"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

As, Vuur

Vrijdag, 28 juli, 2017

Geschreven door: Hester Knibbe
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Gedichten van Hester Knibbe

[Voorpublicatie] In 2013 publiceerde NRC een artikel over 23 oerwoorden die al meer dan tienduizend jaar geleden door onze voorouders werden gebruikt en die in zeven oertalen voorkomen. Het is lijst waarin zowel gebruiksvoorwerpen, werkwoorden, maar ook persoonlijke voornaamwoorden en aanwijzende voornaamwoorden voorkomen en geeft goed aan dat de taal van onze voorouders net zo complex was als die van ons. Wie de lijst terug wil lezen kan hier terecht.

Het is deze lijst die de basis vormt van de nieuwe dichtbundel van Hester Knibbe: As, Vuur. Knibbe stelde zich als doel om al deze 23 woorden te gebruiken in haar gedichten. Sommige fungeren als titel van een hoofdstuk in de bundel (Mond, Hand, Oog), aan de anderen wijdde Knibbe een geheel gedicht (Vuur, Worm, As).

As, Vuur is een bijzonder literair project: je laten inspireren door deze oerwoorden, ze allemaal laten terugkomen in een bundel en dan kijken wat er gebeurt. Het resultaat mag er zijn. Knibbe had er voor kunnen kiezen om te werken met oerbeelden, een soort paleodichtvorm: ouderwets, gedragen, zware taal. Maar dat is niet haar stijl en dan was het experiment ook mislukt. Nee, haar taalgebruik is modern, eigentijds, associatief, nu eens lichtvoetig, dan ernstig, maar nooit archaïsch. En dat levert mooie vondsten op. “Een kreet of snik – de wangen nat, de ogen rood de mond daarna gesloten – is ook een vorm van zeggen ik mis je.” (Uit het gedicht Niets).

As, Vuur bestaat uit drie delen. De gedichten over de oerwoorden, een reeks gedichten die in relatie staan met de Griekse mythologie en tot slot nog een aantal ‘gewone’ gedichten. Het is opvallend dat in het eerste deel, over de oerwoorden, Knibbe een lossere stijl lijkt te hanteren, meer durft te experimenteren met taal. De andere gedichten lijken meer traditioneel, meer  al-ingeslagen paden bewandelend. Niet dat hier niet hele mooie poëzie tussen zit, maar de sfeer in de tweede helft van de bundel is anders en staat wat los van het eerste deel. Wat dat betreft had je gewild dat er 46 oerwoorden waren vastgesteld, dat had de bundel evenwichtiger gemaakt.

Boekenkrant

Hester Knibbe (1946) publiceert sinds 1982 gedichten. Haar werk werd onder andere bekroond met de VSB Poëzieprijs.

De Leesclub van Alles publiceert uit As, Vuur twee gedichten uit het eerste deel en een gedicht uit het tweede deel.

Man

Stond met zijn rug naar mij toe
keek naar aarde en hemel, mompelde

iets als verlangen in meervoud. Maar wat
moet ik daarmee, ik wil aanraken, wil

een mens die mij enkelvoudig verlangt, daarmee
iets doet en met mij. Dat zei ik hem ook en hij

draaide zich om, kreeg een gezicht dat ik
kuste op de mond. Toen begon er een taal

uit zijn lichaam te stromen die ik
beaamde, ja, zonder een woord.

Vuur

Hij was een beginneling, een eenling
met twee linkerhanden en men lachte
naar hem, men lachte om hem. Maar hij

kluitte uit, waste zijn lijf, liep weg
met zichzelf en verbaasde de kleine wereld
rondom toen hij met lenige handen

hout schikte, steen tegen steen
sloeg en met dat simpel geweld sluipend
het smeulen begon, branden ontstond, toen hij

vuur kneedde tot vlam die de hemel beklom.
En het werd donker onder de zon
de aarde een vruchtbare roetkorst.

Hij lachte, piste en knielde erop.

Sisyphus

Nee, niet voor niets verblijf ik hier maar voor
mijn straf: die steen, mijn ijdelheid, verplicht
het lijf tot in de krochten der oneindigheid
zo fors gespierd te zijn dat het elk wijf
zelfs dood nog in mijn armen drijft.

Ik duw en trek dat zwaar gewicht, de rest
verweekt lekt weg, ik ben nu enkel nog
een man van kracht en sexappeal en geen

schlemiel met zorgen aan z’n kop om
ziel en binnenrijm. Maar toch, bij Hades,
wat een wereld is het hier, een afwerkplek.

As, Vuur