"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Christus wordt weer gekruisigd

Vrijdag, 7 april, 2023

Geschreven door: Nikos Kazantzakis
Artikel door: Edwin Stok

Van de auteur van Zorba de Griek & The last Temptation of Christ

Lijden en mededogen

[Essay] Dit boek over lijden en over mededogen is er één van de soort die me in mijn vroege tienerjaren al ‘bij de kladden greep’ en waarvan de herinnering me niet meer los liet. Onlangs kwam ik de titel van het boek opnieuw tegen. Niet meer als ouderwets boek (ISBN 9789028426573), maar als e-boek (ISBN 9789028441699). Het boek van destijds was van de bibliotheek. Het e-boek van nu is iets voor de nieuwe generatie die altijd maar online is en alles op een piepklein schermpje bekijkt. Waar zijn de echte boekenliefhebbers en de analoge wereld gebleven?

Gelukkig voor de ouwelui van mijn generatie zijn er ook nog ouderwetse echte boeken die een genot zijn voor de ziel en voor de boekenplank waarop al heel wat klassiekers prijken. Gewone stoffelijke boeken waar je de tijd voor moet nemen. Echte boeken gaan niet samen met het voortdurend swappen op een schermpje als er berichtjes binnen komen. Met een boek moet je je isoleren. Afschermen van al het andere. Even terugtrekken uit de informatiestroom van een voort ijlende wereld en een rustmoment nemen tussen alle hectiek van het leven. Literatuur, gedrukt in een ouderwets boek in de zin van de grote klassieken, is als een balsem voor de geest.

Beroemd om twee andere boeken
De auteur Nikos Kazantzakis is eigenlijk beroemd geworden met twee andere boeken; Zorba de Griek (leven en wandel van Zorbás de Griek) en De laatste verzoeking van Christus (The last Temptation of Christ). Beide zijn vooral in de bioscopen als een komeet omhoog geschoten. Ik heb beide als DVD film omdat ze tot de klassiekers van de filmwereld behoren, maar waar het op de boeken aan komt van Nikos Kazantzakis, ligt mijn voorkeur toch echt bij zijn boeken Christus wordt weer gekruisigd, Ascetica, de redders van God en De weg omhoog en de strijd om vrijheid.

Klein-Azië
Nikos Kazantzakis schreef Christus wordt weer gekruisigd in 1948. Het verhaal werd gepubliceerd in 1952. Het Griekse dorp waar het boek zich afspeelt heeft een Turkse bestuurder, een Agha. Een duiding door de pastoor van de vluchtelingen in het boek, pope Fotis, over smachtend naar het noorden kijken waar Byzantium ligt, en de feitelijke werkelijkheid dat in de tijd waarin het boek geschreven werd, er geen Turkse bestuurders meer waren in Griekenland (dat eindigde in 1913 Geschiedenis van het moderne Griekenland – Wikipedia ), heeft al aardig wat recensenten tot de aanname gebracht dat het boek zich afspeelt in Klein-Azië, in Türkiye. Ver aan het slot van het boek wordt die locatie ook bevestigd; Het is de regio Anatolië in Klein-Azië, in het huidige Türkiye.

Ondanks dat het zo geschreven staat, geef ik u een alternatief voor die ene duiding: Het huidige Lykovryssi, het dorp waar het verhaal zich afspeelt, ligt ca. 18 kilometer boven Athene, op het vaste land van Griekenland. Niet in Klein-Azië. Niet op 1 dagreis van Smyrna in Türkiye. Het huidige Ai Giorgis, het dorp waar de vluchtelingen uit het boek vandaan komen, ligt in de regio Thessalonica, op het vaste land van Griekenland. En het boek verhaalt over dertig dagreizen (te voet) die door de vluchtelingen werden afgelegd tot aan Lykovryssi.

De berg Sarakina en de Panagia liggen dan weer niet boven Athene maar op het eiland Kreta, ten zuiden van het vaste land van Athene. Zo loopt er een denkbeeldige parabool-achtige lijn tussen Kreta, Athene, Ai Giorgis in Thessalonica, Byzantium, Smyrna en Klein-Azië: Byzantium – Google zoeken

Wat brengt de auteur er toe om zijn verhaal langs het eiland Kreta, via het vaste land van Griekenland en helemaal tot in Klein Azië te laten lopen ? Nikos Kazantzakis werd geboren in het jaar 1883 in Heraklion op het eiland Kreta, dat tot 1913 onder Turks bestuur stond. Indien we zouden veronderstellen dat het boek zich afspeelt in de jeugdjaren van de auteur die opgroeide onder Turkse heerschappij, en hij een pakkende roman wilde schrijven over de identiteit van het (orthodox) Christelijke Griekenland uit zijn jeugd, vermengd met zijn herinneringen aan een buitenlands bestuur, wordt het aannemelijker dat Kazantzakis zowel Griekenland als Türkiye heeft willen beschrijven. Ergens in de tijdlijn eind 19e eeuw – heel vroeg 20e eeuw.

Passiespel
De opening van het boek is meteen de prelude voor alles wat er in het verhaal gaat gebeuren. Hoe beeldend beschrijft de auteur het dorpse leven in de Griekse gemeenschap van Lykovryssi op de tweede Paasdag en schetst hij zo pakkend ieders karakter. Deze tweede Paasdag is van meer betekenis dan de vorige jaren, want de dorpsraad komt bijeen om te beraadslagen wie volgend jaar de hoofdrollen krijgen in het Passiespel rondom het lijden, sterven en de wederopstanding van Jezus. Eén voor één worden de gekozenen naar voren gehaald, en voor het aangezicht van de dorpsraad worden hun tekortkomingen aangehaald met de vermaning om hun leven te beteren zodat ze over een jaar, bij het Passiespel, volledig zuiver van ziel hun rol van de Apostelen en van Jezus kunnen vertolken. Misschien moet je hier als lezer een Christelijke achtergrond hebben om te voelen wat er door de kandidaten heen gaat. Er treedt een magie binnen die hen echt verheft en begeestert. Net zoals in het Nieuwe Testament trekken zij zich terug in de heuvels – in het geval van het boek van Kazantzakis langs het Voidomata-meer – om na te denken over alles wat geestelijk is, en ze krijgen behoefte om allen een Bijbeltje te lezen.

Notabelen
De eenvoudige schaapherder Manolios werd vanwege zijn zachte karakter, zijn studieachtergrond bij de paters, en door zijn uiterlijk gekozen om de rol van Jezus op zich te nemen. Het is de studieachtergrond waardoor Manolios zonder een moment te twijfelen het onderscheid voelt tussen goed en niet goed, tussen een passieve laissez-faire houding en actief mededogen. Op de eerste dag van zijn uitverkiezing wordt dit onderscheid in hem wakker gemaakt wanneer een haveloze groep Grieken uit Ai Giorgis rond etenstijd het dorp van Manolios binnen strompelt, op de vlucht gedreven, hongerig en vermoeid. Ze vragen om de notabelen te mogen spreken, maar niemand doet iets. De dorpsbewoners staan daar, goed doorvoed, met volle mond. Het is Manolios die als een natuurlijke leider (hoewel hij een dag ervoor slechts schaapherder was) het heft in handen neemt. Hij stuurt zijn medegekozenen er op uit om de notabelen te halen, en laat hen inspelen op de zwakke plekken van iedere notabele. Zonder enige aarzeling worden zijn orders direct aangenomen.

De rijke dorpsbewoners zijn bang voor besmetting, opgejut door hun dorpspriester. Het zijn Manolios en zijn medegekozenen die barmhartigheid tonen en de vluchtelingen voorzien van eten en drinken dat ze zonder toestemming uit de kelders van hun eigen families halen. Daarna wijst Manolios hen een bergwand met grotten waar de vluchtelingen beschutting zullen vinden, stromend water en volop patrijzen (vogels die prima smaken). Daden van mededogen.

Worsteling
Nadat er een week verstreken is, ontmoeten één van de gekozen apostelen voor het Passiespel, Yannakos, en de gekozen Maria Magdalena, Katerina, elkaar op de berg waar de vluchtelingen verblijven. Beiden doen een goede daad. Manolios worstelt intussen met het aardse en het verhevene, en nadat hij zijn gezicht heeft verfrist in een put met stilstaand water, begint heel zijn gezicht op te zwellen en lelijk te ontsteken. Zo begint de lijdensweg voor de Jezusfiguur in het boek.
Innerlijk voltrekt zich een nieuwe omwenteling in hem en zijn eerste angst slaat om in dankbaarheid voor zijn lijden. Hij dankt God er zelfs voor. Deze gebeurtenis brengt Manolios tot een in-zich-zelf-keren en meditatie op het Bijbelverhaal, afgezonderd van de wereld. Hij geraakt in extase en snijdt uit een stuk hout het smartelijke gezicht van de gekruisigde Jezus van Nazareth zoals hij dat op dat moment beleeft en voor zich, en zelfs in zich (gnostisch elementje in het boek), ziet verschijnen.

In het middendeel van het boek voert de auteur ons langs de lotgevallen van de dorpsbewoners. Het verhaalt van het laatste afscheid van kapitein Fourtounas, het wegkwijnen van het meisje Mariori en de angst van haar vader dat zij zal sterven nog voordat ze zal trouwen, en over de zieke notabele Patriarcheas.

De bergrede
Pope Fotis houdt onder de vluchtelingen een ware bergrede terwijl hij hen een spiegel voorhoudt. Aan degenen onder hen die vóór hun vlucht rijk waren geweest vroeg hij, of ze in die tijd bereid zouden zijn geweest om hun rijkdom met de rest van het dorp te delen, en ze beseften dat ze dat nooit zouden hebben gedaan. Nu waren ze allemaal arm, niemand had nog bezit of zelfs maar een slot op de deur. Samen zouden ze hun nieuwe wereld moeten vormgeven, net zoals de eerste Christenen die in Rome ondergronds samenkwamen in de Catacomben. Zo hadden zij nu met het leven in de grotten van de berg Sarakina hun eigen Catacomben. Ook zij moeten samen een nieuwe wereld opbouwen, gebouwd op nieuwe grondslagen in hun ziel. Hard werk, geduld, liefde en Geloof in God.

Na deze vurige rede verlaat Fotis de grotwoningen voor een moment en gaat Manolios bezoeken die diezelfde middag met zijn medegekozenen, Yannakos, Michelis en Kostandis de Bijbel lezen over de Bergrede van Christus, en die tekst zin voor zin samen bespreken. Het hart van Yannakos loopt over en hij legt zo treffend de bedoeling van de Bergrede uit, dat pope Fotis die naast de berghut stond te luisteren er emotioneel van wordt. Tijdens hun samenzijn legt Manolios uit wat hem is overkomen in zijn ziel en in zijn gezicht, en pope Fotis begrijpt hem. Hun samenzijn wordt een biecht voor elkaar tot Manolios van pure vermoeidheid zittend in slaap valt.

Als hij de volgende dag wakker wordt, zit Panayotaros bij hem, de man die voor de Passiespelen de rol van Judas heeft gekregen. Hij heeft een scherp mes en vraagt Manolios om hem te vermoorden, zodat de geest van Judas niet alleen hem, Panayotaros, naar de hel zal slepen maar ook de ziel van Manolios. Deze weigert en Panayotaros verlaat woedend de berghut. Terwijl Panayotaros op de bergweg naar beneden loopt, bidt Manolios voor zijn ziel: ”O God, leg Uw hand op zijn hart en genees hem. Neem het verdriet van hem weg en breng hem vertroosting.”

Het noodlot en het wonder
Beneden in het dorp wordt in de nachtelijke uren de jongste bediende van de Turkse Agha vermoord en in een blinde vlaag van woede sommeert de Agha de notabelen, de dorpspriester pope Grigoris, plus Panayotaros, om zich bij hem te melden. De dorpsbewoners krijgen allemaal huisarrest tot nader order. Niemand mag op straat komen. De priester spreekt de notabelen moed in voor hun mogelijke stervensuur; “De aarde ligt achter ons en de hemel ligt voor ons. Laat ons op weg gaan.” In het huis van de Agha worden ze afgeranseld en in de kelder opgesloten. De Agha zweert in zijn woede dat zij om beurten zullen worden opgehangen op het dorpsplein, daarna volgen één voor één de dorpsbewoners, net zolang tot de dader wordt uitgeleverd. Zo slaat het noodlot toe in het dorp. Zodra de nacht valt sluipt Yannakos weg uit het dorp om op de berg zijn vriend Manolios te waarschuwen dat er groot gevaar dreigt en dat hij niet naar het dorp moet gaan tot alles voorbij is. Die nacht leest Manolios de Bijbel zo intens dat het hem is alsof hij bij alle gebeurtenissen zelf aanwezig is. (een sterke vorm van meditatie of gnosis) De volgende ochtend heeft hij zijn besluit genomen. Hij gaat met grote haast naar het dorp om tegen de Agha te zeggen dat hij de dader is en niemand anders. Er treedt opnieuw een transformatie op bij Manolios. Hij is de herder geworden die zijn leven wil geven voor de kudde. Yannakos weet niet wat Manolios van plan is maar volgt hem, steeds verzoekend om niet zo snel te gaan. Maar Manolios zegt hem dat Christus met grote stappen voor hem uit gaat, en noodt Yannakos om sneller te lopen. Dan gebeurt er een wonder: Het zwaar ontstoken, gezwollen en etterende gezicht van Manolios is van het ene op het andere moment volkomen genezen. Hij heeft zijn jonge, gladde gezicht terug. (Bijbelse verwijzing naar “Zie, Ik maak alles nieuw”) Als Manolios aan de Agha schuld bekent, roept Katerina een andere echo uit het Bijbelverhaal op: “Hij doet het om ons te redden. Hebben jullie dan geen medelijden met hem?”

Heel het boek is bijzonder realistisch geschreven, met uitzondering van de plotse genezing van Manolios. Als recensent vind ik dit ene moment een minpuntje in het prachtige boek. Een geleidelijke genezing was veel natuurlijker overgekomen.

Scherp contrast
Terwijl de dorpsbewoners de mening verkondigen dat het beter is om 1 man te laten sterven in plaats van de hele bevolking – opnieuw een echo uit de Bijbel, in het Johannesevangelie hoofdstuk 11, verzen 47 t/m 53 HSV – Johannes 11 – Het heilig evangelie naar de beschrijving van Johannes (herzienestatenvertaling.nl) – doorziet Katerina de werkelijke betekenis en wil Manolios redden ten koste van zichzelf. De auteur had geen scherper contrast kunnen plaatsen. Katerina gaat naar de Agha, laat die een mes zien en zegt: “met dit mes heb ik het gedaan”. De Agha neemt het mes en ontneemt er haar het leven mee.

De woede van de Agha is niet geblust met zijn moord op Katerina en hij wil alsnog iedereen uit het dorp ophangen. Als Manolios naar de galg wordt geleid, komt plots de oude hulp van de Agha met de bewijsstukken tevoorschijn. Daarmee wordt de echte dader ontmaskerd. In het dorp keert de rust terug, maar niemand heeft iets geleerd uit de tragedie. Mens zijn is zwak zijn, en de een na de ander vervalt in oude gewoontes en onhebbelijkheden.

Bijbelse parallellen
Of toch bijna iedereen, met uitzondering van Manolios en de gekozen apostelen Michelis, Kostandis en Yannakos. Na een avondmaal waarbij vlees, brood en wijn worden gedeeld vertelt Manolios dat hij besloten heeft om Jezus te volgen en daarvoor de wereld te verzaken. Hij gaat hen daarom verlaten, maar zal altijd in de buurt blijven. “Dit is mijn geboortegrond. Ik zal altijd bij jullie blijven.” Het lijkt heel in de verte op het Laatste Avondmaal uit de Bijbel. Zijn vrienden willen weten wanneer zij geroepen zullen worden, maar Manolios vertelt hen met zachte lankmoedige stem dat iedere vrucht op zijn tijd moet rijpen. “Als jullie moment is gekomen dan zullen jullie het mij niet meer hoeven vragen”. Een echo uit de Bijbel, Matteüs 24, vers 32 Mattheüs 24 – Nieuwe Testament (statenvertaling.net) .

In het boek volgt nu een fase waarin er nog meer Bijbelse parallellen te herkennen zijn, zoals “De parel die Christus is” (Hymne van de parel, uit het apocriefe gnostische geschrift ‘Handelingen van Thomas’ Scriptie-TimScheren_3814998.pdf (uu.nl) ), “kom kopen om niets” (Jesaja 55; HSV – Jesaja 55 – Het boek van de profeet Jesaja (herzienestatenvertaling.nl) ), “God zal het in de Hemel met woekerrente terugbetalen”.

Kapel van de Heilige Eliah
Achter het dorp Lykovryssi op een bergwand staat een kapel die gewijd is aan de Heilige Eliah. Op zijn naamdag gaan de dorpsbewoners, voorzien van goedgevulde knapzakken met kostelijk eten en wijn, de berg op om een Openluchtmis bij te wonen bij de bergkapel. Ze overnachten op de berg en gaan op de tweede dag terug naar huis. Deze keer worden ze in de ochtenduren verrast door Manolios die tot hen predikt:

“Doe barmhartigheid. Geef uit uw overvloed aan de vluchtelingen op de Sarakina. Help hen twee jaar met een tiende van jullie oogst van graan, druiven en olijven, tot ze op eigen benen kunnen staan. En geef hen de afgelegen braakliggende grond in pacht zodat zij kunnen zaaien en oogsten, en jullie de pacht krijgen van grond waar je anders geen opbrengst van zou hebben”.

Zijn pleidooi slaat aan bij een aantal van hen en er worden daadwerkelijk toezeggingen gedaan. Maar bij de elite van het dorp broeit de kwaadheid over zoveel vrijpostigheid. Notabele Patriarcheas probeert tweedracht te zaaien door zijn zoon Michelis te verbieden om nog met Manolios om te gaan. Maar voor die keuze gesteld kiest Michelis onomwonden voor de weg van Christus, en verlaat zijn vader.

Ontslagen, vervloekt en verjaagd
Manolios moet kort daarna bij Patriarcheas komen, waar hij te horen krijgt dat hij op staande voet is ontslagen als schaapherder. De dorpspastoor mengt zich er ook in en eist dat Manolios het dorp verlaat. Deze twee notabelen zijn gemakshalve geheel vergeten dat hun leven in de kelder van de Agha alleen maar gespaard werd doordat Manolios zijn leven voor hen wilde opofferen.

Maar Manolios stemt in alle vrede toe in zijn vertrek, waarna hij alsnog door de dorpspastoor vervloekt wordt. Manolios houdt hem zonder aarzelen een spiegel voor: “Het was jullie slag die Christus hebben gekruisigd. En als Hij terug op aarde komt, zouden jullie Hem opnieuw kruisigen”. (een eerste verwijzing naar de titel van het boek)

Het Judasverraad
Panayotaros die bij de Passiespelen de rol van Judas was toegewezen, besluit om de Judasrol volledig te vervullen en Manolios met valse beschuldigingen ten val te brengen. Hij bezoekt de eerste notabele, Patriarcheas, en beschuldigt Manolios en de vluchtelingen in de grotten van de Sarakina ervan, dat ze door de bolsjewieken zijn gestuurd om iedereen die iets bezit in Lykovryssi te beroven en het dorpsbestuur omver te werpen. Zo wordt de Jezusfiguur in het boek uitgeleverd door de Judasfiguur, aan de Herodes’en, de Pilatus’en en de Kajafas’en van het dorp.

Notabele Patriarcheas krijgt door alle stress een beroerte en geeft de volgende dag de geest. Na de dood van Patriarcheas erft zijn zoon Michelis alle landgoederen, huizen en wijngaarden. Hij heeft nu de luxe om het rijkeluisleven van zijn vader op te volgen, maar kiest de weg van Christus als hij zich het einde van de Bergrede herinnert: “Hoe kan ik de hemel verdienen Rabbi ?” ‘Verkoop alles wat je bezit en verdeel het onder de armen’. Michelis besluit om alle bezit van zijn vader over te dragen aan de vluchtelingen op de berg Sarakina.

Deze beslissing van Michelis stuit op zwaar verzet en op de woede van de elite in het dorp. Zij nemen zich voor om iedere vluchteling die het bezit van Patriarcheas komt opeisen, of in één der woningen zijn intrek wil nemen, uit het dorp te verjagen. De notabelen spreken af met de dorpspriester, pope Grigoris, dat Manolios uit de kerk gegooid wordt – geëxcommuniceerd – op de eerstvolgende zondag na de Kerkdienst. Wie dan nog aan Manolios trouw blijft, wordt ook geëxcommuniceerd. De lessen van Jezus van Nazareth vinden geen weerklank bij de rijken in het dorp Lykovryssi. Dit is het begin van het einde, en de aanloop naar een nieuwe verwijzing van de boektitel.

Tijdens de excommunicatie in de dorpskerk kiezen de gekozen apostelen Michelis, Kostandis en Yannakos openlijk partij voor Manolios, en zij dagen priester Grigoris uit om hen samen met Manolios te excommuniceren. “Jullie komen nog aan de beurt!” riep priester Grigoris.

Honger
Priester Grigoris claimt dat Michelis niet bij zijn volle verstand is, waardoor de schenking van landerijen en huizen aan de vluchtelingen juridisch ongeldig wordt en kan worden toegeëigend door de (rijke) gemeente(bewoners). Daarnaast hitst hij de Agha op om het dorp af te grendelen en iedere vluchteling die iets uit de schenking op komt eisen, weg te jagen, desnoods met geweld.

Het geweld komt er inderdaad, en de vluchtelingen moeten bebloed terug naar de grotten van de Sarakina. Het wordt hen onmogelijk gemaakt om te oogsten en in hun eten te voorzien. De honger brengt een dramatisch dieptepunt.

Kinderen sterven
Op een avond op de berg Sarakina vond het volgende tafereel plaats:
‘“De kinderen krijgen opgezwollen buikjes door de honger” zei iemand. “Mijn jongste kind begint weer te kruipen, omdat zijn benen zo zwak zijn geworden dat hij niet meer kan lopen.” (..) Yannakos kwam stil op zijn tenen dichterbij. Hij zag dat Michelis een kind van een jaar of drie op schoot had. Het was volkomen uitgeteerd; (..) “Ik heb hem langs de weg gevonden.” ‘Kijk er niet zo naar’, zei Yannakos bezorgd. “Ik heb hem langs de weg gevonden” herhaalde Michelis.”Ik houd het niet meer uit .. Kun jij het nog langer aanzien?” (..) Het kind wilde huilen, maar het had de kracht niet meer. Zijn mondje ging telkens open en dicht zoals een vis op het droge, de handjes bewogen, maar ineens verstarde het op de schoot van Michelis. Nog een tijdlang bleef hij met het dode kind op zijn schoot zitten’.
De priester van de vluchtelingen had zojuist twee broertjes begraven die in elkaars armpjes van honger waren gestorven. “Wat is dat voor een God die de kinderen laat sterven!” riep hij.

Yannakos stelt voor om in de nacht voedsel te gaan roven in Lykovryssi. “Ik neem, wat de burgers niet uit zichzelf wilden geven. Deze zonde mag je mij aanrekenen.”
‘Mijn zegen heb je’ zei de priester, ‘maar deze zonde neem ík op mij.’

Het laatste bloed
Op donderdag 22 december volgde een veldslag bij de bron halverwege tussen berg en dorp, dat door de vluchtelingen werd gewonnen. Er vielen vele gewonden en een dode. In de nacht van 22 op 23 december gingen er huizen in vlammen op en er werd geplunderd. Op vrijdag 23 december werden de landerijen en de huizen van Michelis ingenomen door de vluchtelingen van de Sarakina, en op zaterdag 24 december vloeide het laatste bloed. Niet op straat, maar tijdens een lynchpartij in het middenpad van de Kerk van Lykovryssi, met de zegen en op aandringen van de dorpspastoor Grigoris. Een moordpartij met alle scherpgeslepen messen van Lykovryssi. Een paar uur later op de 24e december werd door de inwoners van Lykovryssi, na hun gezamenlijke moord midden in de Kerk, de Heilige Kerstavond gevierd alsof ze daar het volste recht toe hadden.

De priester van de vluchtelingen weende en sprak: ”Vergeefs Christus, zijn er tweeduizend jaren voorbij gegaan, want de mensen slaan U nog altijd aan het kruis. Wanneer zult Gij komen, Christus, om niet meer gekruisigd te worden, om in alle eeuwigheid met ons te leven?”
Manolios is begraven op de berg Sarakina, in een smetteloos wit laken. Na de begrafenis trokken de vluchtelingen verder voordat de Agha het Turkse leger in kon zetten om hen te verdrijven. “Houdt moed” zei hun priester. “Voorwaarts”.

“Hoe moeten wij God liefhebben?” “Door de mensen lief te hebben.” “En hoe moeten wij de mensen liefhebben?” “Door ons in te spannen om hen op de goede weg te brengen.” “En wat is de goede weg?” “De weg naar boven.”

“De mensheid kan de weg inslaan die hij zelf verkiest. De poorten van de hel en de poorten van het paradijs liggen vlak bij elkaar en de mens kan binnen gaan waar hij verkiest. De duivel kan alleen de hel binnen gaan en de engelen kunnen alleen naar het paradijs, maar de mens kan gaan waar hij wil.”

Kookboeken Nieuws

Dit boek over lijden en mededogen heeft overduidelijk Christelijke lezers als doelgroep. Tieners en volwassenen die de Bijbelse verwijzingen herkennen en daar voor open staan. Naast lijden en mededogen is het boek Christus wordt weer gekruisigd óók een boek over de lessen van Jezus, over parabelen en vooral een uitwerking van de Tien Geboden:

  • Gij zult uw God liefhebben met heel uw hart, heel uw kracht en met heel uw verstand (pope Fotis, Manolios, Michelis, Yannakos, Kostandis)
  • Heb uw naaste lief (de vluchtelingen op de Sarakina, Manolios, Michelis, Yannakos, Kostandis)
  • Gij zult geen afgodsbeelden voor Mijn Aangezicht hebben (‘de gipsvreter’ heeft alle heiligenbeeldjes opgegeten. Er was niets heiligs aan, alleen gips)
  • Misbruik de Naam van de Heer uw God niet (pope Grigoris vloekt)
  • Heb eerbied voor uw vader en uw moeder – maar nog meer voor uw God – (Leonio en Mariori doen dit wel terwijl de dochters van Panayotaros het niet doen)
  • Gij zult niet moorden (de jongste bediende van de Agha, Katerina, Hussein, de onderwijzer en Manolios zijn vermoord)
  • Gij zult geen echtbreuk plegen (Patriarcheas had overal geliefden en buitenechtelijke kinderen, en Katerina ontving iedere man)
  • Gij zult niet stelen (de vluchtelingen roven uit nood, pope Grigoris wil de erfenis van Michelis afhandig maken en onder brengen in de gemeente, Ladas de vrek wil zich de gouden sieraden van de vluchtelingen toe-eigenen)
  • Gij zult geen valse getuigenis afleggen tegen een ander (Panayotaros, pope Grigoris en Ladas leggen valse getuigenissen af tegen Manolios en tegen de vluchtelingen op de Sarakina)
  • Gij zult niets begeren uit het huis van uw naaste (Ladas, pope Grigoris, de vluchtelingen)
  • De zondagsrust uit de Tien Geboden wordt in het boek gesymboliseerd met de Openluchtmis op de bergtop bij de kapel van Eliah.

    Deze roman van Nikos Kazantzakis is een meeslepend verhaal geworden met vele Bijbelse parallellen, aangrijpend tot de laatste bladzijde. Een prachtig boek uit de Griekse literatuur met hier en daar een gnostisch accentje.


    Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Boeken van deze Auteur:

Christus wordt weer gekruisigd

Leven en wandel van Zorbás de Griek