"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Classic Beauties

Donderdag, 14 maart, 2019

Geschreven door: Sergej Androsov
Artikel door: Vera Weterings

Europese classicisme uit Rusland

[Recensie] Bij de wonderschone tentoonstelling Classical Beauties in de Hermitage is de gelijknamige tentoonstellingspublicatie verschenen waarbij net als in de tentoonstelling de adembenemend mooie kunst uit de Canova-collectie centraal staat. Als bezoeker ervaar je wandelend door de tentoonstelling de hoogtepunten van de Grand Tour van een aantal eeuwen geleden. Naast Canova zijn dat werken van kunstenaars als Thorvaldsen, Mengs, Kauffman en Batoni. Hun kunst was uiterst verfijnd en zij zochten en vonden overduidelijk de ultieme perfectie.

In de catalogus maak je deze Grand Tour vanuit je luie stoel. Zo ga je mee op de reis met grootvorst Pavel Petrovitsj en zijn echtgenote Anna Pavlovna in 1781-1782 maakten. Zij bezochten Polen, Frankrijk, de Oostenrijkse Nederlanden, Holland, hertogdom Württemberg, Zwitserland en uiteraard het Heilige Roomse Rijk, de republiek Venetië, de Pauselijke Staat, het koninkrijk Napels, de hertogdommen Parma, Toscane en Milaan en het koninkrijk Sardinië. Het echtpaar werd door Pavels moeder, Catharina de Grote, op reis gestuurd. De tsarina hoopte hiermee dat haar zoon op de reis vaardigheden zou leren om een goed vorst te kunnen worden. Het echtpaar reisde incognito onder de naam ‘graaf en gravin van het Noorden’ (comte et comtesse du Nord). Onderweg leerden ze over landsbestuur en legeraanvoering en maakten kennis met invloedrijke filosofen en culturele grootheden. Een van de Russen in het gevolg vatte de reis samen: “ze hadden aan hen verteld dat iedereen bij ons een baard had en dat we mekaar doodsloegen, en iedereen dacht dat we wilden waren, dat hebben we in veel steden gehoord. Maar nu onze graaf door Europa is gereisd, heeft in al die plaatsen het volk nu kunnen zien dat wij net zulke mensen zijn als zij…”.

Net als andere reizigers, waaronder Catharina de Grote, Pavel, Nikolaj Joesoepov en Aleksandr. Stroganov, verzamelde het echtpaar ook collecties van antieke voorwerpen voor hun huizen, paleizen en privémusea. Ze kochten gezichten van ruïnes van kunstenaars en bestelden hun portretten met antieke bouwwerken op de achtergrond. Op deze manier is het Europese classicisme een onderdeel van de Russische cultuur geworden en bezit de Hermitage zelfs ’s-werelds beste verzameling sculpturen van de voortreffelijke kunstenaar Antonio Canova (1757-1822), met als hoogtepunt De Drie Gratiën, Amor en Psyche en Hebe.

Canova leerde het beeldhouwen van zijn grootvader. In 1779 reisde hij naar Rome, waar hij de klassieke kunst met eigen ogen bestudeerde. Hij schetste en maakte kennis met andere kunstenaars, vanaf dat moment gebeurt er iets nieuws in het werk dat hij maakt. Hij maakt naaktfiguren die zijn gebaseerd op de mythologische beeldtaal waardoor ze er heroïsch uitzien, maar met eigentijdse gezichten, waardoor de sculpturen als het ware een ziel krijgen. Hiermee weet Canova de perfecte balans te vinden bij het weergeven van naakten. De sensuele lichaamsvormen tonen perfecte schoonheid zonder dat men ze als immoreel kan beschouwen. Waar de meeste beeldhouwers uit zijn tijd zich toeleggen op het kopiëren van antieke beelden voor de Grand Tourists-markt, onderscheidt Canova zich met eigen ontwerpen voor de opdrachten die hij krijgt van kerken en particulieren. Hiermee blaast hij de beeldhouwkunst nieuw leven in. Een van zijn opdrachtgevers is bijvoorbeeld Joséphine de Beauharnais, de echtgenote van Napoleon Bonaparte. Voor haar vervaardigde hij versies van Hebe, de groep Amor en Psyche (1800–03), en De danseres (1805–12), die na de dood van Joséphine (1814) dankzij tsaar Alexander I in de Hermitage terechtkwamen. Zijn iconische beeldengroep De Drie Gratiën (1812–16) was aanvankelijk ook een opdracht van Joséphine en is na haar overlijden voltooid in opdracht van haar zoon Eugène. Ook dit beeld kwam in Rusland terecht: Eugènes zoon Maximilian von Leuchtenberg trouwde met grootvorstin Maria Nikolajevna, de oudste dochter van tsaar Nicolaas I.

Boekenkrant

Naast Canova en de reis van Petrovitsj en Pavlovna is in de publicatie ook aandacht voor de andere kunstenaars die de tentoonstelling sieren, waaronder Thorvaldsen, Batoni, Kauffman en Mengs. Om op die laatste nog wat verder in te gaan, hij kan gezien worden als een kunstenaar van zijn tijd. De statische aard, kalmte en klassieke uitstraling van de figuren van Anton Raphael Mengs (1728-1779) pasten uitstekend bij de ideeën van Johann Joachim Winckelmann (1717-1768) die hij uiteenzette in zijn Gedanken über die Nachahmung der griechischen Werken in der Malerey und Bildhauerkunst (1755): “het algemene onderscheidende kenmerk van de Griekse meesterwerken is uitstekend een edele eenvoud en een stille grootsheid, zowel in de houding als in de uitdrukking… Hoe rustiger de stand van het lichaam is, des te geschikter is deze om het ware karakter van de ziel weer te geven.” In die tijd gold zijn werk als van groot belang voor het begrip van de kunst uit de klassieke oudheid. Zo draaide volgens hem de waardering van een schilderij niet om techniek, maar juist om inhoud en vorm, iets wat is terug te vinden in Mengs’ werk.

Al met al is het boek bij de tentoonstelling een informatief en fraai geïllustreerd werk. De vele paginagrote illustraties van de werken zorgen ervoor dat je als lezer thuis kunt nagenieten van de werken die op de tentoonstelling te zien zijn. De achtergrondverhalen zullen de kunstliefhebber vermaken. Kortom, een prachtig koffietafelboek bij een al evenzo mooie tentoonstelling.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus