"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Binnentijd

Vrijdag, 3 november, 2017

Geschreven door: Wouter Rikmans
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Watskeburt?! of de GVR voor volwassenen

[Recensie] Wouter Rikmans is marketeer, consultant en wereldreiziger. Met de publicatie van zijn eerste dichtbundel Binnentijd is hij ook dichter geworden. Zijn gedichten gaan over reizen, vooral reizen over zee, over ontmoetingen tussen geliefden en andere aardbewoners verspreid over de wereld. Strand en zand zijn nooit ver weg in zijn gedichten. Rikmans koketteert niet met waar hij allemaal geweest is, dat laat hij in het midden. Hij dicht over wat hem overkomt, wat hij ziet, waar hij zich zorgen over maakt, over zijn eigen bestaan: “Waar is mijn wil voor de wereld als niets van mij bestaat? / Wat ik laat zien is een reis, denk ik.” Of:

“Soms voelt iemand zich bedreigd door de liefde.
Daar is de liefde het grootste gevaar.
En soms tilt de liefde boven zichzelf uit, zo ver,
zo hoog dat zelfs hij klein, bijna onzichtbaar.

Het zijn geen wereldschokkende waarnemen, geen dingen waar je van opkijkt, maar simpelweg sympathieke gedachten van iemand die veel heeft gezien en meegemaakt. Tot zover niets aan de hand. Maar voor Rikmans is dichten alleen niet voldoende. Hij wil ook een woordkunstenaar zijn en gebruikt daarom verschillende stijlen in zijn bundel. De ene helft van de bundel bevat nog ‘gewone’ gedichten, niet op rijm, maar wel met een logische en heldere opbouw, rond een mooie vondst, een fraaie gedachte, zoals in Te kort geschoten of Door de zon zien. Rikmans werkt toe naar een slotzin als synthese van het voorgaande. Soms gaat het mis met die slotzinnen en leidt zo’n conclusie een eigen leven. Een voorbeeld hiervan is het gedicht Ik voel me verantwoordelijk voor alles. Het begint veelbelovend met een mooi gevonden strofe over de zwaarte die de dichter voelt voor alles wat er gebeurt:

Boekenkrant

“Ik voel me verantwoordelijk voor alles,
voor de mensen die ik heb ontmoet,
voor dat wat ik me niet kan voorstellen.”

De tweede strofe start ook nog sterk met:
“De wieg der beschaving stond naast de kinderschoen,
als een woord in een letter.”

Maar de slot zin komt daarna volkomen uit de lucht vallen, heeft geen goede verbinding met het voorgaande:
“Doorgeefluik gevonden op een tak van het bos.”

Welke tak wil ik dan weten, is het bos de mensheid, waarom doorgeefluik? En wat is er met de verantwoordelijkheid voor alles gebeurd?

Lastiger nog zijn de gedichten waarin Rikmans ook met woorden zelf een spel wil voeren. In een groot deel van de gedichten in Binnentijd verzint hij nieuwe woorden, plakt twee bestaande woorden op een vervormende manier aan elkaar of maakt woordgrapjes. Dat zou kunnen in een boek wat een luchtig van toon is, maar dat is Binnentijd nu eenmaal vaak niet. Hij komt dan tot zinnen als:

“Allurens van een ster legt duisterse blikser,
grenszins koeterwils mar allerdriepins.”

Of :
“Uw zacht goudzwart gewulvend lichaam, de lipvingders
om de hoeken van tonggehemel.”

Nu kan Rikmans geïnspireerd zijn door de Nederlandse band De Jeugd Van Tegenwoordig die met hun vrolijke raps de Nederlandse taal binnenstebuiten keren of  van langer geleden de experimentele gedichten van wijlen Jonny van Doorn. De kracht bij deze dichters is dat taal en ritme prachtig samenvallen en daar woordspelletjes kloppen met de ironische inhoud van de gedichten. Ik heb enkele van de gedichten van Rikmans hard op proberen voor te dragen, maar kom dan toch niet verder dan het brabbeltaaltje van de Grote Vriendelijke Reus van Roald Dahl. Grappig, maar ook niet meer dan dat. Het gehaspel met taal van Rikmans is zonde, het lijdt af van zijn toch veelal serieuze waarnemingen. Neem nu het mooiste gedicht uit de bundel De enige reden waarom ik je niet zo mis (zie onderaan),  dat wordt door zo’n haspelwoord verpest, terwijl het idee niet meer te willen houden van een geliefde die met al te veel moraal de wereld beschouwt een mooie vondst is.

Laten we hopen dat Rikmans zijn cabaretpogingen achter zich laat en zich voor een volgende bundel concentreert op het ‘normale’ dichten, want dat kan hij wel degelijk.

De Leesclub van Alles publiceert de gedichten Help voor onderweg en De enige reden waarom ik je niet zo mis

Help voor onderweg

Gespreksontwerp vandaag herenderrie
breeduit verfroulijk.
Morregen nietmazien, vandaalg rokbotrlol
mamauziek, gis teren gestoernd.
Helliep mij hier van hinderlijklaag
tot riekt in de ogen, nu hoogbovendien.

Wat zegje menu trog?
Welnee, er is net zo veel niet als er is wel.
Wellussen lontknopen in de lucht wanneer
niettussen er vlucht van krijgt.
Moebreisterren, pa schakendoen, niet thuis.

De enige reden waarom ik je niet zo mis

De enige reden waarom ik je niet zo mis,
is omdat je diep in mijn hart,
een moraal dieper dan taal, zinzalklim.

Ik wil niet meer weten wat jij weet,
hou het niet meer wat mij draagt.
Vroeg in de toekomst, toen,
zelfs het nu hier.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Binnentijd