"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Chraja

Vrijdag, 1 mei, 2020

Geschreven door: Dietske Geerlings
Artikel door: Marjon Nooij

De boodschappers van gedachte en herinnering

[Recensie] Er worden veel boeken in eigen beheer uitgegeven, af en toe kom je een titel tegen die verdraaid goed in elkaar zit. Dat geldt in het bijzonder voor het boek Chraja. Auteur Dietske Geerlings (1971) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde. In Zutphen verdient zij sinds 1996 haar brood als docent Nederlands en in 2018 zag haar eerste dichtbundel bRoos het levenslicht. Hier bleef het niet bij, want er verschenen nog drie dichtbundels en drie romans.

De roman Chraja draait om de mythe uit de middeleeuwse IJslandse Edda, over de eenogige Noorse oppergod Odin, godin Frigga, hun zoon Thor, de raven Hyge en Minne en de wolf Fenrir. Tevens heeft de auteur symboliek een belangrijke rol gegeven.

Wanneer Chraja met Wolf langs het water loopt om hem uit te laten, ziet ze twee keer een grote, zwarte raaf vliegen. Even later, op de begraafplaats, ziet ze er nog een aantal krassend overvliegen. Ook in haar gedachten blijven de raven cirkelen en brengen herinneringen naar boven over haar – nu volwassen – zoon Tommy en haar ex-man Lieuwe. Het doet haar besluiten haar zoon een bezoek te brengen en hem te vertellen wat ze heeft gezien, maar zijn jeugdherinneringen staan hem niet meer helder voor de geest. Tijdens hun gesprek geeft ze aan dat ze het gevoel heeft tekortgeschoten te zijn als moeder.

Haar ontmoeting destijds met Lieuwe – de vader van Tommy –  resulteert al snel in een zwangerschap en hij blijft bij haar uit plichtsbesef. Chraja echter voelt zich niet prettig in hun relatie. Het maakt dat ze zich schuldig voelt, maar de relatie eindigt wanneer Lieuwe besluit om zijn koffers te pakken. Door haar ervaring met de raven belt ze hem met de bedoeling om hem een bezoek te brengen.

Boekenkrant

Dan krijgt Chraja het verzoek om het portret te schilderen van een baarddragende man die zich voorstelt als Reinier. Aanvankelijk is ze wat afhoudend, maar standvastig in zijn wens om toch een portret van zichzelf te krijgen neemt hij een bijzonder besluit.        

“‘… mijn vrouw, zij was mijn spiegel. […]’
‘Dat mis ik… ik mis mijn spiegel. […]’
‘Als ik zelf in de spiegel kijk, zie ik het niet.’ Ik zie het niet.’
‘Wat ziet u niet?’
‘Als ik zelf in de spiegel kijk, zie ik het niet.’
‘Wat ziet u niet?’ herhaalde Chraja haar vraag, maar toch net wat anders.
‘Ik zie mezelf niet.’
‘Wie ziet u dan?’
‘Dat vraag ik me elke dag af… en daarom…’
‘Daarom wilt u dat ik u portretteer?’
‘Precies.’”                                                                                                                                                     

Gevoed door haar onverwachte ervaring met de raven en de herinnering aan de vakantie destijds met haar gezin, besluit ze er in haar eentje op uit te gaan. De tent en alle toebehoren gaan in de rugzak en samen met Wolf rijdt ze naar Noorwegen om terug te gaan naar de Besshø; de berg van toen. Daar is ze volledig op zichzelf aangewezen, maar tijdens de wandeling ontmoet ze een jonge man die haar de helpende hand biedt wanneer ze in de problemen dreigt te komen bij de oversteek van het Bessvatnet. Tot haar verbazing is ze behoorlijk onder de indruk van de man. Naderend onweer brengt haar gedachten terug naar die keer, op diezelfde berg, dat ze Lieuwe en Tommy haar versie vertelt van de mythe over Odin – wat Lieuwe een ‘Chrajaanse mengelmythe’ noemt.

“Op een koude, heldere avond zat Odin in zijn zware leunstoel bij het raam. Hij zag de maan hoog in de lucht en hij voelde zich eenzaam. Zijn enige gezelschap zo nu en dan waren de gedachte en de herinnering, in de vorm van de twee raven Hyge en Minne. Odin was erg gesteld op Minne die de herinnering aan Frigga levend hield. Frigga was de mooie, jonge godin uit zijn verleden. Lang geleden was zij na het baren van zijn zoons verdronken in het Bessvatnet. Soms was de herinnering zo tastbaar dat Odin zich in haar nabijheid waande. Hij kon bijna haar lange, zijden haren voelen en de flonkering in haar ogen zien. Elke dag keek hij uit naar de zware vleugelslag van Minne, wanneer zij vanachter de Besshø over het water aan kwam vliegen en naast hem neerstreek. De herinnering bepaalde zijn gedachten en daarom was Minne krachtiger dan Hyge. Minne jaagde Hyge weg en dan bleef Odin samen met Minne achter in een gelukzalige toestand.”

Vanaf dat moment maakt de roman op een fascinerende manier een ommekeer en vervolgt het als het ware als een spiegel van zichzelf. Niet alleen spiegelt het verhaal zich, maar ook de opbouw van het boek doet dat. De personages krijgen op verschillende manieren een spiegel voorgehouden. Heel doordacht geconstrueerd. Méér schrijven over dit kunstwerkje zou onherroepelijk tot spoilers leiden. Lees en beleef het verhaal en laat de puzzelstukjes één voor één op de juiste plaats vallen.

Het intelligente verhaal zit vol motieven, zoals onder andere de raven, de spiegel, baarden en vele andere voorbeelden. Sommige van de namen hebben een verklarende betekenis en zijn niet voor niets zo gekozen. De naam Reinier is als palindroom perfect gekozen.

Geerlings bouwt de plot rustig op, maar trekt je ongenadig mee in het hoofd van Chraja, die ze psychologisch goed heeft uitgewerkt. Het gelaagde en complexe verhaal is magnifiek opgebouwd. De dialogen zijn geloofwaardig en levendig en grepen me hier en daar bij de strot.

Achterin het boek is een lijst opgenomen met, per hoofdstuk, de vertaling van de dialoog in het Noors. Aan de opmaak van het boek is nog wel een en ander te verbeteren, maar dat doet aan de kwaliteit van het verhaal niets af.

Diep onder de indruk sloeg ik het boek dicht. Er zitten écht pareltjes tussen de selfpub’s. Chapeau voor Geerlings!

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken