"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Circe

Vrijdag, 22 februari, 2019

Geschreven door: Madeline Miller
Artikel door: Tea van Lierop

Betoverende vertelling over het lot van Circe

“Het paleis van Oceanus was een reusachtig wonder, diep verzonken in de rotslaag van de aarde. Zijn zalen met hoge, gebogen plafonds waren verguld, de stenen vloeren glad van eeuwen goddelijke voeten. Door elke ruimte klonk het vage geluid van Oceanus’ rivier, de bron van alle zoete wateren ter wereld, die zo donker was dat je niet kon zien waar hij eindigde en de rotsbodem begon.” (2018-7)

[Recensie] Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Dit boek is voor de liefhebber van mythologische verhalen zwaar verslavend, de toverkracht blijft werkzaam tot na het sluiten van het boek. De uitvoering van het boek is subliem, een mooie, gebonden uitgave met een omslag om ‘U’ tegen te zeggen! Deze net vertaalde roman van Madeline Miller vertelt het verhaal van Circe, inderdaad, zij die Odysseus een tijd in huis had toen hij op weg was naar Ithaca. Zij was zo slecht nog niet, haar behoefte aan gezelschap is bijna menselijk.

Maar goed – om niet vooruit te lopen op gebeurtenissen, dat zou jammer zijn – eerst de vraag waar gaat dit boek over? Millers vorige roman Een lied voor Achilles gaat over de hartverscheurende liefde tussen Achilles en Patroclus. Dit thema gebruikt zij als decor om een groot deel van de Griekse mythologie te vertellen. Het is fictie, maar de personages doen naturel aan en zij kan echt heel mooi en beeldend schrijven.

Circe beschrijft de vrouwelijke kant. Vanuit haar perspectief lezen we hoe het is om geboren te worden als nimf, niet geliefd te zijn vanwege afwijkend gedrag en hoe het is je staande te houden wanneer je verbannen wordt naar een eiland omdat je je machtige vader – Helios – teleurgesteld hebt.

Yoga Magazine

Er zijn twee machtige heersende krachten, dat zijn de Titanen en de Olympiërs. De laatsten wonen als overwinnaars op de Olympus, maar kunnen tegelijkertijd niet helemaal zonder de Titanen. Al deze goden moeten behalve hun macht behouden, ook zorgen dat het vrede blijft. Deze voortdurende strijd – gecompliceerd door de aanwezigheid van stervelingen – houdt de gemoederen flink bezig en het zijn juist die conflicten die bepalend zijn in het wel of niet begunstigd worden door de goden.

In schitterend en beeldend proza vertelt Circe haar verhaal. Haar vader is de machtige Helios die met zijn vuurwagen de hemel bestormt en het ontzettend grappig vindt astronomen voor de gek te houden. Hij schopt hun berekeningen in de war zodat de arme drommels zwaar gestraft zullen worden wanneer hun becijferingen niet uitkomen. De jonge Circe vindt het lot van deze astronomen betreurenswaardig, vol mededogen denkt ze aan deze zwaar gestraften. Ze past niet zo goed bij de rest van haar familie, behalve haar afwijkende mening over goed en kwaad ziet ze er ook anders uit. Haar moeder, een nimf en dochter van Oceanus, ziet haar graag trouwen met een zoon van Zeus, maar daar kan geen sprake van zijn. Haar haar vertoont “strepen als een van een lynx” en haar kin heeft “iets scherps, iets puntigs…” Helaas, dit meisje zal het niet makkelijk krijgen.

Toverkracht wordt haar wapen om zich staande te houden onder de meest huiveringwekkende omstandigheden. Als een natuurvrouw zwerft ze door de mooiste landschappen om haar kennis van planten, bomen en wortels te vergroten. Ze weet dat het brouwen van de juiste drankjes en zalfjes jarenlange oefening vergt. De sterke Circe bewandelt haar eigen weg, als een feministe ‘avant la lettre’ bevecht ze haar onafhankelijkheid. Hierbij ondervindt ze natuurlijk regelmatig tegenwerking van goden die haar hun ijzeren wetten trachten op te leggen. Pallas Athene is hier een mooi voorbeeld van:

“Ze trof de kamer, groot en recht en onverhoeds wit, een klauw van bliksem tegen de middernachtelijke hemel. Haar helm van paardenhaar streek langs het plafond. Van haar spiegelende wapenrusting spatten vonken. De speer in haar hand was lang en dun, de scherpe rand afgetekend in het licht van het vuur. Ze was de brandende zekerheid, en al het geschuifel en het vlekkerige ijzerschuim van de wereld moest wel wegkruipen. Het lichtende lievelingskind van Zeus, Athena.”

Athene en Circe lijken aan elkaar gewaagd. Hoewel de macht van Athene onbeschrijflijk groot is, heeft ook zij haar beperkingen. Circe neemt haar beslissingen in eerste instantie op grond van gevoel. Pas later komt het besef van de mogelijke gevolgen, dit inzicht beïnvloedt haar denken en handelen en ze maakt hierin een spectaculaire ontwikkeling door. Doordat het verhaal verteld wordt vanuit Circe is het inleven in haar personage vanzelfsprekend en daardoor zo meeslepend. Haar “vorming” wordt gevoed door haar omgeving. Zelfs wanneer ze verbannen wordt is ze niet helemaal alleen.
Dieren houden haar gezelschap en ook legt er regelmatig een schip aan met alleen mannen. Na een gastvrij onthaal willen die altijd meer en daarvoor heeft Circe een oplossing bedacht. Een van de zeelieden is Odysseus, de Griekse held uit de gezangen van Homerus. Over hem, zijn vrouw Penelope en Telemachus gaat het laatste gedeelte van het boek.

“Ik keek naar haar [Penelope/tvl], zo helder in mijn deuropening als de maan tegen de herfsthemel. Haar ogen hielden de mijne grijs en kalm vast. Er wordt vaak beweerd dat vrouwen delicate wezens zijn, bloemen, eieren, alles wat in een ogenblik onoplettend kan worden verpletterd. Als ik dat al ooit had geloofd, dan nu niet meer. “Nee”, zei ik. “Maar ik heb garen en een weefgetouw. Kom mee.”’

Door het lezen van dit deel is mijn beeld van de ‘held’ Odysseus  behoorlijk veranderd. Circe vergelijkt haar eigen handelen met dat van Odysseus. In De Odyssee van Homerus staat niets over nageslacht van Odysseus en Circe, hoe groot is dan de verrassing om deze overleveringen als verhaal en welkome toevoeging tegen te komen in het boek van Miller.

Dit boek is een absolute aanrader voor iedereen die van Griekse mythologie houdt. Maar ook voor lezers die wat minder kennis hebben van de Griekse helden. Juist in de romanvorm komen de personages tot leven, er is bijna geen betere manier om kennis te maken met hen. Niets menselijks is hen vreemd: eerzucht, hoogmoed, jaloezie, wraak en liefde. Om het allemaal nog wat te verduidelijken staat achterin het boek een namenlijst, overzichtelijk verdeeld in goden, stervelingen en monsters.

Over de auteur

Madeline Miller (1978) studeerde Latijn en oud-Grieks aan Brown University en geeft les in beide vakken. Ze woont in Cambridge, Massachusetts. In 2012 debuteerde ze met Een lied voor Achilles, waarvoor ze de Orange Prize ontving en dat in meer dan dertig landen in vertaling verscheen.

Eerder verschenen Met de Neus in de boeken

Boeken van deze Auteur: