, die duurde van 1936 tot 1939, klonk de uitdrukking ‘hasta mañana si Dios quiere’ (tot morgen, als God het wil) wel heel cru. Hoewel God de morgen graag inluidde, was het de dood die de meeste Spanjaarden vroegtijdig kwam bezoeken. In 1936 rukte het leger, onder leiding van Francisco Franco, op vanuit Spaans Marokko en wierp de republiek in drie zwarte jaren omver. Revolutionair links streed tegen contrarevolutionair rechts, een interne strijd die uiteindelijk een half miljoen levens eiste.

Het geboortedorp van de vader van verteller en hoofdrolspeler Gerardo Soto, Santa Amalia in het gebied Extremadura, werd op 17 augustus 1936 bezocht door de fuerzas nacionales, een groep militairen die een bloedbad aanrichtte in grote steden en kleine dorpen. Vierentwintig jaar na de val van Franco bezoekt Gerardo dit dorp om van overlevende Rosa een verhaal te horen dat ‘ongeloofwaardig klonk’ maar wel de ware geschiedenis van Santa Amalia vertelt. Op de laatste dag van zijn verblijf in het dorp geeft Rosa hem een brief uit 1936. Filomena, de vrouw die de toekomst moeiteloos kon voorspellen en kennelijk ook de literaire ambities van Gerardo, draagt hem hierin op het collectief geheugen van Spanje vorm te geven in het boek Armelia. ‘Dat het grote zwijgen doorbroken wordt’ is ook de wens van de auteur in zijn voorwoord.

Filomena, een vrouw uit ‘de andere wereld’, heeft drie dochters: Carmen, Armelia en Gloria. Centraal staat in eerste instantie de lijdensweg van Armelia. Tegen een achtergrond van dreiging en onrust wordt de vrouw slachtoffer van zaken die het noodlot van Spanje aanzeggen. Haar vader gaat vreemd en wordt door moeder Filomena uit huis gezet, haar enige dochter Ana sterft op jonge leeftijd, zus Gloria wordt verkracht en slijt haar overgebleven dagen in een klooster en uiteindelijk sterven ook haar man en zoon in de oorlog.

De dorpsbewoners, aards of bovenaards, wachten machteloos het naderende onheil af. Soto zet ons midden in hun verhalen neer, die in sommige gevallen al na een halve bladzijde worden ingehaald door de Dood, gepersonifieerd door de hoofdletter. Een voorbeeld vormt Don Casimiro, die zijn dagen vult met het bedenken van puzzels en woordgrappen. Op het moment dat hij bij de letter D van zijn abecedarium is aangekomen, wordt er op de deur geklopt en verliest hij zijn leven. Alleen Filomena, de vrouw die de Dood ontstijgt, kan haar einde zelf bepalen. Zij is de spreekbuis van de toekomst en eveneens het medium dat de geschiedenis naar het heden communiceert. Zonder haar was dit dorpstrauma bedolven onder een dikke laag desmemorización.

Boekenkrant

Gerardo Soto y Koelemeijer, half Spanjaard, bouwt aan de hand van vooruitwijzingen de spanning op. De vaak bovennatuurlijke dromen en openbaringen zorgen voor het ‘onwerkelijke binnen het werkelijke’ wat het magisch-realisme zo typeert. Soto speelt, net als Márquez, met fictie en werkelijkheid en laat leven en dood in elkaar overlopen. Want zelfs toen Filomena dood in haar kist lag, ‘friemelden [haar handen] nerveus aan de zachte stof.’

De invloed van Gabriel García Márquez op dit verhaal is aanwezig. Zo is het dat enkele dagen na de zeventiende augustus ‘de zon zich nog niet had laten zien en de hanen nog in diepe slaap waren’. Alleen de haan van Don Santiago kan de slaap niet vatten, hij lijdt al jaren aan grote slapeloosheid. Voor Don Santiago, weduwnaar en werkloos, was zijn haan de enige bron van inkomsten. Ook in Márquez’ De kolonel krijgt nooit post speelt de haan, het symbool van trots, een grote rol. De kolonel die al jaren wacht op zijn pensioen en al zijn politieke macht tijdens de burgeroorlog heeft verloren, weigert zijn haan te verkopen. Hij sterft van de honger, maar doet dit waardig.

Het is goed om een zo belangrijk onderdeel van de Europese geschiedenis in de Nederlandse literatuur terug te zien. Soto y Koelemeijer heeft vooral indruk gemaakt met een spannende structuur en een creatieve mix van geschiedenis en fictie. De intertekstuele aspecten, zoals het gedicht van García Lorca dat in fragmenten door de hoofdstukken is gevlochten, benadrukken de tragiek in Armelia. De stijl van Soto doet soms iets onderkoeld aan, alsof er na afronding een dun laagje ijs op de zinnen is gelegd. Maar in het licht van de thematiek zit er voldoende calorisch vermogen vervat in deze smaakvolle Márquez – light.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: