"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Arty

Vrijdag, 20 november, 2020

Geschreven door: Henriëtte de Smet
Artikel door: Patrice van Trigt

Meer een historische roman dan een feelgood

Amsterdam, januari 1910.
Vanuit Kampen vertrekt Aartje Vonk (Arty) naar de grote stad. Geheel tegen de wens van haar moeder heeft ze toch het platteland verruild voor het stadse leven. Ze gaat werken als hulp in de huishouding bij kunstenaar Pieter Verhooft en zijn vrouw. Trots dat ze dit toch maar even voor elkaar heeft gekregen droomt Arty altijd nog over een kans haar ambities waar te maken.

Al vrij snel ontdekt Arty dat er strubbelingen in het huwelijk zijn die zware wissels trekken op het dagelijks leven. De sfeer in huis is niet optimaal. Pieter Verhooft zoekt contact met de opvallende Arty, hij is eenzaam. Per toeval ontdekt Pieter dat ze een gezamenlijke interesse hebben en biedt aan Arty onder zijn hoede te nemen. Maar daar blijft het niet bij. Ze worden minnaars.

Henriette de Smet neemt haar lezers mee naar het begin van de twintigste eeuw. De tijd waarin de treinreis van Kampen naar Amsterdam gelijk stond aan een wereldreis vandaag de dag. De tijd waarin je als vrouw niet kon rekenen op dezelfde privileges als mannen en het al helemaal niet de gewoonte was om je eigen plan te trekken en niet gaan voor een gezinsleven. De tijd dat kunstenaars een bohemianse levensstijl hadden en in de basis een echte mannenwereld was.

Arty is in alle opzichten anders dan andere jonge vrouwen. Ze is creatief, ambitieus en niet bang uitgevallen. Het feit dat ze tegen de verwachtingen van haar moeder in toch doorzet zorgt voor een wig tussen moeder en dochter. De kerk speelt een grote rol en moeder ziet de grote stad dan ook als het Sodom en Gomorra, een potentieel gevaar voor haar dochter. Dat Arty veel op haar vader lijkt spreekt duidelijk ook niet in haar voordeel.

Boekenkrant

In dit verhaal gebeurt er heel veel. Je begeeft je midden in een tijd die cruciaal was voor de rechten van de vrouw. Wereldwijd vochten zij voor hun recht op arbeid, stemmen en zelfstandigheid. Er was meer dan trouwen, kinderen krijgen en een echtgenoot dienen. Voor Arty zijn die zaken niet eens een optie, ze wil vrij zijn, haar dingen doen, zelf keuzes maken.

Vanaf het moment dat ze Pieter leert kennen schiet haar leven in een versnelling. Hij ziet haar als vrouw, een talent. Maar Pieter blijft een man en buit dat ook uit. Hij maakt gebruik van zijn aanzien, zijn status als gevestigd kunstenaar. Arty gaat tot op bepaalde hoogte daarin mee. Je merkt aan haar dat ze een bepaalde weerstand biedt maar tegelijkertijd heel goed beseft dat áls ze verder wil komen, ze zonder mannelijke invloed aan haar lot is overgeleverd. Ze schroomt niet om puur uit eigenbelang bepaalde beslissingen te nemen.

Van het plattenland naar een statig herenhuis van een kunstenaar, hoe groot is het contrast voor de ambitieuze Arty? De manier waarop ze die veranderingen ondergaat beschrijft de auteur heel aannemelijk. Dat De Smet een hele belangrijke periode in onze geschiedenis heeft genomen om een sterke, jonge vrouw neer te zetten is een van de mooie pluspunten in dit verhaal.

De schrijfstijl bevalt me goed. Arty leest bijzonder prettig weg. Het verhaal spreekt me aan, zo ook de andere personages. De sfeerschetsen zijn gedetailleerd en voelen authentiek aan, je waant je in de jaren ’20. Belangrijk aspect in dit boek is dat er feiten met fictie zijn verweven. Zo komt het verhaal nog meer tot zijn recht, wordt het kleurrijk en levendig. Denk aan het vernoemen van belangrijke gebeurtenissen, kunstenaars, Arbeid Adelt en Tesselschade.

De mooie volzinnen, sfeervolle en gepassioneerde passages maken het geheel tot een heerlijk te lezen boek. Het enige dat ik oprecht niet begrijp is de genrekeuze. Ik vind dit persoonlijk geen feelgood. Als liefhebber van dat genre mist dit verhaal een aantal belangrijke ingrediënten om te voldoen aan de kenmerken van een feelgoodroman. Arty is in mijn beleving een historische roman zoals Eline van Michelle Visser en De kaasfabriek van Simone van der Vlugt. Ik denk ook echt dat liefhebbers van die boeken in Arty een klein pareltje zullen vinden. De enige minpuntjes waren dat de tijdsprongen niet altijd duidelijk waren en de dialogen soms wat van de hak op de tak gingen. Resultaat was dat ik tijdens het lezen tot de ontdekking kwam dat ik ‘verkeerd’ zat en moest bijstellen.

Deze roman is geen dikkerd, maar beslaat toch drie jaar uit het leven van Arty. Je merkt dat de auteur zich goed heeft verdiept in de research en oog heeft voor het uitwerken van details die van meerwaarde zijn voor het verhaal. De typische jaren ’20 sfeer met de Charleston op de achtergrond komt waarheidsgetrouw over. Zaken als rolverdeling, armoede, depressie, geloof en tradities passeren de revue. Maar ook vrije liefde, zo kenmerkend voor de kunstenaarsscene komt aan bod. Een mooie mengeling van factoren.

Ik zie Arty voor me als een dappere jonge vrouw. Een beetje eigenzinnig, autodidact, nieuwsgierig en vooral een vrije geest. Ze heeft lef en doorzettingsvermogen. En dat laatste heeft ze ook wel nodig wil ze haar leven kunnen indelen zoals ze dat voor ogen heeft. In een wereldje geregeerd door mannen weet ze zich kranig staande te houden en trouw te blijven aan haar idealen. Ik hou daar wel van. Arty creëert daarmee haar eigen kansen in een tijd waar dat geenszins de normale gang van zaken was. Ze past dan ook naadloos in de beschreven periode waarin de tentoonstelling De vrouw (1813-1913) centraal staat.

Laat je meevoeren in het verhaal van Arty terwijl ze de Charleston danst en niet een zwoele Tango. 

Eerder verschenen op Perfecte Buren.