"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bill Clinton Mijn Leven

Vrijdag, 2 december, 2022

Geschreven door: Bill Clinton
Artikel door: Quis leget haec?

Het pleit voor hem dat hij weinig onbesproken laat

[Recensie] Soms vraag ik mij wel eens af waarom ik bepaalde boeken wil lezen. Dat was het geval met Mijn leven van Bill Clinton. Een baksteen van 1071 pagina’s over een president waarvan de ambtsperiode toch alweer twintig jaar achter ons ligt. Maar goed, hij was aangeschaft en ik heb meer boeken over wereldleiders in de kast staan, dus aan de slag.

Dat viel me eigenlijk niet tegen, ik heb het met plezier gelezen. Natuurlijk is het in het begin even doorbijten, want we gaan echt terug naar zijn vroegste jeugd en het duurt nu eenmaal even voordat hij president is. Zijn vader heeft Bill nooit gekend (hij heet ook helemaal geen Bill) en zijn stiefvader was niet de makkelijkste; die heeft wel eens een kogel richting Bill en zijn moeder afgevuurd. Hij studeert in Oxford en weet zijn militaire dienst te ontlopen, wat wel een ding is als iedereen het over de Vietnam-oorlog heeft.

Als hij procureur-generaal is start hij zijn campagne voor het gouverneurschap van Arkansas en die post zou hij in totaal drie termijnen lang bekleden. Het lezen over deze periode is een beetje dubbel. Het is wel fascinerend om te lezen hoe het werkt om te komen tot een uiteindelijke kandidaatstelling voor het presidentschap, maar de perikelen rondom de kentekenbelasting in Arkansas zijn een stuk minder rock-‘n-roll. Gelukkig staan er genoeg anekdotes in, zoals het bizarre incident met een kernkop (monteur laat een moersleutel twintig meter vallen, die stuitert tegen een raket waardoor er een lek in de brandstoftank komt, die een explosie veroorzaakt waardoor de raket vernietigd wordt en de kernkop een wei ingeslingerd wordt).

Uiteindelijk krijgt Clinton een telefoontje dat hem triggert zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Dat toont meteen aan hoe het er aan toe gaat in de politiek en waarom het toch interessant is om zo’n boek te lezen. Dat telefoontje kwam van Roger Porter, een official van het Witte Huis:

Dans Magazine

‘”Ik had, met een goede staat van dienst op het terrein van economische ontwikkeling, onderwijs en misdaad…werkelijk een kans. En als ik kandidaat zou zijn, zou hij me dus persoonlijk kapot moeten maken. “Zo gaat het nu eenmaal in Washington,” zei hij. “De pers moet bij iedere verkiezing iemand hebben waar ze hun tanden in kunnen zetten, en we zijn van plan hun jou te geven.”…”We zullen betalen wat we moeten betalen om wie dan ook zo ver te krijgen dat hij zegt wat nodig is om je uit te schakelen. En we zullen er vroeg bij zijn.'”

De rest is geschiedenis. Clinton stelt zich kandidaat en wint; hij wordt de 42e president van de Verenigde Staten van Amerika.

Wat dan volgt, vind ik veruit het interessantste deel van het boek. Je ziet dat hij zijn verkiezingsbeloftes wil inlossen, maar dat hij ook overschat wat hij in korte tijd voor elkaar kan krijgen. Hij krijgt te maken met grote internationale problemen, zoals de genocide in Rwanda, problemen in Haïti en het vredesproces in het Midden-Oosten. Ook persoonlijk krijgt hij veel te verduren, zoals aantijgingen van seksuele intimidatie in de Paula Jones-zaak, vermoeden van fraude in de Whitewater-affaire en de meest beruchte zaak, zijn leugens over zijn affaire met Monica Lewinsky. Hij ontkomt er niet aan het in dit boek op te nemen en zijn spijt te betuigen:

“Wat ik met Monika Lewinsky had gedaan, was immoreel en dwaas. Ik schaamde me er diep voor en wilde niet dat het aan het licht kwam… Ik meende dat ik er onderuit kon komen door gebruik te maken van de onzekerheid van de definitie van een ‘seksuele relatie’…”

Het pleit voor hem dat hij weinig onbesproken laat, inclusief de ijskoude douche die hij van zijn vrouw en dochter ontving, het vervolgens moeten slapen op de bank en de counseling die hij en Hillary daarna ondergingen. Het is vervolgens tenenkrommend om te lezen hoe zijn aanklagers er met dit feit aan de haal gaan om hem kapot te maken.

De macht van de National Rifle Association, de NRA, wordt ook pijnlijk duidelijk in dit boek. Initiatieven tegen wapengeweld worden steevast gedwarsboomd door die club met hun machtige lobby:

“Een vicevoorzitter van de NRA had al gepocht dat als Bush gekozen werd, de NRA een kantoor in het Witte Huis zou hebben.”

De onderhandelingen met Noord-Korea en met name die tussen Israël en de Palestijnen krijgen veel aandacht en terecht. Clinton stond op het punt een legendarisch vredesvoorstel erdoor te krijgen, toen Arafat op het laatst afhaakte en de bevolking in de armen dreef van hardliner Ariel Sharon. Uiteindelijk krijgt Clinton het dus na twee termijnen niet voor elkaar, net als dat hij de terrorist Osama bin Laden al wel in het vizier heeft, maar niet kan oppakken.

Er zijn een paar kanttekeningen bij dit boek te plaatsen. Ten eerste dat wat voor alle autobiografieën geldt, het blijft een verhaal waarbij de hoofdpersoon er zo voordelig mogelijk uitkomt. Of de schrijfstijl typisch Amerikaans is weet ik niet, maar ik houd nooit zo van beelden van het kleine jongetje Bill Clinton dat zich afvraagt, als hij een trein ziet rijden, waar die trein hem in het leven zou brengen. Ik heb het mij als jongetje nooit afgevraagd bij een NS-sprinter, maar goed. Er staan een paar vreemde vertalingen in (…die eindigde met zijn vermoording in 1961) en wat rare fouten (een homerunrecord van Babe Ruth uit 1974 en een ontmoeting in het Witte Huis met de American Legion Boys Nation dertien jaar nadat hij zelf president Kennedy had ontmoet). Verder staan er ontzagwekkend veel namen in het boek en de research moet fenomenaal zijn geweest. Ik kan mij weinig toetsvragen uit mijn jeugd herinneren, of mensen en familieleden daarvan die in mijn jeugd in de straat woonden, maar Clinton lepelt ze door zijn hele leven heen allemaal op.

Het zorgt voor veel leesstof, niet altijd even interessant maar zeker naar zijn presidentschap toe en gedurende die termijn heb ik het met veel interesse gelezen.

Eerder verschenen op Quis leget haec?