"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Een vorm van verraad

Donderdag, 19 maart, 2020

Geschreven door: Lieneke Dijkzeul
Artikel door: Liliën LP

[Recensie] Lieneke Dijkzeul viert in maart haar 70e verjaardag. Waar anderen met pensioen gaan, gaat deze Friezin stug door. Alhoewel Dijkzeul als kind al schrijver wilde worden, ging ze eerst Frans studeren. Ze bleef ernaast verhalen, sprookjes en gedichten schrijven. Na de geboorte van haar dochter begon ze met succes jeugdboeken te schrijven. In 2006 schreef ze het eerste boek waar inspecteur Paul Vegter de hoofdrol in speelde, De stille zonde. Nu is ze inmiddels bij het zevende boek met hem beland, het Boek van de Maand Een vorm van verraad. Naast jeugdboeken en literaire thrillers heeft ze ook een deels autobiografische roman Achterstallig geluk geschreven.

De zeven boeken met Vegter als leidend inspecteur beslaan maar vier jaren van zijn leven. In het eerste deel is hij net weduwnaar geworden en nu staat de 57-jarige op het punt te trouwen met zijn collega, ondergeschikte en de 26 jaar jongere Renée Pettersen. Wat opvalt in het verhaal is dat de betrokken politiemensen bijna allemaal boven de vijftig jaar zijn, een soort ‘oude smerissen’ – club. Oudere mannen die allemaal wel wat mankeren of stevige kettingrokers zijn of hun echtgenote hebben moeten begraven. Natuurlijk is vijftig+ niet oud, maar we zijn tegenwoordig wel gewend aan jongere agenten en rechercheurs die de boeven achterna gaan, zoals in ‘Flikken Maastricht’ en de jonge ‘Baantjer’ –serie. Je merkt meteen toch het verschil in de handelswijze van deze ‘oude rotten’. Ze denken veel meer na, hun verhoringstechnieken zijn anders, ze nemen de tijd en rennen niet zomaar boeven achterna.

Zelfs binnen het corps is er een duidelijke verschil tussen de jonkies en de oudjes. Zoals we merken als Vegter en Renée samenwerken aan een zaak waarbij een jongetje van drie jaar van het balkon van 5 hoog is gevallen. Althans dat is het verhaal van de ouders. Maar de buren claimen iets anders. Wat mij heel erg raakte, is dat ondanks de vermoedens van de buren, niemand ook daadwerkelijk iets deed. Het raakte mij, dat ook in deze verlichte tijden mensen weinig actie durven te ondernemen. Al zou het maar een belletje zijn.

Grappig is als Vegter en Renée hun theorie proberen te bewijzen met de driejarige Laura. Die scène wordt zo lief beschreven. Dan merk je ook het leeftijdsverschil en generatiekloof tussen Vegter en Renée. Hij heeft al een volwassen dochter en zelfs een kleinzoon. Maar opvoeden was de taak van zijn overleden vrouw. Hij ziet Renée goed omgaan met het peutertje en benoemt dat. Maar Renée wil niet praten over wel of geen kinderen. Wat mij opviel, is dat de mannen vaak met hun achternaam werden genoemd in het boek en Renée, de enige vrouw, bij de voornaam. Ook wordt Vegter door zijn bevriende collega’s nog steeds met ‘u’ aangesproken. Toch doet de sfeer niet ouderwets aan. Het is wel een hechte club. De jongere rechercheurs kijken eerbiedig naar ze op en moeten zich wel bewijzen.

Vegter en Renée staan aan de vooravond van hun bruiloft als ze dreigbrieven ontvangen. Iemand wil de rekening vereffenen met Vegter. De zaak escaleert wanneer er een aanslag op de twee plaats vindt en ze thuis worden beschoten. Om de geschrokken buren tegemoet te komen, accepteren ze politiebescherming. Terwijl hun levens worden bedreigd, moeten Vegter en Renée nog wel de zaak van het jongetje Jayden oplossen. Het liefst voor ze een week met verlof gaan na de bruiloft. Door een bizarre wending lijkt deze zaak verband te houden met de aanslag op hun levens.

De dag van de bruiloft is mooi en alles lijkt goed te gaan tot er een auto aankomt rijden met het raam open en een wapen eruit stekend. De situaties volgen elkaar zo snel op. Het verhaal leest spannend vlot weg. Eigenlijk gebeurt er qua onderzoek weinig, maar de focus ligt op Vegter en zijn team om hem heen. Ik heb geen last gehad van het feit dat dit boek het zevende boek in de serie is en ik nog niets van Dijkzeul had gelezen. Iedereen die in het boek voorkomt, wordt in relatie tot Vegter beschreven. Het einde klopte voor mij wel, maar de uitvoer van het complot was enorm gewelddadig en dat kon ik toch niet rijmen met de bedenker ervan. Het was heel extreem hoe de schuldige onder de radar wilde blijven en niet gepakt wilde worden.

Ik zou nu het eerste deel met Vegter toch willen lezen. Ik kreeg weinig hoogte van hem en misschien krijg ik wel een
beter beeld van hem als ik de voorgaande boeken lees. Ik dacht wel vaak van wat Renée nou met zo’n oudere koppige mopperkont wilde. Tja, liefde is blind. En Vegter is wel een goede agent die de zaken opgelost sluit. Het boek krijgt van mij 3½ van de 5 sterren.

Eerder verschenen op Perfecte Buren

Boeken van deze Auteur:

Een vorm van verraad

Als padden schreeuwen