"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Boek van de maand - In gesprek met ... Hilde Vandermeeren

Vrijdag, 25 mei, 2018

Geschreven door: Hilde Vandermeeren
Artikel door: Roelant de By








Hilde
Vandermeeren interview.
“De
mens achter het boek; wie is dat eigenlijk en waarom heeft die dat geschreven. Wie
is de mens daarachter? Ik vind dat zelf ook interessant. Mocht het zijn dat u
een bepaald woord niet begrijpt of zo, mag u dat gerust zeggen”. Met deze tekst
begint Hilde Vandermeeren om haar interviewer uit Nederland op zijn gemak te
stellen. Haar Vlaamse tongval klinkt prachtig en is heel goed verstaanbaar. We
zitten in haar huis in België (in de provincie West-Vlaanderen) aan een grote
eettafel. Aan de achterkant is alles van glas en kijkt uit over een mooie tuin.
We drinken koffie. Als ik opmerk dat zij als Belgische, een Nederlandse
uitgever heeft met een Nederlandse redactie, legt ze dat graag aan me uit.
“Ik
schreef ook voor kinder- en jeugdboeken al in een soort standaardtaal. Dat was vaak ook met een Nederlandse
redactie. Voor mij maakt dat niet zoveel
uit
. In 2013 verscheen mijn eerste thriller bij uitgeverij Q. Dat
verschil tussen Nederland en Vlaanderen speelt eigenlijk niet. Je moet vooral
een goed boek maken, dat voel ik
ook zo met hart en ziel.”




“Ik
ben opgegroeid in Wielsbeke en in Waregem naar school gegaan. Tijdens mijn
schooltijd had ik al interesse voor wetenschap. Maar ook in de mens, de
menselijke geest. Op mijn achttiende
heb ik lang getwijfeld tussen de studies biologie of psychologie. Het is het
laatste geworden, vijf jaar in
Leuven. Heel interessant. Maar dan ben je afgestudeerd en wat ga je doen met
dat diploma? Je kon tijdens het laatste jaar wat extra bij leren zodat je kon
lesgeven. Dat heb ik toen gedaan. Vervolgens heb ik veertien
jaar gewerkt als docent in het secundair onderwijs, afdeling beroepsonderwijs:
richting verzorging en kinderzorg. Dat vak heet daar ‘omgangskunde’. Echt wel psychologie,
maar heel gericht op de praktijk van de leerlingen. Mijn man is ook psycholoog;
we hebben elkaar ontmoet tijdens de studie in Leuven. Inmiddels zijn we 24 jaar
getrouwd. Twee psychologen samen [lacht]. We hebben twee dochters, inmiddels 19 en 21 jaar. Dan is het zoeken
naar de balans: werk, gezin en schrijven. In 2006 nam ik de beslissing om me
alleen met schrijven bezig te houden, om daar mijn beroep van te maken. Mijn
vaste benoeming in het onderwijs heb ik toen opgegeven. Ik heb daar geen spijt
van. Ik schreef jeugdboeken en tevens voor de kinderkrant. De leeftijdsgroep
daar is tussen de 10 en 14 jaar. Die combinatie maakte dat ik van mijn pen kon
leven. Sinds 2013 schrijf ik ook voor volwassenen, thrillers. Die
onafhankelijkheid is heel fijn. Maar die heeft ook een keerzijde. Soms bekruipt
je de schrik dat er niks moet gebeuren met bijvoorbeeld je hoofd. Als zelfstandig auteur ben je wel
kwetsbaar, daar denk ik soms
aan. Veel mensen zeggen vaak: schrijver zijn, dat is tof. Ja, inderdaad, maar
je moet wel de wil hebben om op die stoel te blijven zitten. De ene dag heb je
de drive, een andere dag niet zo. Naast inspiratie heb je een heleboel
discipline nodig. Mijn kinderen zijn
beide ‘op kot’, dat wil zeggen dat ze op kamers wonen, ze studeren in Gent. Dat geeft mij de mogelijkheid om veel tijd
aan mijn schrijven te besteden. Mijn gewone werkdag ziet er als volgt uit. Ik
sta om 7 uur op. Dan koffie, krant en ontbijt. Snel daarna zit ik aan mijn
bureau. Ach, daar wou u een foto van maken, nee! [kijkt verschrikt en lacht
hard]. Dat is helemaal rommelig. Dat is niks voor een foto.”




