"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Boek van de Maand 'Het Bloemenmeisje' Roelant meets ... Anya Niewierra

Woensdag, 26 februari, 2020

Geschreven door: Anya Niewierra
Artikel door: Roelant de By

Bij toeval kwam ik een kleine twee jaar geleden bij een Moordwijven lunch in Breda Anya Niewierra tegen. Een bijzonder aardige en bescheiden vrouw met een heerlijk Limburgs accent. Nietsvermoedend kocht ik daar haar boek Het Dossier. Ik kan heel veel lof uitingen over dat boek declameren, maar laat ik volstaan met de vermelding dat Het Dossier diepe indruk op mij gemaakt heeft en een van de beste boeken was die ik de laatste twintig jaar had gelezen. En nu is er een nieuw boek van haar hand, Het Bloemenmeisje. Wederom een fantastisch boek. Wéér vijf sterren voor mij. Als directeur van de VVV Zuid-Limburg heeft zij een heel veeleisende baan. Hoe krijgt ze het voor elkaar om van die prachtige boeken te schrijven, waarvoor ze duidelijk veel research heeft moeten doen, naast dat drukke, bijna jetset-achtige leven van VVV-directeur? We ontmoeten elkaar op het Centraal Station in Utrecht waar we in een koffietentje gaan zitten.

Anya: ‘Ik leid best een druk leven. Ontmoet veel mensen, moet veel praten, presentaties geven enzovoorts. Schrijven en schilderen, twee solitaire bezigheden, zijn mooie tegenhangers van al die drukte. Zo kom ik weer in balans. Ik kijk geen televisie en blijf fit en helder door mijn hardlopen, wat ik het liefste vroeg in de morgen doe.’

Roelant: ‘Je bent een echte Limburgse?’

Anya: ‘100%. En daar ben ik trots op. Limburg is echt mijn thuis. Ik voel me gezegend dat ik een thuis heb. Er zijn veel mensen die dat niet hebben. Die gaan van plek naar plek en kijken waar het werk of iets anders hen brengt. Maar ik heb een thuis. Ik ben in Kerkrade geboren. Aan de overkant bij ons was Duitsland. Toen ik geboren werd, was daar nog prikkeldraad en een muur. Een heel duidelijke grens. We hadden bij ons geen zwembad. Mijn moeder was als kind op een keer bijna verzopen, zodat ze het belangrijk vond dat ik heel jong al moest leren zwemmen. Dan kreeg ik een beursje mee met Duitse marken en mijn paspoort. Dan ging ik op mijn fiets de grens over met iedere keer de controle door de douane, die daar met geweren de grens bewaakten.’

Roelant: ‘Ging je alleen? Geen broers of zussen die meegingen?’

Anya: ‘Ik heb één, twee jaar jonger zusje, maar naar dat zwembad ging ik altijd alleen. Maar dat was geen probleem. Toen waren de kinderen vrijer dan nu. Er waren geen mobiele telefoons. We gingen ook spelen in het bos en je ging pas naar huis wanneer je honger kreeg. We hadden geen tijden of zoiets. Ik kreeg pas een horloge bij mijn Heilige Communie. Maar dat mocht ik alleen omdoen op zondag als ik de nette kleren aandeed. Dat was te kostbaar om mee buiten te spelen. [schaterlachend] Dat soort gekke herinneringen zul jij toch ook wel hebben uit je jeugd? Mijn middelbare school heb ik op het gymnasium van Rolduc gedaan.’

Roelant: ‘Dat is toch een seminarie, opleidingsplek voor priesters?’

Anya: ‘Het was ook een reguliere middelbare school. Sinds de Mammoetwet van enkele jaren daarvoor mochten er ook meisjes daar naar school. Het was uitstekend onderwijs. Best streng, maar daar had ik geen moeite mee. Belangrijke dingen die ik daar geleerd heb, komen mij nog steeds van pas in mijn leven als schrijver, zoals structuur, doorzettingsvermogen, concentratie en heel gedisciplineerd omgaan met taal. Je leerde er ook om na te denken. Neem nooit iets zomaar aan, was een belangrijk credo op die school. Een van de eerste lessen bij Grieks was dat we de zaken in twijfel moeten trekken. We werden continu uitgedaagd om te kijken: wat is waarheid? Dat zijn van die zinnen die je hele leven bij je blijven. Veel van de docenten waren pater, zo ook de docent die dat vak gaf. Best vooruitstrevend voor een Katholieke school.’

Roelant: ‘Ik herken dat wel. Mijn middelbare school was ook bij de paters, de Jezuïeten van het Ignatius College in Amsterdam. In je boek laat je de hoofdpersoon zeggen: Ik leerde dat waarheden wijzigen met plaats en tijd.’

Anya: ‘In deze tijd van fake nieuws komen dat soort gedachten en twijfels nog sterker naar boven. Mijn houding om niets zomaar klakkeloos aan te nemen, stamt uit die tijd. Na mijn gymnasium wilde ik naar de Kunstacademie, maar dat is helaas niet gelukt. Ik was 17 toen ik daar auditie voor deed, kwam uit een heel beschermend gezin. Mijn vader had zich opgewerkt uit de mijnen. Omdat die rond die tijd net gesloten waren, werkte hij veel in de Randstad. Mijn moeder was met 14 jaar van school gegaan. Kortom, we hadden thuis geen tijd om naar musea en dergelijke te gaan. Mijn praktijk gedeelte was goed, maar mijn theoretische kennis onvoldoende. Ik mocht over een paar jaar terugkomen om voor een tweede keer toelating te doen. Maar mijn leven was in die volgende jaren zó veranderd dat ik dat niet meer heb gedaan.’

Roelant: ‘Wat ben je toen gaan doen?’

Anya: ‘Diverse dingen. Ik ben au-pair in Zwitserland geweest, Frans gestudeerd en heb een secretaresseopleiding gedaan. Dat was heel handig trouwens, je leert organiseren, filen, rubriceren enz. Van die vaardigheden heb ik nog steeds elke dag profijt. Daarna ben ik naar de school voor toerisme en verkeer gegaan. Vanaf dan alleen maar in het toerisme gezeten. Dat vond ik geweldig. Het is een heel mooi en spannend werkveld.’

Roelant: ‘Was je altijd al geïnteresseerd in reizen?’

Anya: ‘Ik was geïnteresseerd in andere volkeren. Niet de reis an sich, maar in het denken van andere mensen en in andere sociale systemen. Culturele antropologie of geografie waren ook mogelijke studiekeuzen voor me geweest. Maar in mijn jeugdige naïviteit dacht ik dat dat vooral met reizen te ontdekken was. Ik ben nog steeds veel over antropologie aan het lezen. Waarom doen mensen wat ze doen? Heb ik voor dit boek, Het Bloemenmeisje, ook gedaan. Over sjamanen, over alternatieve geneeswijzen enz. In 2003-2004 heb ik met mijn gezin een rondreis door China gemaakt. Omdat Frans, mijn man, alternatieve geneeswijzen gestudeerd heeft, gingen we overal de apotheek binnen. Heel interessant. Wat me altijd bij is gebleven, is dat het uiterlijk van zo’n apotheek precies hetzelfde is als bij ons met moderne meubels en witte kasten, maar de inhoud is anders. Er liggen alleen maar losse kruiden in de vakken. In een héél klein hoekje achteraf staan “onze” bekende geneesmiddelen en pillen. Enkele dagen daarna werd mijn man onwel in Peking en viel om op straat. Twee jonge mannen kwamen erbij en smeerden uit een potje iets op zijn voorhoofd en lieten hem daaraan ruiken. Vrij snel was het weer goed met Frans. Het potje mochten we houden voor “als het nog eens mocht gebeuren”. Geen idee wat erin zat natuurlijk, maar het hielp wel. In zo’n apotheek nóg zo’n potje gekocht en terug in Nederland proberen uit te zoeken wat de samenstelling ervan was. Het bleek een combinatie van kruiden en geuren waar het lichaam sterk op reageert. In het Westen hebben we de neiging om heel erg binnen onze eigen cocon te blijven, terwijl er daarbuiten nog heel veel andere werelden zijn. Shakespeare zei het al: There’s more between heaven and earth than meets the eye. Ik merk het ook in Zuid-Frankrijk; die mensen zijn met andere dingen bezig. De natuur is heel helend voor de mens. Met mijn nieuwe boek, Het Bloemenmeisje, heb ik dat ook een beetje willen overbrengen. Ik geloof daar heilig in. Een plek beïnvloedt je gedrag. De energie van een plek kan je nerveus maken, energie geven, rustig maken of gewoon je gedachten sturen. Ik ben daar heel sensitief voor. Voor mijn werk moet ik bijvoorbeeld geregeld naar Brussel. Ik ga naar die vergadering en maak daarna dat ik zo snel mogelijk weg kom. Die stad, daar voel ik me niet prettig. Daar probeer ik zo kort mogelijk te zijn. Bij bepaalde steden heb ik dat heel sterk. Van de zomer had ik dat ook voor het eerst bij Barcelona. Ook het centrum van Amsterdam voelt niet meer zoals vroeger voor mij. Heb jij dat ook?’

Roelant: [geschrokken] ‘Nee, totaal niet.’

Anya: ‘Het kan ook zijn: te veel toerisme…’ [we barsten beide in lachen uit] De natuur is helend voor de mens, we komen voort uit de natuur.’

Roelant: ‘Maar natuur is wel een luxe geworden.’

Anya: ‘Dat is heel triest. In Zuid-Limburg hebben wij geluk. Daarom ga ik ook zo graag naar Zuid-Frankrijk, daar is een overdaad aan natuur. Wat ik zo mooi vind van de Camino [dit is de pelgrims wandelroute vanuit de Pyreneeën in Frankrijk naar Santiago de Compostella in Spanje] die ik heb gelopen van de zomer is dat ik soms uren heb gelopen zonder ook maar één mens te zien of te horen. Dat had ik niet verwacht. Ik liep het alleen, maar er zijn heel veel mensen die die route lopen volgens het officiële pad. Vanwege de research van mijn volgende boek heb ik dat gedaan. Die stilte is helend. Volgende vraag.’

Roelant: ‘Uit je vorige boek, Het Dossier, blijkt je liefde voor de schilderkunst. Wanneer heb je dat schilderen weer opgepakt nadat je was afgewezen voor de Kunstacademie?’

Anya: ‘Dat schilderen heb ik nooit opgegeven, altijd mee door blijven gaan. Met het studeren was dat lastiger, in het buitenland ook, maar ik ben altijd door blijven schilderen. Overal in de familie hangt wel wat van mij.’

Roelant: ‘Heb je een atelier aan huis?’

Anya: ‘Ik heb een kleine kamer die voor dat doel bestemd is. Helaas niet met het goede licht daarin. In mijn vorige huis had ik een betere kamer daarvoor. Maar goed, ik woon nu mooier en ik schrijf ook meer. En als ik schrijf, schilder ik niet, geen groot werk bedoel ik. Tussen 2009 en 2011 heb ik, parttime, de kunstacademie in België gedaan. Maar na onze verhuizing ben ik vooral gaan schrijven.’

Roelant: ‘Waar kwam die schrijversdrang vandaan?’

Anya: ‘Ik schreef altijd al veel, beroepsmatig. Marketingplannen, teksten voor brochures, al die dingen. Dat is natuurlijk wel heel wat anders, maar een toeristische visie schrijven is ook iets creëren. Je denkt na over wat je wil met dit gebied of die stad en je gaat onderzoek doen. Ik denk dat het kantelmoment kwam toen wij koningin Beatrix op bezoek kregen toen wij 125 jaar bestonden. De traditie van de VVV was dat wij elke keer bij een groot jubileum een boek maakten. De journalist die dat voor ons zou gaan doen, haakte op het laatste moment af. Toen besloot ik dat zelf te gaan doen met een oud-collega. Dat beviel me wel. In dezelfde tijd kreeg ik een telefoontje van de burgemeester, uit Mosset, het dorpje waar we een schuur hadden, dat door een storm het dak was ingestort en de boel nog verder naar beneden dreigde te vallen op andere huizen. In paniek racete ik snel naar Frankrijk om de boel te regelen. Het is een heel vreemde gewaarwording als een dak en een deel van de muur is weggevallen van je huis. Dat is symbolisch voor het leven. Als iets fundamenteel wijzigt, kun je anders tegen dingen aan gaan kijken. In Frankrijk werkt het zo in de bouw: je moet er continu bij zitten anders gebeurt er niks of veel langzamer. Dus ik op een fruitkistje erbij zitten. Ideeën voor verhalen kwamen spontaan boven. Toen besloot ik die gedachtes op te schrijven. Langzaamaan kwam er een heel verhaal. Eenmaal terug in Nederland ben ik dat gaan uitwerken. Zo is Vrij Uitzicht, mijn eerste boek, ontstaan. Bij toeval kwam ik Kitty Bakker [uitgever van B for Books] tegen bij BV. Limburg. Dat is een cultuur versterkende organisatie, die ook het lezen en schrijven onder de mensen wil bevorderen. Ik vertelde haar dat ik een manuscript had van een thriller. Kitty gaf me haar kaartje en zei dat ik het haar mocht opsturen. Een tijdje later belde ze me op om me te vertellen dat ze het boek heel goed vond en het wilde uitgeven. Zo is het begonnen. Daarna kwam Het Dossier. Lili de Ridder heeft bij die boeken de eerste 70 pagina’s de redactie gedaan, om me op weg te helpen. Bij Het Bloemenmeisje heeft ze het hele boek onder handen genomen. Dat was fijn. Ze verzuchtte zelfs dat ze bij die eerste twee boeken van me het gevoel had gehad dat ze vóór het zingen de kerk uit moest.’

Roelant: ‘Hahaha, dat zegt een vrouw!’

Anya: ‘Zij heeft een onvervalste humor, die is zo droog. Na Het Dossier werd ik door diverse uitgeverijen benaderd. Het is Grietje Braaksma geweest die me heeft aangemoedigd om mijn schrijverschap volledig tot ontwikkeling te laten brengen. Zij vond mij onderscheidend in mijn verhalen en originaliteit. En daar hoort volledige redactie bij een grote uitgeverij bij. Het Bloemenmeisje is een verhaal met veel gedachtes. Ik hoop dat de lezers dat observeren, dat ze ook het onder-verhaal meenemen, dat ze het niet alleen als een puzzel thriller lezen, maar dat ze ook de transformatie van de mens Nina meekrijgen.’

Dank je wel, Anya, voor dit bijzondere gesprek.

Roelant
Perfecte Buren

Winnaars die het boek Het Bloemenmeisje binnenkort mogen ontvangen zijn: Britney Maes – Nathalie Hogendorf – Lucette Commies

Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Wandelmagazine


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: