"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

U mag even plaatsnemen

Dinsdag, 31 augustus, 2021

Geschreven door: Caroline Reeders
Artikel door: Nico Voskamp

Elegant omgaan met slecht nieuws

[Recensie] Op de keper beschouwd is de titel van deze recensie een contradictio in terminis, maar het is een realiteit die de schrijfster overkwam. Of beter: tsunamiseerde. Het slechte nieuws dat haar overspoelde was borstkanker. Een rottig begin van een lang traject dat woorden oproept die je liever niet op jezelf van toepassing ziet zijn: bestraling, operatie, verwijdering van stukjes lichaam, ongewenst bezoek aan wachtkamers, herdiagnose. Ze verwerkte het proces met het schrijven van stukjes, elegante stukjes die dit boek vormen.

Hoe triest ook, nieuw is het verhaal niet. Jaarlijks krijgen ongeveer 14.000 vrouwen in Nederland de diagnose borstkanker en daar verschijnen boeken over van verschillende kwaliteit. Caroline Reeders kiest voor een manier van schrijven die aansluit op het citaat voorin het boek van Bob den Uyl:

“’Het geheugen valt te manipuleren. Soms schrijf ik een verhaal rond een of meer gebeurtenissen waarvan ik getuige ben geweest of waarin ik een rol heb gespeeld. De waarheid moet dan enigszins bewerkt en opnieuw gerangschikt worden, er moet iets worden toegevoegd en iets worden weggelaten…”

Dat levert hier kleine, verrassend mooie verslagjes op die – bijzonder – enigszins afstandelijk getoonzet zijn. De meeste verslagen van borstkankerpatiënten zijn intiem, dicht op de huid, met heftige emoties, toppen en dalen. Het verhaal van Reeders is haast poëtisch, realistisch maar zeker ook erudiet, verwijzend naar boeken, dichters, klassiekers, muziek, kunst.

Boekenkrant

Blijkbaar verloochent haar boekenachtergrond (ze is directeur van Atheneum Amsterdam) zich niet. Het beschrijven van haar sores in bijvoorbeeld de bestralingsruimte doet ze sensitief en schrijnend realistisch:

“De control room waar zij en haar collega (de radiotherapeutisch laborante) de apparatuur zullen bedienen bevindt zich vlak bij de uitgang achter de muur. Ook mijn man zal daar straks gaan zitten.

‘Dat is om ons te beschermen. Straling komt niet de hoek om.’

Als het bestralingsapparaat links boven mij positie neemt en richt, is er een moment waarop de even mooie als kwetsbare contour van mijn ribbenboog en borst te zien is, als een schaduw in een spiegelend vlak. Arme, arme borst, denk ik. Zo’n weerloos, onbevangen lichaamsdeel, dat zelf niet kan bewegen. Vriendelijk, positief, het eeuwige symbool van vrouwelijkheid wordt nu onzichtbaar, onhoorbaar en pijnloos beschoten.”

Zo neemt ze de lezer meer in haar afdaling in Onderaarde, die natuurlijk veel meer omvat dan alles wat haarzelf treft. Haar man, zelf arts, heeft een bijrol als haar persoonlijke taxichauffeur, begeleider in ziekenhuisgangen, duider van ingewikkelde diagnoses. Knap is dat Reeders hem laat zien in al die verschillende rollen, met als onnadrukkelijk maar poignant hoogtepunt het beeld van lijdende echtgenoot. Extra lijdend want met voorkennis behept.

De algemene indruk is: mooi beschreven. Het tekent de onverschrokkenheid en doorzettingsvermogen van Reeders dat ze er een eerlijk verslag van maakt. Ze gaat de twijfels, het verdriet en alles wat daarbij hoort niet uit de weg, maar giet het in een uiterst leesbare vorm. Dat is voor ons buitenstaanders een fijne bijkomstigheid.

Ook verschenen op Nico’s recensies