“Ik
ben echt een ochtend schrijver. Eerst lezen wat ik de vorige dag geschreven heb
om daar weer in te komen. Ik zit in het verhaal en laat daarna mijn pen de
vrije loop; of toetsenbord beter gezegd. Niet alles ligt van tevoren voor 100%
vast. Als er een interessante gedachte komt, laat maar komen. Soms komt er een
heel personage bij. Dat mag erin. Ik schrijf vrij korte hoofdstukken van tussen
de 1000 en 1500 woorden. Tijdens het schrijven wil ik eigenlijk niet gestoord
worden. Met zo’n hoofdstuk ben ik dan in de voormiddag meestal klaar. Ik
krabbel dan in klad in een paar zinnen neer wat er kan gebeuren in het volgende
hoofdstuk. Dan stop ik en besteed de middag aan administratie, de kinderkrant
of wat huishoudelijke zaken. Ook doe ik mijn research het liefst ’s middags. Ik
heb zo’n negen maanden nodig per
boek. Dat is een beetje de globale lijn.”
Als
ik vraag waarom Londen de
locatie was van haar onlangs bekroonde boek Schemerzone,
komt er een heel duidelijk en verrassend antwoord.
“Meestal
is de locatie van mijn boeken niet precies bepaald. Dat was al zo in al de 45
jeugdboeken die ik heb geschreven. Dat vind ik prettig, want het verhaal kan
zich overal afspelen; het kan overal gebeuren. Bij Schemerzone
was dat anders. De grondgedachte voor dat boek was een stukje uit het nieuws.
Een zakenvrouw uit New York stapte op het vliegtuig naar Zuid-Afrika en postte
vlak voor haar vertrek een heel domme tweet. Die ging vervolgens viraal en toen ze geland was, had
de hele wereld er al van gehoord. Dat heeft haar geruïneerd. Dat raakte mij.
Daar wilde ik over schrijven.
Niet dat verhaal van die vrouw; ik wou iets anders doen. Toen dacht ik, oké wat als mijn hoofdpersoon
iets heeft waardoor de lezer (en de hoofdpersoon zelf) niet zeker weet of ze
zelf een bericht met verstrekkende gevolgen heeft verstuurd. Toen kwam ik op
narcolepsie. Dan ben je op sommige momenten machteloos. Op een bepaald moment
doet ze ook handelingen waarvan ze niet zeker weet óf ze die wel gedaan heeft.
Daardoor gaat ze aan zichzelf twijfelen. Dat vond ik zo intrigerend. En dan kom
ik op de vraag: waarom Londen?
De sensatiepers in Engeland is verschrikkelijk. Daar worden mensen veel sterker
dan hier openlijk aan de schandpaal genageld. Wat ze daar tonen aan
privébeelden is heel erg. Mensen kunnen daar echt kapot gemaakt worden. Dat wou
ik ook in mijn verhaal leggen. Vervolgens zijn we naar Londen gegaan voor de research. Waar woont mijn
hoofdpersoon? Waar werkt ze? Ik wou daar zelf lopen en de sfeer voelen. Hier
loopt ze ’s avonds, hoe ruikt het daar, wat zie je? Zo kom ik erop dat ik mijn
idee, mijn verhaal, het beste daar kan uitwerken. Vandaar Londen. Mijn boeken zijn allemaal standalone
verhalen; dat geeft mij de vrijheid. Maar zorgt er ook voor dat ik bij elk nieuw boek met een leeg blad, een
leeg scherm begin. Dat is niet te onderschatten.”




Hilde
lacht hartelijk, net als ik.
Onmiddellijk komt de hond erbij staan. Lag deze eerst rustig in de mand, zodra
er gelachen wordt wil ze delen in de gezelligheid en laat zich uitgebreid
aaien. Hilde: “Die hond voelt dat het oké
is en wil niks missen.” Vervolgens hebben we het over haar overstap
naar het thriller genre. Ik complimenteer haar met de lovende kritieken en de
vele prijzen die ze ontvangen heeft.
“De
overstap van kinderliteratuur naar de volwassenen was best een lastige. Ik had
al zoveel boeken
geschreven, maar ik wist: dat is geen garantie. De meeste volwassenen kenden
mij niet. Een nieuw publiek. Ik had het gevoel dat ik me nog meer moest
bewijzen dan een debutant, dat ik moest laten zien dat ik niet was blijven
steken in de kinderboeken. Ik vind dat ook zeker niet minder of zoiets, maar
het is gewoon voor een andere doelgroep. Dan komen die prijzen en mooie
kritieken. Dat is vooral heel motiverend. Ook mailtjes van lezers die vertellen
dat ze van mijn boek genoten hebben en uitkijken naar meer zijn zo waardevol!
De lezers beseffen soms niet dat een dergelijk bericht een katalysator is voor
een auteur. Nu komt mijn nieuwe boek eraan, “Pas op voor de buren”. Zodra het in print is, kan je niets meer
veranderen en moet je het loslaten. Dan komen de reacties los. Iedereen kan dat
dan lezen. Iedereen kan daar iets over schrijven. Dat is altijd spannend.
Altijd dat gevoel van: wat heb ik nu gedaan?”
Ik vraag haar: ”Voel je je dan kwetsbaar?”
“Ja,
enorm! Bij ieder creatief beroep kan je te maken krijgen met negatieve
recensies, dat hoort erbij. Maar
ik vind de manier waarop dat gezegd wordt wel heel belangrijk. Een beetje
relativeren heb ik inmiddels geleerd. Maar gelukkig zijn de reacties voor mij
meestal positief. Een schrijver die ik graag lees is de Britse misdaadauteur
Belinda Bauer, dat is mijn favoriet. Het is een breed palet waar mijn aandacht
naar uit gaat. De samenwerking met mijn uitgever is heel prettig. Goede
redactie ook. Bij een nieuw boek stuur ik de eerste pak ‘m beet, 30 pagina’s
op. Daar krijg ik een puur inhoudelijke feedback op. Dan komen er teksten terug van: ja, dat
zit goed; spannend etc. Dat is motiverend ook. [We lachen samen hartelijk] en
aan het eind staat er dan iets in de trant van: dit of dit kan beter. Zo gaat dat over en weer per
mail. In het najaar zien we elkaar persoonlijk in Antwerpen om samen met de
uitgever en redactrice het volledige manuscript te bespreken. Tegen eind
januari heb ik hun inhoudelijke opmerkingen allemaal verwerkt. Daarna komen de
rondes op taal. Zo komt elk jaar in mei een nieuw boek van me uit. Ik geniet
van het schrijven. Ik heb geen lijstje met allerlei dingen die ik zou willen
doen, zoals bergbeklimmen of wat dan ook. Dat hoeft voor mij allemaal niet. De
eenvoud en rust vind ik van grote waarde. In een drukke maatschappij vind ik
het een luxe om in alle rust te kunnen schrijven.”
Dank
je wel, Hilde, voor dit boeiende interview.
Roelant
de By – onze vliegende reporter

Eerder verschenen op Perfecte Buren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: