"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen

Dinsdag, 28 december, 2021

Geschreven door: August Willemsen
Artikel door: Quis leget haec?

Willemsen denkt soms verliefd op Marian te zijn, zeker in zijn jonge jaren, maar spreekt het ook tegen

[Recensie] Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen van August Willemsen moest gelezen worden, omdat ik Vrienden, vreemden, vrouwen van hem had gelezen. De reden is dat daarin ene Marian voorkomt, waarmee Willemsen toch een wat eigenaardige relatie had. Ik kon althans weinig hoogte van haar krijgen, zeker met betrekking tot die vroege jaren van dat eerste boek.

Willemsen twijfelt zelf ook over zijn relatie tot haar maar ze zal een vriendin voor het leven blijken, want tot zijn dood voeren ze een correspondentie. Dit boek biedt volgens de informatie de volledige correspondentie, hoewel het mij dan niet veel lijkt over vijftig jaar. Met 300 pagina’s biedt het interessant leesvoer, maar heb ik niet het gevoel dat ik Marian Plug veel beter heb leren kennen.

Dat is deels het manco van een brievenboek. Ook al worden de brieven na verloop van tijd langer en langer en schuiven we op in de tijd, het blijft toch een beetje een fragmentarisch geheel. Wat het zeker wel biedt, is een completer beeld van het leven van beide auteurs dan ik al had. Er zijn brieven bij uit Brazilië en uit Australië van Willemsen en van Plug (1937) leer ik over haar werk als kunstschilder. Ik weet niet zeker of ze nog actief is, want haar website is op dit moment uit de lucht.

Dan die twijfel. Willemsen denkt soms verliefd op Marian te zijn, zeker in zijn jonge jaren, maar spreekt het ook tegen. Ze zoeken elkaar vaak op en gaan samen op vakantie. In de loop der jaren blijken beiden in hun vak harde werkers te zijn met een grote productie. Maarten Asscher zegt in zijn voorwoord;

Geschiedenis Magazine

“Het is misschien wel die geconcentreerde toewijding, gekoppeld aan een wederzijdse trouw aan hun eerste gedeelde ervaringen op een ontvankelijke leeftijd in Frankrijk, Spanje en Portugal, die August Willemsen en Marian Plug in deze briefwisseling met elkaar verbindt.”

Een aantal fragmenten komen bekend voor uit het vorige boek, maar als de brieven langer worden en later in de tijd, worden ze interessanter ook. Ook het stuk uit een literaire avond in Amersfoort is erg de moeite waard. Willemsen legt hierin uitgebreid uit waar hij tegenaan loopt bij de vertaling van een gedicht uit het Portugees van João Cabral de Melo Neto, compleet met voorbeelden. Een kijkje in de keuken van de meester;

“Al na de eerste schets heb ik ‘zonnedraden’ veranderd in ‘zondraden’. ‘Fios de sol is draden van zon’, alsof het materiaal was. Had er gestaan ‘fios do sol’ dan was het ‘draden van de zon’ geweest. Dat is hier het verschil, naar mijn gevoel. Zonnedraden, als zonnestralen, zijn draden van ‘de’ zon. Moet je zo pietluttig zijn? Ja, dat moet.”

Zo leer ik meer van Willemsen dan van Plug uit dit boek, maar de rode draad, en dat moet ook, is hun aparte relatie. Dat licht Willemsen nog eens toe in een verhaal in het literaire tijdschrift Maatstaf;

“We waren, inderdaad, een beetje trots op onze ‘abnormale’ omgang; er kwám een beetje hoogmoed bij, een beetje Schöngeisterei. Veel later, als we er wel eens op terugkwamen, allebei gewassen door de wateren die over Gods akker lopen, verklaarde ook Marian dat ze niet begreep hoe ze dat toen had gekund en mij had kunnen ‘aandoen’.”

Dat laatste verwijst weer naar een vreemd steekincident met een klein schaartje. Al met al staat er genoeg stof in het boek om uit te kijken naar wat meer werk. Ik ben al begonnen.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

Bewaar deze brieven als je eigen tekeningen

Noodlot is nooit ver uit mijn gedachten. Brieven aan Theo Sontrop

Brieven aan De Lantaarn