"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Boek van de Maand - Roelant meets Donald Nolet

Donderdag, 27 juni, 2019

Geschreven door: Donald Nolet
Artikel door: Roelant de By





De boekpresentatie van Donald Nolets nieuwste boek, Hoek, vindt
plaats op een bijzondere locatie. Een modern verbouwd, futuristisch ogend gebouw tegenover het OLVG-ziekenhuis in Amsterdam. Vlak voor de officiële lancering kreeg ik de mogelijkheid om Donald wat vragen te stellen.

Donald: ‘Bij mijn eerste boek heb ik de presentatie gehouden in een boekhandel in Amsterdam-Noord. Was heel gezellig. De tweede keer bij een boekhandel in Alkmaar, waar ik woon. Ook heel leuk. Dit keer doe ik het weer anders dacht ik. Naast het schrijven heb ik natuurlijk mijn “gewone”
werk. Met mensen waar je elke dag mee te maken hebt. Om het voor hen ook
makkelijk te maken om erbij te zijn, is onze werkplek wel de meest makkelijke
die er is. We zitten hier in Amsterdam in een prachtig pand, een voormalig
politiebureau.’
Roelant: ‘Dat is elke dag een flink stuk op en neer vanuit je huis naar
je werk.’
Donald: ‘Vroeger heb ik wel in Amsterdam gewoond, maar toen ik en serieuze
relatie kreeg en aan kinderen begon te denken, ben ik verhuisd naar Alkmaar.
Soms een gedoe, maar het heeft ook zijn voordelen. Ik zit twee keer per dag een
halfuur in de trein en kan dan altijd met mijn schrijven bezig zijn, hoe druk
het op het werk ook is. De continuïteit blijft er daardoor in zitten ook al is
het werkelijke schrijven dan minimaal. Je blijft er dagelijks mee bezig en dat
is heel erg prettig.’
Roelant: ‘Je doet best lang over een boek.’
Donald: ‘Ja, het moet allemaal naast mijn werk gebeuren. Ik kan me voorstellen
dat als iemand fulltime schrijft het dan sneller gaat. Ik heb een jaar of drie
nodig voor een boek, alles bij elkaar.’
Roelant: ‘Je nieuwe boek heeft een heel apart decor, de kickbokswereld in
Amsterdam. Hoe kom je aan de onderwerpen voor je boeken?’
Donald: ‘Mijn eerste boek, Versleuteld,
ging over een geheim uit de Tweede Wereldoorlog; mijn tweede boek, Handschrift
van de Duivel
, ging over een oud middeleeuws manuscript. Dat zijn beide
onderwerpen die ik heel fijn vind om over te lezen. Heerlijk om daar een boek
over te schrijven, maar dat was natuurlijk best al vaak gedaan. Voor mijn
nieuwe boek wou ik het decor van een andere hobby van me, de vechtsport. Ik kon
niet snel iemand noemen die iets soortgelijks als thriller geschreven had. Wat
ik interessant vind aan veel van die ouderwetse Amsterdamse criminelen, zelfs
een Holleeder, is dat ze aan de ene kant doodeng zijn, maar aan de andere kant
hoor je dat je ontzettend met ze kunt lachen. Dat maakt dat je ze ergens wel mag.
Dat vind ik een leuk spanningsveld, een interessant gegeven om mee te spelen.
Zo’n type heb ik ook in mijn boek proberen neer te zetten. Daarnaast kun je
kijken hoe iemand daar is uitgekomen; wat zijn de stappen die ertoe hebben
geleid dat dit jouw leven is, midden in die criminele wereld. 
Mijn verhaal is geïnspireerd op een
waargebeurd voorval. Vanaf mijn jeugd heb ik een grote interesse voor
allerhande vechtsporten. Een van de grondleggers van het kickboksen zoals we
dat nu kennen in Nederland, Jan Plas, bleek plotseling te zijn overleden. Toen
ik dat (kleine) bericht onder ogen kreeg, ben ik gaan graven. De man was al in
de zestig en werd toen opeens gearresteerd. Hij bleek zijn hele leven lang al
in het netwerk van Johan V. werkzaam te zijn geweest. Uiteindelijk opgepakt
wegens drugsmokkel. In de cel heeft hij zelfmoord gepleegd. Dit was een man die
in de kickbokswereld heel hoog in aanzien stond, maar die daarnaast dat
hele andere leven had bij de onderwereld. Heel tragisch dat hij op die late
leeftijd tegen de lamp is gelopen en in de cel zijn einde vond. Dit is niet
zijn verhaal, geen biografie, maar diende als inspiratie voor mijn hoofdpersoon.
Hoe gaat het als iemand twee levens leidt en wat gebeurt er als die twee door
elkaar heen gaan lopen, vroeg ik me af. Zo ben ik aan mijn boek begonnen.’
Roelant: ‘Wanneer ben je zelf met vechtsport begonnen?’
Donald: ‘Op mijn twaalfde ben ik begonnen met nunchaku. Een Japanse vechtsport
met twee stokjes die verbonden zijn met een ketting of touw. In Bruce Lee films
worden die vaak gebruikt. En zo kwam ik ook in aanraking met andere
vechtsporten. Eind jaren tachtig begon mijn fascinatie voor kickboksen. Dat was
toen der tijd nog een randsport. Gewoon boksen was veel groter. Maar mijn
interesse heeft het altijd gehouden. In mijn achterhoofd zat het idee om daar
ooit iets mee te doen. En dan niet om het kapot te maken, nee! Als sport vind
ik het nog steeds heel gaaf. Maar er zit vaak een criminele component in.’
Roelant: ‘Ik moet opeens denken aan die films met Rijk de Gooijer in de jaren
’70, als De Inbreker en Naakt over de Schutting,
met de vechtsporter Jon Bluming erin, die ook achteraf ook verdacht werd van banden
met de onderwereld.’


Donald: ‘Grappig dat je Jon Bluming noemt. In een vechtsport tijdschrift
dat ik regelmatig las, heeft hij een hele serie artikelen gemaakt van de jarenlange
tijd dat hij in Japan woonde. Ik heb dat werkelijk verslonden als 14,15-jarige.
Heel gaaf.’
Roelant: ‘Daar is blijkbaar ook je voorliefde voor Japan ontstaan, vanuit
de vechtsport. Want na de middelbare school ben je zelfs Japanse taal en cultuur
gaan studeren.’
Donald: ‘Dat zal ongetwijfeld,
hahaha. Je gaat er steeds meer over lezen ook. Fascinerend land. Die roman van
James Clavell, Shogun, is ook geweldig om je interesse in dat land
met die cultuur te vergroten. Daarnaast had ik een grote voorliefde voor taal.
Na mijn studie wist ik niet zo goed wat ik moest gaan doen. Mijn sollicitatie
bij de Nederlandse ambassade in Tokyo liep op niets uit. Ik kon wel meteen beginnen
bij een bedrijf dat zich bezighield met beleggingen in de Japanse beursindex,
de Nikkei. Ik voelde me er niet prettig bij.’
Roelant: ‘Het gaat daar alleen maar over geld.’
Donald: ‘Precies!’
Roelant: ‘En nu werk je op dit grote marketing-reclame bureau.’
Donald: ‘Er zijn veel overeenkomsten.
Er zitten hier enorm veel creatieve mensen. Bijna iedereen doet er iets anders creatiefs naast. De
copywriters 
schreven een boek, de mensen die met
beeld bezig waren, maakten daarnaast beeldende kunst. Dat was heel
gewoon. Toen dacht ik eigenlijk misschien kan ik dat ook wel. Ik hield al
heel erg van lezen. Toen ben ik gaan schrijven. Tomas Ross zag wel wat in mijn
manuscript en toen is het begonnen. Prompt won ik met mijn eerste boek de
Gouden Strop.

Nog steeds steunt hij me, dat is erg fijn. Zijn feedback is enorm. Hij stuurt wel
tien ideeën op om het nog beter te maken. Dan duizelt het behoorlijk, maar je
hebt er heel veel aan, al gebruik je er maar twee of drie. Zijn hulp is een
grote meerwaarde. Maar om op die vergelijking met de reclame terug te komen:
daar werkt het net zoals bij boeken, denk ik. Je moet het herkenbare en het
nieuwe altijd een beetje met elkaar vermengen. Aan de ene kant moet je iets
doen waar mensen een soort van herkenning in hebben, maar dat dan op een manier
doen die origineel is en net even anders dan anders. 
Tegenwoordig is het medialandschap enorm versnipperd. Als je vroeger een
heel goede TV-commercial had, was die op maandag door heel Nederland gezien en
hadden ze het erover bij het koffiezetapparaat. Dat is nu veel lastiger. Maar
het is wel waar je naar op zoek gaat. Soms hoef je ook niet bij héél Nederland
in de smaak te vallen. Als je een product hebt wat heel specifiek is, moet je
de reclame daarvoor daarop afstemmen. Bijvoorbeeld, ik maak al heel lang de
campagne voor Triodos bank. Dat is een duurzame bank, behoorlijk donkergroen.
Niet elke Nederlander gaat daar heen. Maar er is een wel een specifieke doelgroep:
wat hoger opgeleid, wat cultureler, gewoon een wat bewuster soort mensen. De
reclames die we maken zijn voor hén! Er zijn heel veel mensen in Nederland die
er niks aan vinden, en dat geeft niet. Als de doelgroep ze maar kan waarderen.’
Roelant: ‘Heb je voor je boek ook een doelgroep?’
Donald: ‘Nou mijn redacteur zei dat
hij dat bij dit boek best wel breed ziet. Je hebt mensen die meer in die
sporttak geïnteresseerd zijn, en je hebt mensen die de Amsterdamse onderwereld
fascinerend vinden. Dat zijn al twee verschillende takken. Ik heb zelf niet
zo’n doelgroep in gedachten. Ik kan me wel voorstellen dat als leraren
Nederlands hun leerlingen literatuur willen laten lezen, ze dan aan komen
zetten met boeken van Alex Boogers. (Hij is ook toevallig een oud-kickbokser en
kickbokstrainer; misschien niet heel toevallig dat ik hem aandraag.) Hij schrijft
literatuur, maar niet typisch Nederlands navel staarderig. Het zijn echte
verhalen met een kop en een staart over mensen die een beetje uit de onderkant
van de samenleving komen, waar hij ook vandaan komt. Geen ingewikkeld
taalgebruik, maar absoluut literatuur. Dit soort boeken zijn ideaal om de
leerlingen aan het lezen te krijgen. 
Nederlandse literatuur heeft er een
handje van om de openingszin alleen al met zes komma’s neer te zetten, waardoor
je meteen de moed in de schoenen zinkt als je niet veel leest. Ik zie mijn
boek, Hoek, ook wel als een aanzet voor mensen die niet zo snel een
fictie boek lezen. Dat heeft gedeeltelijk ook met het onderwerp te maken. De
cover met die vuisten laat meteen zien waar het boek over gaat. Een van de
verhaallijnen in mijn boek is dat van een vluchteling uit Syrië, die voor het
kickboksen specifiek naar Amsterdam gaat. Mensen uit de hele wereld komen
namelijk naar Amsterdam om zich te bekwamen in het kickboksen. Daar zit de wereldtop.
Mijn eigen deelname in die wereld beperkt zich tegenwoordig tot de zaktraining.
Dan vecht je niet tegen elkaar maar hou je jezelf fit door op zo’n grote zak te
stoten en trappen. En je bent nog steeds lid van zo’n school. Ik hou toch erg
van die sfeer en die heb ik zo goed mogelijk in mijn boek weergegeven. Ik vind
het fascinerend en ik hoop dat de lezers dat ook zullen vinden.’



Dank je wel voor dit fijne interview.
Roelant de By
Vliegende reporter De Perfecte Buren
Lees HIER de recensie van ‘Hoek’
Lees HIER de recensie van ‘Handschrift van de duivel’


We kregen heel wat mailtjes binnen maar het enige antwoord op de vraag waar de pot goud staat is: ‘Aan het einde van een bloederige regenboog’


De winnaars die Hoek binnenkort in hun brievenbus mogen verwachten zijn:  Joke Zwier – Truus Heijnen – Jannie Weerts – Tineke Rol – Marijke van der Hoek – Ruud Gras – Bep Heutink – Eva Maes – Sofie Ovaere. 




Eerder verschenen op Perfecte Buren.

Boeken van deze Auteur:

Versleuteld

Hoek