"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Boom in een winters bos

Donderdag, 4 mei, 2023

Geschreven door: Gerrit Jan Zwier
Artikel door: Jochem Wijma

Gerrit Jan Zwier in dromen en kunst naar de Scandinavische Romantiek in alternatief reisboek

[Recensie] “Werd het geen tijd weer eens terug te keren naar Scandinavië”, zo vraagt reisboekenauteur Gerrit Jan Zwier zich in de eerste zin van Boom in een winters bos af. Hij schreef al meerdere boeken over de noordelijke oorden, maar waagde zich ook naar Paaseiland en de Britse eilanden. 

Op reis gaat Zwier in dit boek vooral in eigen omgeving, want ook al is het antwoord op de opgeworpen retorische vraag ‘ja’, naar Scandinavië gaat de schrijver pas in het slothoofdstuk. De reisplannen die in februari 2020 voor de zomer worden gemaakt kunnen vanwege corona namelijk de prullenbak in.

Noodgedwongen moet de zelfverklaarde romanticus op reis door zijn eigen bibliotheek en, misschien nog wel belangrijker, door zijn eigen hoofd. Op zoek naar het romantische levensgevoel, een gevoel dat omschreven kan worden als een constant verlangen naar de eenzaamheid en grootsheid van de wilde, ongerepte natuur. Het leidt tot een boek dat het midden houdt tussen een dagboek, een bundeling van columns en een inleiding in de kunst van de romantiek.

In principe houdt de auteur in zijn zoektocht twee hoofdlijnen aan. Hij duikt in de landschapskunst van de Noorse schilder Johan Christian Dahl (1788-1857), met name het schilderij Vinterlandskab ved Vordingborg. De tweede rode draad is werk van de Noorse trollentekenaar Theodor Kittelsen (1857-1914), wiens tekening Trollet og Dyre Vaa (Söve du, Dyrre) al op een eerder boek van Zwier prijkte. 

Heaven

Reizen door dromen
Zwier duikt, omdat hij niet naar Noorwegen kan, letterlijk in de schilderijen van de twee kunstenaars. Dit doet hij door middel van lucide dromen. Door te luisteren naar het trollenmuziekje uit Peer Gynt en indringend te staren naar een tekening van Kittelsen probeert de auteur grip te krijgen op zijn dromen en letterlijk een schilderij te bezoeken, een bijzondere opzet waarin hij slaagt. In zijn dromen ontmoet hij bijvoorbeeld de Noorse volksheld Askelladen, een slimme knaap die trollen altijd te slim af is.

Maar Zwier heeft ook een lucide droom – of moet ik het een nachtmerrie noemen – waarin hij een minder fijne ontmoeting heeft met de trol die afgebeeld staat op Söve du, Dyrre? Het thema intrigeert de dromenreizer op zo’n manier dat we zelfs een boek over het onderwerp kunnen verwachten: De weg naar Innisfree, met in de hoofdrol Aaldert Oldekerk (Zwiers alter ego). 

Het maakt nieuwsgierig naar meer. Helaas blijven de tochtjes door Zwiers onderbewuste beperkt. Dat geldt ook voor de bezoekjes aan de boekenkast en het rariteitenkabinet vol attributen die onze gids op zijn reizen verzamelde, en dat is jammer. De auteur is namelijk een meester in het associëren en etaleert zijn kennis op een boeiende manier, met voldoende verwijzingen naar zijn eigen oeuvre. 

Gebrek aan illustraties
Vaker is de romanticus te vinden bij hunebedden. Dat die veel aandacht krijgen, is begrijpelijk: Zwier verbindt ze op goede wijze aan de Noordse romantiek. Die link is wat verder te zoeken in een  hoofdstuk dat volledig gewijd is aan een zwammenexcursie. 

De meeste aandacht gaat in dit alternatieve reisboek uit naar de kunst. Talloze hoofdstukken worden gewijd aan het werk van Dahl en tijdgenoten als Caspar David Friedrich, Gustav Carl Carus en Peder Balke (wiens werk prijkt op de omslag). Dat Zwier een kunstliefhebber is, wordt wel duidelijk. Het heeft haast iets ontroerends. Het jammere is dat de lezer niet ten volle mee kan genieten, want het aantal afbeeldingen dat in het boek is opgenomen is schaars, heel schaars. Alleen in het midden van het boek zijn wat illustraties opgenomen, al zijn daar meer foto’s dan schilderijen te vinden.

Coronaverslag
Eind 2021 mag de schrijver namelijk toch op reis, en komt er ook een einde aan de droge, onderkoelde dagboekverslagen waarmee Zwier zijn boek lardeert. Misschien zijn ze zelfs wel het hoogtepunt van het boek. Een senior uit de risicogroep doet verslag van de coronaperiode, soms met en soms zonder link met Scandinavië. Black Lives Matter-demonstraten, Famke Louise, Jort Kelder, Boris Johnson en Donald Trump krijgen er allemaal ongenadig van langs. Maar is  een boek wel geslaagd als het tussendoortje misschien wel lekkerder smaakt dan de hoofddis?

Eindigen doet Zwier dus met een verslag van zijn lang uitgestelde reis. Naar Noorwegen kan hij nog niet, wel naar het Duitse eiland Rügen en naar Denemarken. Hij gaat op zoek naar hunebedden, de inspiratiebronnen voor eerder beschreven schilderijen en naar musea. Samen met vaste reispartner Lampe (Marcel Schaap) gaat hij op pad. De eigenaardigheden van Lampe worden lekker uitvergroot beschreven, en als blijkt dat deze reisgenoot voor de Deense grens staat zonder paspoort, levert dat leuke scènes op. Ook bevat het slothoofdstuk heerlijke verwijzingen naar de boeken van Tolkien. De finale is een bezoek aan het H.C. Andersen-museum. 

Zoals eerder gezegd, schenkt de schrijver de meeste aandacht aan schilderijen. Lezers die hopen op besprekingen van romantische literatuur komen wat minder aan hun trekken. Maar als Zwier in de boeken duikt is hij wel op dreef. Faust en Peer Gynt worden op meesterlijke wijze beschreven. En ook de uiteenzetting over de (verkeerde) manier waarop wijlen Lucinda Riley componist Edvard Grieg portretteerde in Storm (deel twee van de populaire Zeven Zussen-reeks) mag niet onbenoemd gelaten worden.

Onder aan de streep kan geconcludeerd worden dat het romantische levensgevoel voor elke romanticus anders is. Zwier zoekt het vooral in landschapsschilderijen, anderen kijken naar sprookjes of volgen de lijn van de roerige geschiedenis. Boom in een winters bos is een inkijkje in het hoofd van een intelligente en makkelijk vertellende reiziger, een inkijkje met soms interessante en soms wat minder interessante zijpaadjes. 

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow