"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bonjour Nederland

Vrijdag, 30 april, 2010

Geschreven door: Stephanie Koning
Artikel door: Daan Stoffelsen

Française in Nederland. Interessant?

Het verhaal van een Française die naar Nederland komt om de liefde en, met wat ongemakken, gelukkig wordt; is dat de moeite waard? Dat misschien niet, maar
Stéphanie Konings Bonjour Nederland lijkt wel geslaagd te zijn in een bescheiden ambitie: een bij tijden aanstekelijk, maar nimmer diepgravend egodocument over immigratie en Nederland.

Stéphanie is een Franse twintiger die na jaren weer contact krijgt met een vakantieliefde (in een zeldzame flashback: ‘Die jongen zoent lekker, Véronique kan de pot op! Peter sluit zijn armen heel braaf om mijn middel. Dat vind ik enig.‘) en weer voor hem valt. Ze komt naar Groningen om met hem samen te wonen en dompelt zich onder in de Nederlandse taal (‘Na de eerste verschijnselen van keelontsteking heb ik het oefenen met de G opgegeven. De R gaat mij niet beter af. En deze twee letters achter elkaar… rampzalig. Niet handig voor iemand die naar de provincie Groningen emigreert.’) en cultuur (eten met zakjes poeder, de thuisbevalling, wietkwekende buren, de trouwring aan de andere hand…), Ze beschrijft haar ervaringen van totaal ongemak tot assimilatie en de wonderbaarlijke mate waarin ze zichzelf de taal eigen maakt.

Haar belevenissen zijn niet wereldschokkend en haar kritische ideeën over drugs (slecht) en wijze van bevallen (thuis of zonder verdoving bevallen is barbaars) zijn standaard en betwistbaar. De auteur houdt bovendien strikt vast aan de chronologie, in een mate die bijna opsommerig is. De stijl ten slotte laat zich het best illustreren met een beschrijving die ze van haar geboortegrond geeft: ‘Deze wonderschone plaats heeft een heel gezellig middeleeuws gedeelte, opgedeeld door frisse straatjes en heldere kanaaltjes. Een prachtig oud kasteel domineert vanaf zijn heuvel de hele stad. […] Over de omgeving raak ik ook niet uitgepraat, want die is adembenemend.’ Is dit een literaire roman?

Die term, die ik maar heb geleend van de rubricering van de uitgever, moeten we misschien negeren. Dan stel je vast: de open blik van de hoofdpersoon, haar bijna naïeve instelling en haar stevige temperament (‘Lul je altijd zo, als je te veel bier op hebt? Blijf vooral lekker in Nederland, Fransen hoeven geen asociale figuren als jij op bezoek.’) maakt haar wel sympathiek. Bonjour Nederland biedt een documentair inzicht in de cultuurverschillen tussen twee West-Europese landen (hoewel de Groningse vriend wel een extreme Hollander is, stug en vlak), en misschien zelfs een aanzet tot een sociologisch inzicht, namelijk dat zulke verschillen zich sterker openbaren bij de oppervlakkige cultuur van eten en kopen dan bij religie en politieke overtuiging.

Heaven

Dus is dit boek ook interessant? Het is één ding dat we een idee hebben wat dit boek pretendeert, een tweede om vast te stellen dat het daarin tot op zekere hoogte geslaagd is – maar wat vind ik er nu van? Het is een standaardvraag voor critici, volgens Arnold Heumakers (in Alle schrijvers hebben gelijk. Gesprekken met literaire critici (1998), door Wil Thijssen). ‘Een recensent schrijft weliswaar voor het publiek, maar zijn oordeel kan hij alleen aan zichzelf ontlenen.’ Als ik me dát afvraag: nee, Bonjour Nederland is niet interessant. Laat de stijl dan vlak en clichématig zijn, de structuur schools, ook inhoudelijk voegt het weinig toe. Dit zijn geen meningen die levens veranderen, er zijn geen grootse inzichten, het is zelfs niet verrassend – en dat is toch het minste wat ik in een egodocument zoek.

Een egodocument? Tja, de auteursbiografie, de gelijkluidende personagenamen, het vermijden van romanconventies – het heeft er wel veel van weg dat dit werk ook niet als roman bedoeld was. In die analyse raakt Bonjour Nederland aan een ander boek, Komt een vrouw bij de dokter. Daarin was het autobiografische nog ietwat vermomd. De hoofdpersonen hadden andere namen en er was een (ietwat flauw) ironisch commentaar, maar de auteur liet er geen twijfel over bestaan: ik ben die man, ik heb dat meegemaakt. De recensent die dan de hoofdpersoon bekritiseert, oordeelt automatisch ook over de auteur; en wanneer hij het plot niet interessant vindt zegt hij bijna dat de schrijver een saai leven heeft. Het is een positie waarin auteurs en uitgevers zichzelf manoeuvreren, en waar ik als recensent me wat ongemakkelijk bij voel. Gelukkig is er stijl. Bonjour Nederland is een aardig niemendalletje, maar geen roman. Het is een egodocument zonder diepgang. En literatuur? Literatuur is het al helemaal niet.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.