"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bestaat er een raarder leven dan het mijne?

Woensdag, 14 juli, 2021

Geschreven door: Rudi Wester
Artikel door: Jos Palm

Hij brak met zijn bourgeoisfamilie maar werd teleurgesteld door het communisme

De linkse activist Jef Last (1898-1972) was overal waar iets gebeurde, maar kreeg met iedereen ruzie. Dat blijkt uit de zeer prettige biografie die journalist Rudi Wester schreef.

[Recensie] Stel dat je aan een millennial moet uitleggen wie Jef Last was. Dan begin je met te zeggen dat het een linkse man was met altijd de juiste standpunten, dat hij als hij nu had geleefd naast Greta Thunberg zou zitten te protesteren, als belijdend homo voor de rechten van de LGBT-gemeenschap zou strijden en bij menige Black lives matter-manifestatie zou optreden. Vervolgens zou je erop wijzen dat Jef Last in zijn tijd altijd gecanceld werd (of zelf de anderen cancelde). Soms gebeurde dat omdat zijn opvattingen zijn tijdgenoten te ver gingen, maar meestal kwam het door hoe hij was – hij had namelijk een onmogelijk karakter.

Jef Last was een pratend hoofdpijndossier voor zijn omgeving, het archetype van de idealist die het persoonlijke en politieke nog geen minuut per dag van elkaar kan scheiden. Voorbeeldig als hij was in zijn keuze voor de zwakkeren, krijg je toch jeuk van zijn gelijk, dat hij altijd en overal voor honderd procent wilde halen. Hij is de horzel die hoe vaak je ook slaat steeds weer terugkomt, de steekvlieg die ons uit onze slaap en scherp houdt, en waarmee we moeten leren leven 

Zijn kortelings verschenen biografie bewijst dat zoiets een hele opgave is. Het boek is geschreven door journalist Rudi Wester, die er 38 jaar geleden aan begon toen Last nog een naam was en zij jong en links. En het draagt in zekere zin de sporen van die tijd. Want al heeft de schrijfster een zeer prettig leesbare biografie geschreven zonder de gebreken van haar hoofdpersoon te verdoezelen, ze valt nog steeds voor zijn charme, voor zijn permanente revolutie op zolderkamers, in uithoeken en soms midden op het wereldtoneel. Het boek is anders gezegd zwanger van de mythische marginaliteit die Last zichzelf en haar generatie hem toedichtte.

Archeologie Magazine

Bourgeoisfamilie

Maar waaraan dankt Last deze inmiddels vergane status? Jef Last (1898-1972) was een kind uit een bourgeoisfamilie. Zijn vader was extreem streng en dogmatisch burgerlijk, zijn moeder artistiek en aangenaam eigenzinnig – als ze de jaartallen erin moest stampen bij haar zoontje ging ze op haar hoofd staan, want dan zou hij beter opletten. Als jongeman breekt Last met zijn familie, om arbeider met de arbeiders te worden, Katwijker met de Katwijker-vissers (op wie hij stiekem verliefd is) en socialist. Hij trouwt met een meisje uit het betere milieu dat zo mogelijk nog meer haastige afkeer heeft van haar eigen achtergrond dan hij. Samen beginnen ze aan een groot humanistisch-socialistisch avontuur dat zij zal afronden als pedagogisch artiest met haar proletarische kindercircus de Vrolijke Brigade (later Circus Elleboog) en dat bij hem zonder einde is.

Met ‘De Roode Auto’ reist hij het land rond om vooruitstrevende films te vertonen aan de arbeidersklasse. Hij verruilt de verburgerlijkte sociaal democratie voor de Revolutionair Socialistische Partij van wereldrevolutionair Henk Sneevliet, die hij adoreert maar met wie hij binnen de kortste keren in heftig conflict raakt over de koers van de wereldrevolutie die ze beiden willen leiden. Hij raakt bevriend met schrijver en (aarzelend) fellow traveler van de Sovjet-Unie André Gide en kiest voor de oorlog voor het communisme omdat deze ideologie het meest consequent anti-kapitalistisch en anti-fascistisch is.

Uiteindelijk zal hij ook breken met de communisten, na een teleurstellende reis – samen met Gide – door de Sovjet-Unie, waar hij merkt hoe een lastige medereiziger door de geheime dienst vergiftigd wordt, en na zijn ervaringen met Stalins dood en verderf zaaiende agenten tijdens de Spaanse Burgeroorlog (de breuk verleidt de Communistische Partij tot een stortvloed aan achterklap over Lasts schandelijke homofilie, die we nu shaming zouden noemen). 

Ondertussen schrijft hij zich de vingers blauw aan pamfletten, artikelen en boeken en ontwikkelt hij zich tot dichter van een soort inlevende agitatiepoëzie, en tot schrijver van een genre dat het best is te omschrijven als een sociale documentaire-roman, een mengvorm van fictie en gedramatiseerde reportage. En ondertussen raakt hij telkens met iedereen in conflict die de superioriteit van zijn analyse en werk niet erkent.

Journalistieke getuigenissen

Wester schrijft zijn activistenleven van twaalf ambachten en dertien ongelukken op met gevoel voor de tragiek ervan, maar ze maakt haar hoofdpersoon af en toe wellicht wat groter dan hij was. Zo verdedigt ze zijn werk, dikwijls emancipatoire tijdgebonden journalistieke getuigenissen, tegen eigentijdse literaire critici als Menno ter Braak, die het niet goed gelezen zouden hebben. En zo lijkt ze elke stap op de uitgebreide revolutionaire routekaart van zijn leven de aandacht waard te vinden. 

Zelfs als in het gezapige na-oorlogse Nederland zijn radicale loopbaan in het slop raakt, weet ze er nog pareltjes te vinden. Last, zo laat ze zien, begreep al heel snel dat de tijd van het Westen voorbij was en dat onze regenten Soekarno dus maar moesten slikken. En ook omarmde hij al vroeg als bejaard activist de provo’s die op hun beurt flirtten met deze superprovo op leeftijd. 

Wat blijft staan is het beeld van een man die als het rode speelkwartier in de vaderlandse speeltuin voorbij is, al zijn karakterologische tekorten ten spijt, ongekend moedig is en keuzes durft te maken die je alleen maar kunt bewonderen. Hij aarzelt niet en gaat in 1936 met gevaar voor eigen leven bij het arbeidersweerkorps in Spanje vechten tegen Franco; in de Tweede Wereldoorlog richt hij samen met gelijkgestemden een ondergrondse beweging en blad (De Vonk) op. En evenmin lijkt hij te hebben getwijfeld wanneer hij in 1934 in zijn roman Zuiderzee onverbloemd de homo-erotische gevoelens van zijn hoofdpersonen beschrijft, wat toen in ons land een doodzonde tegen de goede zeden was. 

“Mijn man is helemaal vervuld van zichzelf”, zei Ida Last ooit. Er zijn momenten dat je het hem ruimschoots vergeeft. Momenten waar hij boven zichzelf uitsteeg en die door Rudi Wester invoelend beschreven zijn.

Eerder verschenen op NRC