"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Brood

Vrijdag, 16 februari, 2018

Geschreven door: Elvis Peeters
Artikel door: Marnix Verplancke

De taal van de vluchteling

Recensie van Brood van Elvis Peeters

De eerste zin

“De nachthemel, daar moest ik aan wennen.”

Recensie

Hereditas Nexus

Twaalf jaar geleden schreef Elvis Peeters – de nom de plume van het koppel Jos Verlooy en Nicole Van Bael – de profetische roman De ontelbaren. In deze distopische roman wordt Europa overspoeld door miljoenen vluchtelingen. Weggetrokken omwille van de oorlog en de honger, of gewoon omdat ze een betere toekomst willen, ontwrichten ze het oude continent. Mensen voelen zich bedreigd, er wordt gehamsterd en geplunderd en uiteindelijk breekt de totale anarchie uit. Nu er echt sprake is van een ‘vluchtelingencrisis’, al neemt die de proporties niet aan die Elvis Peeters in hun zwartste dromen zagen, keren ze terug naar dit gegeven.

In Brood volgen we een jongen die opgroeit in een land in burgeroorlog. Het zou Syrië kunnen zijn, maar dat wordt nergens vermeld, en dat doet er ook niet toe. Zijn moeder en jongere zusjes zijn het land al uit, terwijl hij met zijn vader, broer en oudere zus is achtergebleven. Hij werkt in een kleine supermarkt, ziet hoe de voorraden slinken en de blokkades toenemen en heeft naast overleven slechts één grote bekommernis: zijn ontluikende seksualiteit en zijn onmogelijkheid om deze een zinvolle plaats te geven in zijn bestaan. Veel meisjes zijn er immers niet meer en ook wanneer hij samen met de rest van het gezin op de vlucht gaat naar Europa, blijft het vooral bij dromen en in de eigen broek tasten. Tot hij onder de rok van een onwillige vrouw tast. “Aan mijn vingers kleefde de illusie van een vrouw,” lezen we dan.

Deze naamloze jongen vertelt in Brood zelf zijn verhaal, in de ik-vorm, in korte zinnetjes, zoals we dat van een opgroeiend kind mogen verwachten. Voor wie het vroegere werk van Peeters kent, geschreven in zinnen die zelfs gezongen zouden kunnen worden, betekent dit een heuse stijlbreuk. En misschien wel niet de gelukkigste omdat Brood daardoor toch een ietwat schrale leeservaring wordt.

Veel positiever is dan weer dat Elvis Peeters van de jongen een agnost heeft gemaakt. Hij weet wel dat sommigen in een god geloven, maar hem laat dat helemaal koud. Daardoor slagen Verlooy en Van Bael erin de valkuilen van de religieuze reductie te ontwijken waarbij de persoon gereduceerd wordt tot zijn religie. Dat hebben we zo stilaan al genoeg gehoord, dachten ze wellicht, en ze richtten zich terecht op de veel interessantere psychologische ontwikkeling van de jongen.

3 vragen aan Elvis Peeters

Hoe moeilijk was het om een originele twist te geven aan iets wat zo vaak in het nieuws komt als de vluchtelingencrisis?

Peeters: “We hebben geprobeerd om heel erg vanuit de taal te schrijven. Hoe formuleert zo’n jongen die zijn land moet verlaten en naar Europa vlucht? We wilden de taal eenvoudig houden omdat ze van een opgroeiend kind moest zijn, maar tezelfdertijd moest er ook verwondering en poëzie in doorklinken. En dan is er de gefnuikte seksuele ontwikkeling natuurlijk. Wat zijn de gevolgen van een abnormale jeugd? Wanneer je niet op een gezonde manier met het andere geslacht hebt leren omgaan, heeft dat gevolgen.”

Zijn jullie ook met vluchtelingen gaan praten?

Peeters: “Neen. Deze roman is ontstaan vanuit onze verbeelding, vanuit ons inlevingsvermogen. Dat neemt niet weg dat ik bijvoorbeeld een jaar of dertig geleden samen met een vriend een maand heb rondgereisd in Syrië. Vader Assad was toen nog aan de macht en van opstanden en rellen was geen sprake. Ik trof daar een heel fijne samenleving aan. Anderzijds hebben Nicole en ik ten tijde van De ontelbaren een tijdje een Nigeriaanse vluchteling opgevangen. We hebben toen gemerkt dat er wel degelijk sprake is van een cultuurclash. Zo dacht hij bijvoorbeeld carrière te kunnen maken als profvoetballer, terwijl men hier natuurlijk niet op hem zat te wachten. Hij redeneerde ook anders dan wij. Wij vertrekken vanuit het individu dat initiatief moet nemen. Hij had een veel meer afwachtende houding, wachtte tot de groep, de familie hem zei wat hij moest doen. Vermits hij hier alleen was, gebeurde er weinig tot niets.”

Komt het wel goed met zo’n jongen, vraag je je als lezer af. Is de menselijke geest wel flexibel genoeg?

Peeters: “Ik denk het wel. Laat ons de veerkracht van een mens niet onderschatten. Die mensen komen hier niet als toerist of expat zoals wij naar hun landen trekken. De jongen uit Brood wil hier echt wel een leven opbouwen. We kunnen  ons niet inbeelden dat na al wat hij heeft meegemaakt om tot hier te komen, hij het nu zal laten schieten. Maar het vergt veel, deze maatschappij doorgronden en je persoonlijke verhaal verwerken in zo’n nieuwe onbekende context. Dat leerden we ook uit de tentoonstelling BE.LAND, een project van Vluchtelingennetwerk Vlaanderen, die we afgelopen weekend in Ukkel gingen zien.”

Eerder verschenen in Knack Focus

 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Brood