"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bloedroes

Dinsdag, 10 mei, 2016

Geschreven door: Jan Verplaetse
Artikel door: Marjan Slob

Subliem bloed

In de kelder van het huis van zijn ouders stuit de Gentse moraalfilosoof Jan Verplaetse op een gevilde haas. Een wit schaaltje vangt drupjes bloed op uit de mond van het dier. Het tafereel treft Verplaetse diep. ‘Ik genoot van die dierlijke duisternis die contrasteerde met de verlichte moderniteit die in dat ouderlijk huis heerste’, constateert hij.

Dit ook voor hemzelf onverwachte geluk in het aangezicht van de bloedende haas vormt de aanzet voor een cultuurfilosofische studie naar de betekenis van bloed. Wat raakt mensen eigenlijk zo in bloed? Waarom roept het zulke heftige reacties op? Verplaetse bespreekt en waardeert drie verklaringsmodellen. De eerste (en oudste) stelt dat bloed ons raakt omdat het ons in contact brengt ‘met het machtige rijk van onsterfelijke geesten en occulte levenskrachten’. Met name offerbloed zou dit effect hebben – althans, volgens christenen die dergelijke ‘heidense’ offers afkeurden, maar ondertussen ook erg spannend vonden.

Met de opkomst van de moderne medische wetenschap verdween die magische beleving van bloed naar de achtergrond. Daarvoor in de plaats kwam een meer evolutionair denkraam. Bloed zou ons verbinden met ons wilde verleden en oerinstincten in ons wakker schudden. Verwikkeld in een gevecht met een prooi- of roofdier ruik je bloed en dat hitst op. Die extra stoot energie vergroot je kansen om als overwinnaar uit de strijd te komen. Klinkt overtuigend, ware het niet dat de geur van bloed mensen feitelijk eerder bang dan bloeddorstig blijkt te maken.

Verplaetses derde verklaring voor de aantrekkingskracht van bloed is een esthetische. De werking zit niet in bloed zelf, maar in wat bloed aan gedachten en fantasieën bij ons oproept. Bloed doet ons huiveren van bewondering en ontzag voor een bestaan dat wij nooit helemaal onder controle zullen krijgen – hoezeer ‘de moderniteit’ ook anders suggereert. Het is dit ‘sublieme genot’ dat Verplaetse denkt te hebben ervaren bij zijn haas.

Boekenkrant

Deze verklaring van onze fascinatie voor bloed overtuigt minder. Verplaetses verlangen naar subliem, ‘onmodern’ geluk is weliswaar herkenbaar, maar prima te bereiken zonder dat er bloed vloeit. Bijvoorbeeld door griezelend naar beneden te kijken vanaf een hoge rots; traditioneel hét voorbeeld van subliem genot. Niettegenstaande de titel is bloed dus niet cruciaal voor het soort roes dat Verplaetse onderzoekt. Maar ach, zijn zoektocht levert vele smakelijke bloedverhalen op over zulke uiteenlopende zaken als slachthuizen, vampiers en bloedtransfusies.

Verscheen in de Volkskrant


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: