"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Baron Wenckheim keert terug

Vrijdag, 8 november, 2019

Geschreven door: László Krasznahorkai
Artikel door: Anke Cuijpers

Een enorme verzameling gebeurtenissen

[Recensie] Laszlo Krasznahorkai is een rasechte verteller, iemand die hetzelfde verhaal opnieuw kan vertellen en dan onverminderd weet te boeien. Met paginalange zinnen probeert hij de manier waarop mensen praten zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven. Het gebruik van een punt achter een zin geeft volgens Krasznahorkai niet de adempauze weer die je hoort als je mensen daadwerkelijk hoort vertellen. Het ritme dat hij op deze manier in zijn zinnen verweeft schetst inderdaad voor een deel het karakter van dat personage. Lees bijvoorbeeld in het nu vertaalde Baron Wenckheim keert terug hoe een paar weeskinderen met elkaar in straattaal praten en je beseft dat een rapperslied in je hoofd resoneert.

De verhalen die Krasznahorkai vertelt zijn dystopisch en doortrokken van een soort grauwheid, alsof alle zinnen als wasgoed boven een rokerige kachel te drogen zijn gehangen. Satanstango, de debuutroman van Krasznahorkai, is terecht verfilmd in modderige grijstinten, Melancholie van het verzet is zo mogelijk nog duisterder. In Baron Wenckheim keert terug kiert echter voorzichtig iets van kleur, van een klaproosrode lipstick, papaverrode lippen, bijzonder blauwe ogen, een rode jurk tot kleurrijke motoren. Bovendien is er sprake van een tragische liefde, die dan wel een illusie blijkt, maar daardoor juist in de romantische traditie staat. De gebeurtenissen zelf zijn ook komischer dan in de hierboven genoemde romans. Toch zijn er een aantal gemene delers te noemen die deze roman met genoemde voorgangers gemeen heeft. Steeds wordt er gewacht op verlossing, door iets of iemand, waarna alles beter zou moeten worden, is er een hoofdpersonage dat zich liever niet met de wereld om zich heen bemoeit maar zich daar toch toe genoodzaakt ziet, en zijn er bijzonder wrede mensen die veel kapot maken.

Bladmuziek

Het begin van Baron Wenckheim keert terug is een waarschuwing, die strikt genomen voor het verhaal staat, als een soort bijsluiter, waarin een dirigent een appel uit een fruitmand neemt, en terwijl de dirigent de musici toespreekt beseft deze dat hij alleen nog maar kan afwachten tot het is afgelopen. De ellende met de mensheid begint natuurlijk altijd weer met zo’n appel. “Voor eeuwig, zo lang als het duurt” luidt het motto voor het verhaal begint. De laatste woorden in de roman zijn “da capo al fine,” een muziekterm die de speler instrueert het hele stuk nog eens te spelen, vanaf het begin. Het verhaal gestructureerd als een muziekstuk, met een dansschema als inhoudsopgave en een verwijzing naar Satanstango, je zou kunnen stellen dat de personages en hun leefomgeving als de muzieknoten op de notenbalk zijn.

Boekenkrant

De baron die in dit verhaal terugkeert is niet dezelfde als de historische baron Béla Wenckheim, een Hongaars politicus die van 1811 tot 1879 in Körösladány leefde. Bij Krasznahorkai is hij een wat wereldvreemde figuur die Argentinië vanwege torenhoge gokschulden heeft moeten verlaten. Zijn familie, beducht voor reputatieschade aan de goede familienaam, betaalt zijn schulden en zet het zwarte schaap van de familie op de trein naar zijn geboortestad. Maar wel pas nadat de baron heeft moeten beloven zich verder voorbeeldig te zullen gedragen. De baron hoopt in het stadje zijn jeugdliefde terug te vinden, wiens foto hij al bijna zijn hele leven met zich meesleept. Het gerucht over zijn komst, en de idee dat de baron groot geld gaat investeren in zijn geboortestad, snelt hem echter vooruit, en is oorzaak van een reeks tragikomische misverstanden en verwikkelingen. In het stadje wordt hij bij aankomst tot zijn ontzetting feestelijk onthaald door onder meer een koor dat Don’t cry for me Argentina zingt, een speechende burgemeester en een motorbende die feestelijk en muzikaal toetert. De baron heeft zich dan al laten ringeloren door een crimineel die zichzelf tot zijn secretaris heeft benoemd.

Het brandende braambos

Dat het stadje zo wanhopig wil geloven in een verlosser is wel te begrijpen. Krasznahorkai schept ook nu weer een grauwe werkelijkheid waarin corrupte politici en wrede bendes het gezag in handen hebben. Angst is meer dan ooit een drijfveer van verschillende personages in deze roman. De professor die prutst met het isoleerschuim dat hij voor het raam zet, en weer verwijdert, die zich wil terugtrekken in zijn zelfgebouwde hut met dat ene raam, maar gestoord wordt door zijn dochter, is vervolgens in zijn handelingen bijzonder resoluut. Als zijn dochter met een protestbord voor zijn hut gaat staan, schiet hij een hele gordel kogels de lucht in om dochter en journalisten op afstand te houden. Het braambos waarin de hut staat is ook het eerste dat in brand wordt gezet, door hemzelf, als een strategie om aan zijn belagers te ontkomen. Het verhaal dat rondom de baron zo komisch verwikkelt is in de passages rondom de professor bloedstollend spannend. Zonder al te veel spoilers hierover te willen weggeven komt het uiteindelijk tot een inferno, een moment waarop er letterlijk overal in het stadje van alles tegelijk gebeurt.

Tijd is in dit verhaal een hulpbegrip, en soms een fataal begrip, zoals in het liefdesverhaal van de baron waarin de tijd niet begrepen wordt. Tragische liefdes zijn natuurlijk de grootste liefdes, zij kunnen niet door de dagelijksheid en het verloop van de tijd verwoest worden. In de roman wordt verwezen naar Whitehead en de procesfilosofie, die beweert dat de werkelijkheid veel meer bestaat uit gebeurtenissen, een evolueren. In het stadje blijft uiteindelijk alleen een zingende idioot in een watertoren over. In de lezer het resoneren van deze wonderbaarlijke hoeveelheid taalmuziek waaruit deze roman bestaat. In 2015 werd het oeuvre van Krasznahorkai bekroond met de International Man Booker Prize. Terecht, blijkt ook met deze roman maar weer.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles