"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Badiou

Zondag, 26 juli, 2020

Geschreven door: Joost Bloois
Artikel door: Thomas Heij

De waarheden van Badiou

[Recensie] Begin mei 1968 organiseerde Alain Badiou, toen 31 jaar, met een paar vrienden een van de eerste studentenopstanden in Frankrijk. De studenten kwamen oog in oog met fabrieksarbeiders en gebroederlijk trokken ze samen op in het protest. Dit evenement en het gevoel van verbondenheid tussen studenten en arbeiders heeft Badiou niet meer losgelaten. Sindsdien inspireert Badiou op zijn beurt hedendaagse revolutionairen. In Badiou schetst Joost de Bloois het denken van deze levende legende en kopstuk van de Franse filosofie.

In vele opzichten is Badiou een typisch voorbeeld van een Franse filosoof. Hij werd opgeleid aan de École normale supérieure en was politiek actief in de communistische partij. Badiou’s oeuvre is groot en bestaat uit filosofische werken en artikelen, maar ook uit enkele romans en theaterstukken. Zijn schrijfstijl is voor sommigen poëtisch en inspirerend, voor anderen cryptisch en ondoorgrondelijk. Wie zich verdiept in Badiou zal hoe dan ook een goede inleiding in zijn denken nodig hebben.

De moeilijkheid van Badiou zit hem voor een groot deel in de begrippen die hij hanteert. Badiou vormt niet alleen nieuwe begrippen, zoals ‘waarheidsprocedures’ en het ‘evenement’, maar maakt ook gebruik van bestaande concepten die hij eigenzinnig inkleurt. Begrippen als ‘subject’ of ‘democratie’ worden al eeuwen gebruikt in de filosofie. Door Badiou worden ze – met opzet en nadruk – totaal anders ingevuld. Wie Badiou leest, moet daarom constant op zijn hoede zijn.

Waarheidsprocedures
Een goed begin is de vierdeling die hij maakt. De filosofie kan volgens hem vier domeinen onderscheiden waarin de waarheid tot stand kan komen: politiek, wetenschap, liefde en kunst. Dit noemt Badiou waarheidsprocedures. De politiek draait om collectief handelen, de wetenschap om kennis, de liefde om intense gevoelens en de kunst om de zintuigen. Binnen die waarheidsprocedures is er strijd en verandering, en kan er een evenement ontstaan. Het evenement is een gebeurtenis die de oude wereld doorbreekt, een mogelijkheid voor een geheel nieuw idee. Dat kan een politieke revolutie, een doorbraak in de wetenschap, de ontmoeting van twee geliefden of een nieuw idee in de kunst zijn. Niet iedere revolutie is voor Badiou een evenement: er zijn volgens hem ook tijdperken zonder evenementen. Er is pas sprake van een evenement, wanneer er een waarheid uit spreekt die door een subject vorm krijgt.

Heaven

Het subject als vormgever
Het ‘subject’ is een goed voorbeeld van een begrip dat Badiou anders invult. Doorgaans is het subject in de filosofie simpel gezegd dat wat waarneemt, ervaringen heeft en bewust is, een ik. Daartegenover staan een of meer objecten die waargenomen kunnen worden. Voor Badiou is het subject echter iets wat verschijnt door een evenement, iets wat vorm geeft aan de waarheid van het evenement en blijft bestaan door trouw aan die waarheid. Niet bepaald het subject uit de alledaagse taal dus.

De Bloois legt uit dat Badiou de verzamelingenleer van Cantor of de muziek van Schönberg ziet als evenementen waarin een bepaalde waarheid gestalte krijgt. De waarheid die eruit naar voren komt, een radicaal vernieuwend idee, moet in stand gehouden worden. Er moet een bepaalde kracht zijn die deze waarheid blijft maken. Als de verzamelingenleer van Cantor vergeten wordt, of als de muziek van Schönberg vergaat, blijft er niets meer van over – noch van de idee, noch van het subject. Het subject kan een wetenschapper zijn, of een groep kunstenaars, maar ook een theoretisch werk of het systeem tussen twee geliefden.

Radicale vernieuwingen
De kern van Badiou’s filosofie is de verhouding tussen het evenement, het subject en waarheid. Net als het subject vult Badiou ook ‘waarheid’ in op een eigenzinnige manier. Het evenement is de kans op een waarheid die door het subject in stand gehouden wordt. Voor Badiou is er dus niet één vaststaande waarheid, maar een meervoudige waarheid en is ze altijd een proces – vandaar dat hij spreekt van waarheidsprocedures.

De filosoof heeft vervolgens als taak de waarheden te duiden en concepten te vormen om nieuwe mogelijkheden te denken. Iedereen die waarheid duidt is een filosoof en de filosoof ontleent zijn legitimiteit aan het benoemen van de waarheid. Badiou’s filosofie staat dus in het teken van het vat krijgen op radicale vernieuwingen, door de juiste vormen en concepten te scheppen. Wat dat concreet betekent, zien we het best in zijn politieke ideeën.

Management van het bestaande
Badiou is vooral een politiek denker. Zijn begrippenapparaat van de waarheidsprocedures – het evenement, waarheid en het subject – is bedoeld om het politieke evenement van 1968 te duiden. Maar Badiou zou Badiou niet zijn als hij zich zomaar ‘politiek filosoof’ zou laten noemen. Hedendaagse politiek filosofen zijn geen echte politiek filosofen, en hedendaagse politiek is geen echte politiek. Wat deze vermeende politieke filosofen volgens Badiou doen is de politiek ondergeschikt maken aan de ethiek: ze keuren als het ware of de politiek het nog wel goed doet of niet. De meetlat staat daarbij van tevoren vast: dat is namelijk de vraag of iets binnen de kapitalistische parlementaire democratie past. Op die manier vindt er volgens hem nooit een echte vernieuwing plaats.

Wat moet er dan wel gebeuren? Je zou verwachten dat Badiou als communist zijn pijlen richt op het kapitalisme (dat doet hij ook), maar hij valt vooral de parlementaire democratie aan. De democratie is verworden tot het management van belangen door de staat. Deze democratie sluit groepen als ‘allochtonen’, ‘moslims’, ‘joden’ of ‘de hardwerkende Nederlander’ uit. Democratie moet volgens Badiou juist los komen te staan van de staat en opengebroken worden. Je zou het kunnen zien als een puzzel. De huidige parlementaire democratie puzzelt met bestaande stukjes, de democratie die Badiou beoogt, vraagt om nieuwe stukjes.

Mei 1968 was voor Badiou een politiek evenement dat de oude wereld openbrak, met als waarheid de communistische idee. Het subject (het nieuwe puzzelstukje) was daarbij het proletariaat. Hedendaagse opstanden, zoals Occupy en de Arabische Lente zijn volgens Badiou nog geen politieke evenementen. Het laten voortduren van het evenement ontbreekt vooralsnog. De huidige opstanden hebben behoefte aan een subject dat hun waarheid in stand houdt – zoals de communistische partij dat deed na 1968. Met dit ingewikkelde maar intrigerende conceptuele kader voor vernieuwingen inspireert Badiou politiek activisten, kunstenaars, wetenschappers en wie weet ook geliefden.

Gegoochel met begrippen
De verdienste van De Bloois is dat hij ons Badiou vrij direct laat proeven, door veel te parafraseren en te citeren. De Bloois vangt ongeveer 35 werken in een boekje van 170 pagina’s. Hij legt Badiou niet uit, maar illustreert hem wel zo nu en dan. Dat betekent enerzijds dat ‘paradoxale retroactief-anticiperende logica’ een wonderlijke reeks letters blijft, anderzijds dat je went aan dit soort jargon en gegoochel met begrippen.

Dat het moeilijk is om tot de kern van Badiou’s denken door te dringen, blijkt ook uit De Bloois’ inleiding. Vaak worden bepaalde uitspraken door De Bloois bestempeld als ‘hoofdthema’, een ‘centrale gedachte’ of ‘grondgedachte’, ‘fundamentele denkfiguur’, ‘essentieel’, ‘cruciaal’. Op een zeker moment wordt iets zelfs een ‘centrale gedachte in de kern van het denken van …’. Dit is een teken van De Bloois’ enthousiasme, die de lezer lijkt aan te raden om zich te verdiepen in álle werken van Badiou.

Eerder verschenen op iFilosofie en op Thomas Heij