"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Beïnvloeiingen

Donderdag, 30 mei, 2019

Geschreven door: Mark Kinet
Artikel door: Marc van den Bossche

De kunstenaar als filosoof. Yves Velter en het gesprek dat we zijn

[Blog] Hoe gaat een kunstenaar in gesprek met de wereld? Hoe doet een filosoof dat? Doen zij dat op vergelijkbare wijze? Ik zie zowel kunst als filosofie als manieren van verhalen vertellen en als vormen van verbeelding. Filosofie en kunst gaan over onze verbeeldingen. Altijd in het meervoud. We gaan nog een stapje verder: filosofie en kunst gaan over verbeeldingen die voorafgaan aan de gesprekken waarmee onze levens vorm en betekenis geven. Ze leggen die verbeeldingen bloot, brengen ter sprake wat doorgaans voorbewust en onuitgesproken aanwezig is. Die stil sluimerende verbeeldingen en verhalen dragen onze manier van denken en handelen. Ze gaan altijd over de mens in het meervoud. Er is niet één verbeelding, niet één verhaal waarmee we het gesprek met de wereld aanvatten, het gesprek dat we zijn.

De Oostendse kunstenaar Yves Velter belichaamt bovenstaand perspectief op kunst op eminente wijze. Zijn kunst is filosofie. Zijn kunst is een verbeelding van een manier van in de wereld zijn die radicaal, ten gronde, verschilt van het verhaal dat ons doorgaans verteld wordt en dat egocentrisch is. Velter toont dat ons ik geen centrum is, maar een vloeiende gedaante. We vloeien omdat we voortdurend in gesprek zijn. Beïnvloeiingen is de fantastisch mooie titel van een boek met en over het werk van Yves Velter.

Hoe begint een gesprek? Vaak gebeurt dat met een vraag. Hoe eindigt een gesprek? Met een al dan niet bevredigend antwoord zal u zeggen. “Hé, hoe gaat het met je?” “Met mij alles oké, met jou toch ook?” En we gaan weer op weg. Of ik ga naar de dokter, leg zo goed mogelijk uit met welke symptomen ik te maken heb en hoop op een afdoende werkende remedie. En ik ga weer op weg. Ik hoop met mijn vraag naar genezing een antwoord te krijgen van de dokter dat meteen een einde mag betekenen van ons ‘gesprek’. De weerstand van mijn ziekte is dan gebroken. De arts in kwestie heeft daartoe kunnen teruggrijpen naar oplossingen die als objectief juist en verifieerbaar kunnen te boek staan. Zij of hij gebruikt een techniek die methodisch herhaalbaar zou moeten zijn. En dat is maar goed ook.

Maar kunnen we onszelf als subject altijd en overal zo zien? Dat kan. Is dat goed? Neen vind ik. Voor filosofen en voor kunstenaars zouden gesprekken eigenlijk nooit mogen eindigen. Yves Velter antwoordt in zijn werk altijd met vragen. Of hij begint met een vraag die een antwoord oplevert dat zelf weer een vraag is. It begins with a questionis een werk van hem uit 2015.

Heaven

De man heeft geen herkenbaar gelaat. Hij is niet transparant voor ons. Yves Velter gebruikt vaak handgeschreven teksten van een dame die aan autisme leed. Hij vond die terug na haar overlijden. Ze schreef brieven aan publiek bekende personen in een taal die – eufemistisch gezegd – eigenzinnig en hermetisch was. Dat zie ik als een extreem doorgetrokken uiting van wat wij allen voortdurend doen in onze gesprekken en in onze manieren om onszelf te laten verstaan in een gesprek. Wat we zeggen, hoe wij tot betekenis en zin komen, hoe we verstaan heeft altijd een moeilijk doordringbare dimensie. Elke uitspraak zou moeten afgepeld worden om de complexiteit en volledigheid van wat gezegd wordt te kunnen vatten. “Lees mij, maar lees mij niet op het eerste gezicht”, dat lijken Velters personages te vragen. In andere werken vervangt hij het gelaat door bordkarton dat de achterkant vormde van een kast die jarenlang in de woonkamer van de kunstenaar prijkte. Zij was de stille getuige van de vele gesprekken die er in die kamer gevoerd werden. Zoals wij altijd in alles wat we zeggen en doen die stille getuige van alles wat voorafging in ons meedragen en mee ons spreken laten bepalen. Het bordkarton vertoont gaatjes. Alsof we slechts mondjesmaat en altijd partieel kunnen toegang krijgen tot de persoon die spreekt. En dat gesprek vraagt om nabijheid, intimiteit haast.

Yves Velter is een minzaam man. Zijn werk komt minzaam en sober over. Maar tegelijkertijd is het ook dwingend. Het irriteert zelfs: je moét vragen. En: weten dat nooit een definitief antwoord komt. Dat dit zelfs niet wenselijk is. Een werk uit 2004 heet Holzwege. Dat is ook de titel van een bundel van de Duitse filosoof Martin Heidegger. Holzwege zijn weggetjes in het woud die bijvoorbeeld ontstaan door hout te gaan sprokkelen. Dat is een zoeken dat niet methodisch is. Het tast een omgeving af en heeft geen eindpunt. Sprokkelen gaat niet van a naar b, maar gaat overal en op onbepaalde wijze. Dat doet de filosoof, dat doet de kunstenaar. De weg is nooit af, het gesprek eindigt nooit. We vertrekken bij a, komen nergens en overal, maar zijn wel anders geworden. We zijn ‘beïnvloeid’ door anderen, door een omgeving, door vragen die antwoorden opleveren die vragen worden.

De figuren van Yves Velter lijken quasi altijd in gedachten verzonken. Ze denken, maar het zijn geen cartesiaanse denkers: het denkende ik dat aan alles twijfelt en uiteindelijk toch zekerheid meent te vinden in dat allereigenste cogito, los van de wereld daarbuiten. Bij Velter is er geen buiten. Het ik is in de wereld, de wereld in het ik. In elkaar vloeiend. In genoemd boek, Beïnvloeiingen, ziet psychiater en psychoanalist Mark Kinet een verband met dat cartesiaanse ‘ego’ bij Yves Velter. Ik citeer: “Ook René Descartes schortte met zijn methodische en hyperbole twijfel alle traditioneel en/of vooraf bestaand weten op om op zoek te gaan naar ‘idées claires et distinctes’ waarop hij filosofie en wetenschap kon funderen. Resultaat was zoal bekend zijn ‘cogito ergo sum’. Is de démarche van Yves Velter van dit alles niet een soort beeldend equivalent?” Ik zou daar graag tamelijk overtuigd “neen” op antwoorden. Yves Velter doet volgens mij net het omgekeerde. Hij bevraagt zeker een vooraf bestaand weten, maar zal en wil nooit tot ‘idées claires et distinctes’ komen en al zeker niet tot een fundament. De mens heeft geen fundament. We vloeien. Zie ook hoe vaak de zee terugkomt als motief in Velters werk. Een schrijftafel of de tafel waar een gesprek plaats heeft, krijgt als tafelblad een golvende zee mee bij Velter. Zie zijn Optimized gaze of hesitation (2013).

Zijn figuren zijn geen subjecten die vanuit zichzelf de wereld menen te kunnen vatten op een heldere en duidelijke wijze. Bij Velter is er enkel het tussen, een voortdurend opnieuw geladen spanning van de urgentie om te vragen en de confrontatie met de afwezigheid van definitieve en eensluidende antwoorden. Het ’tussen’ is een tasten. De spiegel die Velter ons voorhoudt is bordkarton met gaatjes. Er zit heel veel Nietzsche in Velter: ‘Dolen wij niet als door een oneindig niets? Ademt ons niet de lege ruimte in ons gezicht?’

Dat is het verhaal dat Velter over ons vertelt, de verbeelding ook die we misschien liever niet zien. Filosofie en kunst mogen best voor enig onbehagen zorgen. Met alle andere vragen gaat u gewoon naar de dokter.

Eerder verschenen op marcvandenbossche

Werk van Yves Velter is momenteel en nog tot 10 juni te zien in Kortrijk in de Paardenstallen. Titel: Soul Contractions.