"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Buitengewone transporten

Woensdag, 17 augustus, 2022

Geschreven door: Dirk Mulder
Artikel door: Evert van der Veen

Een cruciale rol in de Holocaust

[Recensie] De ondertitel geeft pas de ernst van de onschuldig klinkende titel Buitengewone transporten aan: Deportaties van Joden, Roma en Sinti uit Nederland, 1940 – 1945. Die onschuld past bij het verhullende taalgebruik van destijds waarin de Duitsers hun ware bedoelingen met Joden verborgen.

In ruim 100 transporten werden 107.000 mensen vanuit Nederland gedeporteerd. Achter in het boek worden alle transporten genoemd. Slechts 5000 mensen overleefden de kampen.

“Synoniem voor Westerbork in de oorlogsperiode was de trein. Deze bepaalde het leven in het kamp” (p. 15). Het boek “Buitengewone transporten” begint met het schetsen van een algemeen beeld van de oorlog waarin de druk van anti-Joodse maatregelen toeneemt. De eerste razzia’s op 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam, waarbij 427 Joden worden opgepakt, zijn daar een duidelijk symptoom van.

Het is jammer dat het beeld van de Joodsche Raad in dit boek ongunstig is. Dirk Mulder was bij het schrijven nog niet op de hoogte van het boek van Bart van der Boom “De politiek van het kleinste kwaad” dat dit heersende beeld met schriftelijke documenten van toen nuanceert.

Bergen

Reeds in het najaar van 1939 verschenen er instructies voor de buitengewone transporten die als doel hadden de ‘Umschichtung von Juden’. Dit verhullende taalgebruik is typerend voor de transporten waarbij Westerbork als verzamelplaats een cruciale plaats innam. In de geciteerde woorden van Abel Herzberg: “Westerbork was de breuk met gisteren, de angst voor morgen en de realiteit van vandaag” (p. 73).

Veel aandacht wordt in dit boek besteed aan de strakke organisatie van de transporten die als doel hadden Nederland ‘Judenrein’ te maken. Aangrijpend is het verhaal dat een 3-jarig kind en een baby door een Joodse moeder aan vreemden op het station van Utrecht worden meegegeven.

Ook de rol van de NS wordt beschreven. Deze organisatie bleef autonoom in de oorlog maar moest als tegenprestatie alle buitengewone transporten tegen betaling uitvoeren. In het belang van de Nederlandse bevolking koos de directie van de NS hiervoor. Het heeft lang geduurd voordat deze kwalijke keuze door de NS werd erkend en nog niet zo lang geleden hebben de NS openlijk excuses gemaakt en een vergoeding aan Joodse nabestaanden aangeboden.

De vraag wat de mensen in kamp Westerbork wisten, komt ook ter sprake. De wekelijks terugkerende trein zorgde iedere keer voor een angstige spanning. Mensen wisten niet precies wat hen in Auschwitz stond te wachten maar de moeite die men deed om van de transportlijst af te komen, illustreert wel de angst voor een onzekere, duistere toekomst.

Een aantal transporten wordt speciaal belicht: het kindertransport in juni 1943, het ziekentransport in februari 1944 en het zigeunertransport in mei 1944. Citaten van reisimpressies en briefjes die uit de trein werden gegooid, maken duidelijk hoe de reis verliep en hoe mensen dit ondergingen.

Bij de grens met Duitsland nam de Reichsbahn de verantwoordelijkheid over. Ook hier was het verhullende taalgebruik typerend. In documenten was sprake van Umsiedlung en Evakuierung. Afgeschreven materieel werd tegen de normale vergoeding ingezet.

Dit boek Buitengewone transporten maakt indringend duidelijk dat de trein het symbool van deportatie en vernietiging is geworden. Het boek nuanceert het gevestigde beeld dat er uitsluitend veewagons werden gebruikt. Er zijn in het begin echter ook personenwagons ingezet. Dat doet aan de ernst van de gebeurtenissen niets af. De trein was een ‘giftige slang’ met dood en vernietiging van onschuldige mensen als enig doel. Het is goed dat dit boek is verschenen om deze treinen in de Tweede Wereldoorlog in het middelpunt te plaatsen omdat zij een cruciale, dodelijke rol hebben gespeeld.

Dirk Mulder is historicus en was 33 jaar directeur van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Hij publiceerde over het kamp, de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Samen met David Barnouw en Guus Veenendaal schreef hij De Nederlandse Spoorwegen in oorlogstijd 1939 – 1945.

Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow