"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Burning Images, A History of Effigy Protest

Donderdag, 28 oktober, 2021

Geschreven door: Florian Göttke
Artikel door: Chris Reinewald

Hoe de brandende poppen terugkeerden

[Recensie] Voor zijn fascinerende researchboek Burning Images, tevens dissertatie, verzamelde beeldend kunstenaar Florian Göttke internetfoto’s van het publiekelijk verbranden van poppen die vaak wereldleiders voorstellen. Deze archaïsche praktijk werd na de 11e september 2001 populair in Arabische landen als dreigend protest, die wereldwijd via de (sociale)media werd verspreid.

“Ze moesten een brandende poppenwagen je kutwerk binnenrijden,” schreef ‘volksschrijver’ Gerard Reve in 1967 in een even schandalige als hilarische dagboeknotitie. Net zo grof is ‘effegie’: het in brand steken van een pop om daarmee je vijand te beledigen en/of te dreigen met een marteldood. 

Zo staken Pakistaanse demonstranten op 30 maart 2008, naar aanleiding van de Mohammed-cartoonkwestie, een pop in de fik waarin we ‘onze’ PVV-politicus Geert Wilders zouden moeten herkennen. Donkere wenkbrauwen, kortgeknipt zwart haar en een dun snorretje. Tja, blijkbaar konden ze niet een-twee-drie een goede foto van de blondgelokte populist op het internet vinden. De actie spreekt echter voor zich. Het gaat niet in de eerste plaats om een treffende gelijkenis als wel om het protest en de dreiging aan de persoon en de westerse natie in kwestie.

Afgaand op de zwart/wit postzegelformaat-foto’s in het boek zijn meestal Amerikaanse presidenten de sigaar. In de Amerikaanse rassenrellen tussen 1930 en 1968 komen we ook verbrande of opgeknoopte poppen tegen die zwarte studenten voorstellen. Hun fout was dat ze gewoon ook aan de High School of universiteit wilde studeren. Helaas werden er ook in het echt mensen gemarteld.

Boekenkrant

Verbrand de gouverneur

Onbedoeld geestig beschrijft Göttke hoe men zonder veel vakmanschap een levensgrote (of werkelijk reusachtige) strooien pop in elkaar knutselt, deze westers aankleedt en voorziet van een nagetekend of gefotokopieerd gezicht. Om de belediging en herkenning te vergroten worden er ook leuzen en inhoudelijke misplaatste David-sterren (=zionisme) en/of Nazi-swastika’s bijgetekend. Het gooien van schoenen (of daarmee omhangen) is een specifieke grove belediging in Moslim-landen.

Effigie-protest is even fascinerend als complex. Göttke stelt dat er een archaïsche oorsprong aan ten grondslag ligt, verwant aan bespottingen bij carnaval en eindejaartradities, waar hij  maar zijdelings op ingaat. Gezien het bezwerende en dreigende aspect moet je ook denken aan de voodoo-praktijken die vanuit Afrika midden-en Zuid-Amerika bereikten; met name naalden in poppetjes steken. Göttke meldt niets over deze mogelijke invloed.

Wel ziet hij verbanden tussen westerse naties en hun voormalige kolonies.

Het verbranden van stropoppen in Pakistan, ooit een Britse kolonie, lijkt bijvoorbeeld op Angelsaksische, anarchistische traditie rond Guy Fawkes, een ter dood veroordeelde 16de eeuwse anti monarchistische samenzweerder. Ook in (on)bewuste navolging van Fawkes staken bewoners van Port Said, Egypte in 1918 een pop aan die de gehate Britse gouverneur Lord Allenby moest voorstellen. Hieruit kwam het ‘format’ van de protest-viering Harq a-Limby (=verbrand Allenby) voort. Na WO2 knoopten veel westerse landen poppen van Hitler op om hun wraakgevoelens op te botvieren.

Effigie verloopt volgens een vast stramien: broeiend protest, knutselen, ronddragen en dan de ontlading: ophangen of in brand steken, stenigen, slaan, vertrappen. Dit gebeurt meestal door een massa mensen tegelijk, zoals Elias Canetti (vreemd genoeg ook ongenoemd bij Göttke) in zijn standaardwerk Massa en Macht beschrijft. Maar het kan ook een individuele actie in een voortuin zijn: presidentskandidaat Sarah Palin als zeldzame vrouwelijke pop bijvoorbeeld.

Je beseft het als tv/beeldschermkijker vaak niet zo, maar na 2001 zijn effegies duidelijk mediageniek, zoals een overzichtsfoto toont. De grote massa kan hoogstens alleen de rook van de verbrande pop zien. Letterlijk op de eerste rij zitten cameramensen die de gedetailleerde opnames wereldwijd zullen gaan verspreiden.

Op het beledigen van het eigen of een bevriend staatshoofd staat binnen Europa niet echt meer een straf. Tegelijk kun je je indenken hoe onaangenaam het voelt om als politicus een opgehangen pop van jezelf aan de garagedeur te vinden.  

Burning Images is ondanks de soms stroeve academische toon fascinerend, ook omdat Göttke oog heeft voor mooie foto’s die hij wél groter gebruikte. Een pop met zwart/witte kop ligt onder een bord “$ 25 Fine For Dumping Dead Animals”, Texas, 1968: ene John Howard Giffin. Deze blanke Texaan liet zich zwart schminken om als undercover aan de lijve racisme te beleven en er een boek Black Like Me over te maken. Daarmee haalde hij zich bij de ‘rednecks’ rassenhaat op de hals.

Eerder verschenen op Alleroogen